Kies op maat

Inloggen Menu

Praktijkgericht onderzoek & Sociale Innovatie

Ben jij een student die je onderzoekend vermogen verder wil aanscherpen en wil weten wat voor vraagstukken er in het werkveld van het sociale domein zijn? En wil je weten hoe je die vraagstukken kan oplossen met behulp van praktijkgericht onderzoek en sociale innovatie? En wil jij zelf, met een eigen project, ook een (creatieve) bijdrage leveren aan dit werkveld? En werk je graag samen in een klein team? Zo ja, dan is deze minor zeker iets voor jou!  

 

Je maakt in deze minor kennis met lectoren en andere onderzoekers van het Kenniscentrum Samen Redzaam van Hogeschool Leiden (https://www.hsleiden.nl/samen-redzaam). Je gaat in de minor samen met hen eerst kennis opdoen over praktijkgericht onderzoek en over sociale innovatie. Deze kennis heb je nodig om daarna vaardigheden te leren die je gaan helpen om zelf een klein praktijkgericht onderzoek uit te voeren. Denk bijvoorbeeld aan leren observeren of focusgroepen houden. Dit leer je door veel te oefenen en op werkbezoek te gaan bij de lopende lectoraatsonderzoeken van het kenniscentrum. Als laatste ga je zelf, of met een medestudent, een eigen onderzoeksproject uitvoeren. Dit wordt je praktijkopdracht. Je praktijkopdracht kies je zelf, maar het moet wel gekoppeld zijn aan een lopend lectoraatsonderzoek, zodat je binnen dat lopende onderzoek zelf een vraag uit de praktijk verder kan uitwerken en onderzoeken. Omdat je eigen praktijkopdracht aansluit op een vraag uit de praktijk, zal je veel samenwerken met professionals en zullen je resultaten en innovatieve oplossingen ook in het werkveld gebruikt kunnen gaan worden. 

 

De praktijkopdracht is dus gerelateerd aan een lopend lectoraatsonderzoek binnen het kenniscentrum Samen Redzaam. De reden hiervoor is dat studenten op die manier kunnen profiteren van de aanwezige contacten met het werkveld en met de aanwezige onderzoekstructuur. Er is wel een mogelijkheid om er zelf een eigen invulling aan te geven. De lopende projecten binnen het kenniscentrum gaan over: 

  • Het bevorderen van levensvaardigheden van  (kwetsbare) jeugdigen en hun ouders/verzorgers  
  • De inzet van sociale innovatie voor eenzame ouderen in ‘de wijk’ 
  • Stimuleren van zelfregulatie van jeugdigen en volwassenen in de GGZ,  
  • Duurzame inzetbaarheid van medewerkers in residentiële instellingen 
  • Het bespreekbaar maken van risicovol gedrag van jeugdigen (met een LVB) en benutten voor preventie en hulpverlening 

 

Kort samengevat, je kan met je eigen praktijkopdracht dus aansluiten op één van bovenstaande lopende lectoraatsonderzoeken. In al deze onderzoeken wordt een complexe vraagstuk uit het werkveld onderzocht. Jij kan via deze minor daar dus ook een belangrijke bijdrage aan leveren! 

Leerdoelen

Aan het einde van de minor ben je in staat om vraagstukken uit te praktijk te herkennen en onder woorden te brengen. Je kan een literatuuronderzoek doen en je kan samen met direct belanghebbenden, een idee vormen over wat een goede methode kan zijn voor een praktijkgericht onderzoek of sociale innovatie. Je weet welke stappen je moet zetten om een praktijkgericht onderzoek of sociale innovatie uit te voeren, in en samen met het werkveld. Je kan laten zien dat je bruikbare adviezen aan de praktijk kan geven die goed onderbouwd zijn en die direct in de praktijk toegepast kunnen worden.  

 

Dit sluit aan op dat je aan het einde van de minor, samen met je medestudenten, een symposium gaat organiseren om daar je resultaten en innovatieve oplossingen van je praktijkopdracht te delen met het kenniscentrum en met de betrokken professionals uit het werkveld. Dit biedt je dus de kans dat jouw ideeën en oplossingen ook in het werkveld worden toegepast! 

Ingangseisen

SW, SJD, HBO-V 

Literatuur

Karré, Ph. M., Dagevos, H., & Walraven, G. (2017). Sociale innovatie in de praktijk. Assen: Koninklijke Van Gorcum. 

 

Van der Velde, M., Munneke, L., Jansen, P., & Dikkers, J. (2020). Onderzoekend vermogen in de praktijk. Hilversum: Concept Uitgeefgroep 

Rooster

80 contacturen tussen student en docent 

760 uur voor zelfstudie en het doen van eigen praktijkopdracht 

Toetsing

Dit gebeurt in alle drie de delen van de minor aan de hand van individuele schriftelijke en mondelinge opdracht(en), een portfolio, een praktijkopdracht en een gezamenlijk afsluitend symposium. Alle toetsen moeten met minstens een voldoende (V of cijfer ≥ 5,5) behaald worden. 

 

Deel I: Kennis opdoen: 

Kennistoets, cijfer 

Artikel lezen en beoordelen, V/O 

Presentatie sociale innovatie, cijfer 

 

Deel II: Vaardigheden leren: 

Portfolio over de geleerde vaardigheden, V/O 

Aanwezigheid 

 

Deel III: Eigen praktijkopdracht uitvoeren: 

Projectvoorstel, V/O 

Uitwerking praktijkopdracht, cijfer 

Symposium, cijfer