Kies op maat

Inloggen Menu

Pijn en het Brein

Hoe fascinerend is het fenomeen pijn!? Van vervelend en sterk invaliderend tot een teken van moed en stoerheid als je de pijn weerstaat.

Maar wat is dat, pijn?

Een steek van de kogelmier, een voorbeeld uit de praktijk:

De gifstof beïnvloedt de elektrische signalen in de hersenen en blokkeert synapsen.

De steek van de kogelmier wordt beschreven als ‘Pure, intense, uitstralende pijn. Alsof je op gloeiende kolen loopt met een 10 centimeter lange roestige spijker in je hiel’.

Een Australische verslaggever liet zich steken door één mier en werd in shock naar het ziekenhuis gebracht.

In het Amazonen gebied koesteren ze een traditie om van jongens mannen te maken:

Een handschoen aantrekken waarin tientallen kogelmieren zitten. De jongens doorstaan de test zonder problemen en zijn plotsklaps man. Geen shock, geen ziekenhuis maar gewoon even doorbijten.

Voor de Australische verslaggever extreem invaliderend, voor de jonge Amazone indiaan even doorbijten.

Wat zorgt nu voor die  verschillen?

Nieuwsgierig? Ik wel!

Pijn speelt een cruciale rol binnen jullie professioneel handelen.

Wat is pijn?

“Pijn is een alom en continu aanwezige, per definitie onplezierige en zeer persoonlijke ervaring die vanuit het menselijk brein ontstaat door activering van een netwerk van neuronen, verspreid door hersengebieden.”(Moseley, 2018)

Pijn wordt niet bepaald door de mate waarin de lichaamsweefsels daadwerkelijk gevaar lopen (ernst van het letsel), maar door het gevaar dat deze volgens de hersenen lopen (de betekenis die hersenen geven aan het letsel). (Mosseley, 2018)

Met andere woorden, pijn is een construct van hersenen. De mate en ernst van de pijn wordt bepaald door multidimensionale invloeden.

Eerdere pijnervaringen, cultuur, de opvoeding (hoe reageren jouw ouders op pijn?), de gemoedstoestand, de situatie waarin de pijn ontstaat (“ben ik in gevaar?”) en het stresslevel zijn maar enkele voorbeelden van factoren die de mate van de ervaren pijn beïnvloeden.

In deze minor nemen wij jullie mee op de ontdekkingstocht langs pijn en het brein.

Naast het inzicht dat jullie krijgen in het pijnsysteem met alle beïnvloedende factoren, nemen wij jullie mee langs verklaringsmodellen en universele, gemeenschappelijke theoretische kaders die gedurende de hele minor centraal staan.

Aangezien de mate van de ervaren pijn sterk individueel bepaald is, is het belangrijk dat jullie leren om de pijn, en de gevolgen van de pijn op het dagelijks functioneren, goed uit te vragen en waar mogelijk te objectiveren door te meten.

Hierbij staat het bio psychosociaal model centraal, kijken naar het hele systeem is belangrijk om de invloed van de pijn op de patiënt en zijn omgeving te begrijpen.

Naast deze pijnanalyse is het belangrijk dat jullie inzicht krijgen in de analyse die plaatsvindt op bijvoorbeeld de pijnpoli of de pijnrevalidatie.

Na een gedegen analyse waarin de verwachtingen en de hulpvraag van de patiënt duidelijk verwoord worden, ontdek je de behandelmogelijkheden en krijgen jullie inzicht in de behandel aanpak.

Jullie krijgen inzichten in:

  • Pijnbehandeling; een interprofessionele aanpak
  • Pijnmedicatie en de verschillende werkingsmechanismen
  • De pijnpoli
  • De pijnrevalidatie
  • De correlatie tussen bewegen en pijn: “beweegactiviteiten kunnen chronisch pijn voorkomen, het bevorderen van beweeggedrag is een belangrijk aandachtspunt.”
  • Leven met pijn: “het vermogen om een waardevol leven te leven ondanks de pijn, verlies en angst is een goed streven.” (Fysiopraxi 2018)
  • Pijneducatie
  • Gedragsverandering en hoe je dit kunt beïnvloeden (motivational interviewing)
  • De invloed van ontspanning, mindfulness, yoga.

Leer van interessante gastcolleges van professionals uit het werkveld.

Leerdoelen

De student krijgt inzicht in de complexiteit van pijn. De student leert deze inzichten te vertalen naar de dagelijkse praktijk en beargumenteert  hoe deze inzichten te vertalen zijn naar de verschillende patiënten casussen.

De student is in staat om de opgedane theoretische kennis op het gebied van pijn, pijn modellen en leer theorieën te integreren in zijn eigen professioneel handelen.

 Klinische redeneren

De student is in staat:

m.b.t. de anamnese/ analyse van het gezondheidsprobleem

  • de hulpvraag te inventariseren m.b.t. het bestaande gezondheidsprobleem.
  • informatie te verzamelen over het bestaande gezondheidsprobleem en zicht te krijgen op eerder verleende zorg.
  • de belasting en belastbaarheid van de cliënt in te schatten, gelet op mogelijke veranderingen t.g.v. het bestaande gezondheidsprobleem.

m.b.t  het onderzoeken van het gezondheidsprobleem

  • zoveel mogelijke belangrijke facetten te objectiveren in de ICF genoemde en door de specialist geïnventariseerde componenten d.m.v. het gebruik van vragenlijsten en tests.

m.b.t. analyse en conclusie

  • in te schatten of het gezondheidsprobleem beïnvloedbaar is door therapie.
  • Om samen met de patiënt SMART-geformuleerde doelstellingen en subdoelstellingen op functie-, activiteiten- en participatieniveau (aansluitend bij het ICF) op te stellen.
  • in de doelen omgevingsfactoren en persoonlijke factoren nadrukkelijk te benoemen.
  • gefundeerd de probleemanalyse uit te voeren en specifieke doelstellingen op te stellen op basis van de hoogst beschikbare evidentie of best practice.

m.b.t. behandel mogelijkheden

  • leert de verschillende behandelmogelijkheden toe te passen, waarbij:
    • verdieping van de bekende behandel aspecten aan bod komen en
    • nieuwe behandelmogelijkheden geleerd worden (ACT, MI, drama therapie, exposure, mindfulness, positieve psychologie, bewegen en Yoga)

Samenwerken

De student

  • bezit een open grond houding die noodzakelijk is voor een goede communicatie.
  • stemt de communicatie af op een voor de student aanvaardbaar kennisniveau.
  • draagt ervoor zorg dat aan de gebruikte woorden/taal eenzelfde betekenis en interpretatie wordt gegeven. Tevens zorgt hij/zij dat de gebruikte taal, gebaren en handelingen niet alleen aan beide partijen bekend zijn, maar bovendien ook dezelfde emoties oproepen en dezelfde emotionele betekenis hebben.
  • controleert dit, door gerichte feedback te vragen.

Innovatie

De student

  • heeft kennis van de actuele stand van zaken m.b.t. wetenschappelijk onderzoek/evidentie, innovatieve projecten, nieuwe ontwikkelingen en richtlijnen.

Professioneel handelen

De student

  • integreert de opgedane kennis en kunde in zijn eigen professionele handelen en laat dit gedurende de minor zien in zijn professionele handelen (o.a. aanwezigheid tijdens de lessen, inbreng tijdens de lessen, respectvol en pro activiteit)

(Inter)Professioneel samenwerken

De student

  • benoemt de competenties van medestudent die vanuit een andere professie deelnemen aan deze minor.
  • staat open voor de deskundigheid en mening van medestudenten en integreert de kennis en kunde van anderen in zijn meningsvorming.
  • heeft goede communicatieve eigenschappen en laat andere deskundigen in hun waarde.
  • reflecteert op zijn/haar eigen deskundigheid en zal, indien zijn/haar deskundigheid tekort schiet of er andere deskundigheid nodig is, de hulp van een medestudent vragen.

Ingangseisen

Doelgroep: Gezondheidszorg en Welzijn

Basiskennis over het pijnmechanisme en het biopsychosociaal denken is vereist.

Literatuur

Handboek pijnrevalidatie, Voor de eerste-, tweede- en derdelijns gezondheidszorg, Verbunt, 21-02-2019, 9789036822299

Rooster

Totaal aantal contacturen: 80-100

Werkvormen: PGO, taakgerichte workshops, vaardigheden, weblectures 

Onderwijscontacttijden: verspreid over de hele week overdag, 7,5 uur per week

Toetsing

Portfolio assessment, mondeling, 9 EC:

- Deeltoets 1:Het principe van continue toetsen; wekelijks beoordelen van attitude,kennis, zelfreflectie en feedback geven en ontvangen (PEER assessment).

- Deeltoets 2: Het assessment waarbij zowel kennis alsook het toepassingsniveau getoetst worden.

- Formatief handelen: Binnen de minor wordt gebruik gemaakt van formatieve feedback, feedforward, feedup: waaronder simulatiecontacten (PEER assessment), pijnuitleg aan MBO verpleegkunde studenten en workshops.

Participatie tijdens groepsopdrachten, individuele opdrachten en simulatie contact, 6 EC:

- Bewijslast AV opnames, RPS formulier, PEER feedback en actief participatie feedback en reflectie bijhouden schrift.

- Aangeboden leerstof integreren bij de persoonlijke ontwikkeling/ professionele ontwikkeling.

Aanvullende informatie

Meewerkende opleidingen of instanties: MUMC, Libra, Adelante, RAP revalidatie.

De voertaal is Nederlands, maar ook Duits zijn.