Kies op maat

Inloggen Menu

Duurzame Groene Energie - Sustainable Green Energy

Groene duurzame energie is belangrijker dan ooit. En er is volop interesse. De agrarische sector kan een rol op zich nemen als leverancier van groene duurzame energie (tweede tak) en haar groene imago opwaarderen. Dat vraagt wel de juiste houding van de ondernemer. Groen gas staat geheel vernieuwend in de belangstelling, vele daken liggen vol zonnepanelen, er staan windmolens, maar vaak zit het energie-grid overvol. De vraag is hoe deze groene energie dan worden vastgehouden en nuttig ingezet. Vaak is er veel productie als er weinig vraag is en andersom. Er kan onderzoek plaats vinden naar opslagsystemen als accusystemen, groengas en waterstofopslag op agrarische bedrijven. Leveranciers van landbouwtechniek (CNH/AGCO) zijn ook in de weer met alternatieve aandrijfsystemen, als CNG, LNG en accusystemen.  Studenten die deze minor gaan volgen nemen een rol op zich als “Adviseur Groene Duurzame Energie” in de agrosector en hebben een tweedaagse werkplek bij een adviesbureau, installatiebedrijf, engineeringsbureau of aanverwant.

Leerdoelen

De HBO-er die de minor duurzame energie volgt, levert een antwoord op energievraagstukken als uitkomst van een bedrijfsopdracht. Dit kan bij bedrijven in de advisering, aanleg en onderhoud van duurzame groene energiesystemen in de agrarische sector. Dit kan mogelijk ook bij een primair bedrijf met voldoende omvang met een actueel en voldoende complex energie knelpunt met ondersteuning door professioneel advies. Maar ook bij bedrijven die machines leveren die ingezet worden in een complex energievraagstuk. De student voert onderzoek uit middels het aanbod uit de theorielessen uit de minor en door het werken met- en aan praktijksituaties op school. Dit levert actuele kennis op niveau op voor de studenten, welke direct kan worden toegepast in het praktijkvraagstuk vanuit de minor.

Competenties:
Competentie Onderzoeken:
De student kan zelfstandig en door eigen initiatief een onderzoek opstellen en uitvoeren, en kan mee discussiëren over onderzoeksvraagstukken.

Competentie Innoveren:
De student gebruikt creativiteit om nieuwe producten, diensten of toepassingen te ontwikkelen die in de praktijk bruikbaar zijn.

Competentie Zelfsturen:
De student wordt beoordeeld op: time management, correctheid, de student neemt eigen initiatief, de student heeft kennis ontwikkeld, en de student heeft een proactieve instelling.

Competentie Duurzaam handelen:
De student voelt zich verantwoordelijk voor het gebruik van duurzame techniek en handelen. De student zoekt naar duurzame middelen en activiteiten die mogelijkheden bieden voor de toekomst.

Ingangseisen

De student heeft affiniteit met de veehouderij en/of akkerbouw middels vooropleiding en/of bewezen ervaring op een veehouderij- of akkerbouw bedrijf. De student heeft basiskennis van de (agrarische) techniek, (agrarische) economie en bedrijfsgebouwen. De student is in staat een analyse te maken van een veehouderij- of akkerbouwbedrijf op het gebied van de energievraag en de aanwezige mechanisatie. Studenten TA, DV en ATM hebben voldoende beginniveau en toegang tot het vierde jaar van hun studie.

Literatuur

Naam: Duurzame Energietechniek
Uitgever: Boom
ISBN: 978 90 244 2824 3

Rooster

Op de vrijdag in het studiejaar 2024-2025.
Weken: 37, 39, 41, 43, 48, 50 en 2.

Toetsing

Het assessment van ADGE-01 vindt plaats door het uitvoeren van een onderzoeksopdracht op de werkplek. Deze opdracht wordt beoordeeld op een aantal criteria waar de inhoud van de lessenreeks weer terugkomt in een praktijksetting. Het vraagstuk wordt gedurende de minorperiode in kaart gebracht, voorzien van een duidelijk plan van aanpak en stap voor stap beschreven met een duidelijke oplossingsrichting op zowel (energie)technisch als economisch vlak. Daarnaast speelt wet en regelgeving een belangrijke rol, evenals het doorlopen van het mogelijke subsidietraject. Daarnaast maakt de student voor ADGE-02 een aantal opdrachten gedurende de lesdagen op school en inlevert op de digitale leeromgeving. Deze opdrachten worden beoordeeld. Tenslotte worden de lesdagen beoordeeld in ADGE-03 door een CGI gesprek aan het eind van de minor, door zowel de werkplekbegeleider als de begeleidende docent van de opleiding. Dit CGI gesprek vindt plaats op de werkplek.

Code: ADGE-01
Naam: Assessment
Studiepunten: 5
Type examen: Verslag/rapport
Periode: 2

Code: ADGE-02
Naam: Opdrachten
Studiepunten: 3
Type examen: schriftelijke opdracht
Periode: 2

Code: ADGE-03
Naam: Werkplekleren
Studiepunten: 7
Type examen: CGI
Periode: 2

Aanvullende informatie

De werkplek speelt een centrale rol in deze minor en wordt goedgekeurd alleen na overleg met de minor coördinator.  Een ondertekende werkplekovereenkomst is hier onderdeel van, waarin de werkafspraken schriftelijk worden vastgelegd en door drie partijen worden ondertekend: Student, werkplek en school.