In twintig weken een boek schrijven. Om jouw verhaal te vertellen maar ook om je eigen schrijfproces te leren kennen en te onderzoeken. Zodat je na afloop niet alleen een boek in je handen houdt maar ook gegroeid bent als schrijver. Een schrijver die kritisch kan kijken naar  je eigen teksten, die zich bewust is van eigen sterktes en zwaktes, weet waaraan er nog gewerkt moet worden  en vooral ook hoe.

Is de minor iets voor jou?

• Durf jij het aan om een half jaar lang aan iets te werken dat altijd anders uitpakt dan jij het in je hoofd had.
• Durf je uit te proberen en zelfs lelijk, ongemakkelijk of onaangenaam te schrijven.
• Durf je jouw teksten te delen met anderen en wil je ook anderen ondersteunen door hun teksten gedetailleerd en kritisch te bekijken.
• Durf jij je tekst steeds weer opnieuw aan te pakken en te herschrijven ook als je vastzit en buiten de terrassen lonken. Durf je kortom de uitdaging aan om een boek te schrijven?
• Durf je kritisch te kijken naar je eigen schrijfproces en te onderzoeken hoe je je zwakke kanten kunt versterken.

Dan is de minor creatief schrijven iets voor jou.

Wat gaan we doen?

Tijdens de minor creatief schrijven werk je 20 weken aan een eigen Nederlandstalig boek (fictie of verhalende non-fictie). De vorm (korte verhalen, roman), het genre (familiegeschiedenis, reconstructie, thriller, kinderboek etc.) en ook het onderwerp bepaal je zelf. Het moet wel een verhalend schrijfproduct zijn.
|En dat boek ligt er na afloop van de minor ook echt.  Hier kun je de kaften bekijken van boeken die studenten eerder schreven.
Je bedenkt een idee dat je in zeven weken kan uitwerken tot een afgerond verhaal/verhalenbundel.
Deze eerste versie ga je daarna een aantal weken uitgebreid herschrijven. Je zal merken dat deze fase minstens zo belangrijk en intensief is als het schrijven van de eerste versie. Want zoals veel schrijvers zeiden: Goed schrijven is in essentie goed herschrijven.
In de derde en laatste fase ga je jouw tekst zorgvuldig eindredigeren, opmaken en naar een drukker sturen zodat je jouw boek tijdens de boekenmarkt ook echt in handen hebt.
Tegelijkertijd onderzoek je tijdens de minor je eigen schrijfproces. Je formuleert een schrijfvraag, een kwestie waar je tijdens het schrijven mee worstelt en onderzoekt deze door te lezen over schrijven en daar een essay over te schrijven. Daarin reflecteer je ook op je eigen schrijfproces. Ook ga je heel veel romans, korte verhalen en non-fictieverhalen lezen, maar nu als schrijver om van te leren en door geïnspireerd te raken. Want een schrijver is ook altijd lezer.

De lessen

De minor begint met twee bootcampweken. Tijdens deze bootcampweken ben je maandag tot en met donderdag op school of op een bijzondere locatie buiten school voor werkcolleges, workshops, opdrachten en gastcolleges van schrijvers, uitgevers en verhalenvertellers.
Op de vrijdag werk je thuis opdrachten uit.

Daarna ben je twee dagen per week op school. 
Op de donderdagen heb je werkcolleges, verhaalanalyse en bespreek je wat je die week geschreven hebt met je coredacteur.

Op dinsdag of woensdag of vrijdag ben je een dagdeel op school om jouw teksten met je feedbackgroep te bespreken en te reageren op de teksten van anderen. De dag hangt af van in welke feedbackgroep je geplaatst wordt

De rest van de week ga je schrijven en herschrijven aan je boek, onderzoek doen en lezen. Want je kan alleen maar goed leren schrijven als je ook veel leest.

De duidelijke deadlines binnen de minor zorgen ervoor dat je aan het werk gaat en blijft en niet eindeloos wacht op inspiratie.

Wat zijn de leerdoelen?

1. Talig vermogen: Je laat in je werk en in de feedbackgroepen zien  dat je de kracht van precies en gevarieerd taalgebruik herkent en dat je de taal op een beeldende en gedetailleerde manier kan inzetten om een eigen verhaal te vertellen
2. Basiskennis over en ervaring met verhaalopbouw en genrekenmerken: je hebt de basiskennis en -vaardigheden om een verhaal op te bouwen in een zelf gekozen genre.
3. Verhalende en stilistische technieken herkennen en inzetten: Je maakt kennis met technieken als uitstel, doorbreken van verwachtingen, versnellen en vertragen, dramatische dubbelheid en leert ze inzetten om je verhaal sterker te maken.
4. Ontwikkeling van het schrijverschap: Je leert je eigen schrijfproces onderzoeken. Je kent de sterke en zwakkere kanten van je eigen schrijven en weet hoe je daar aan kunt werken.
5. Reflectief vermogen: Je kan in teksten en zinnen van eigen en andermans teksten aanwijzen wat er sterk en minder sterk is en hebt suggesties hoe je dat kan verbeteren.

Toelating

De minor creatief schrijven is toegankelijk voor studenten uit alle studierichtingen met een afgeronde propedeuse.
Er zijn geen ingangseisen. Schrijfervaring is een pre, maar motivatie om een half jaar lang hard te werken aan een boek en aan het onderzoek naar een schrijfvraag is, zo leert de ervaring, het allerbelangrijkste.

Inschrijving

De minor wordt twee keer per jaar aangeboden en er kunnen maximaal 32 studenten deelnemen. De minor is altijd snel vol, soms al binnen enkele dagen, schrijf je dus op tijd in.
Omdat inschrijvingen zowel via Kies op Maat als via Progress plaatsvinden kun je online niet zien hoeveel mensen in totaal zijn ingeschreven.

Wanneer inschrijven?
Voor de minor die in september begint, gaat de inschrijving begin februari open
Voor de minor die in februari begint, gaat de inschrijving begin juli open.

Let op:
Als de inschrijving gesloten is, is ook de wachtlijst vol. Dat is soms inderdaad al heel snel.  Het heeft geen zin om hier over te mailen.

Taal

De minor is Nederlandstalig. Ook de boeken die studenten schrijven zijn Nederlandstalig.

Waar?

Op Fontys Journalistiek in Tilburg, Professor Gimbrérelaan 16

Minorregeling
Je kunt hier de minor regeling downloaden. Het doel van de minor regeling is om je te informeren over wat je als student gaat leren in de minor, hoe de toetsing eruit ziet en wanneer je de minor hebt afgerond. Aan de minor regeling kunnen studenten rechten ontlenen.

Iedere student werkt gedurende de minor aan een persoonlijk digitaal portfolio dat altijd toegankelijk is voor de docenten. Met daarin de drie versies van het boek, een blog over het eigen schrijfproces, een aantal schrijf- en onderzoeksopdrachten, een leeslijst en twee essays. Dat portfolio wordt beoordeeld met een behaald of niet behaald.

Contact instituut: fj-minoren@fontys.nl

Contactpersoon minor (coördinator) Lilianne van den Brekel: l.vandenbrekel@fontys.nl