Hoe kom je erachter wat er echt aan de hand is in een organisatie? Hoe kijk je, welke bril zet je op? Wat zie je en wat zie je niet? Binnen elke organisatie zijn verbeteringen mogelijk. Deze verbeteringen kunnen bijvoorbeeld te maken hebben met de marketingstrategie, de verdeling van de taken, de interne processen, het personeelsbeleid of de te hanteren managementstijl. In de minor kijk je met een brede nieuwsgierige en onderzoekende blik naar een bedrijf. Je onderzoekt zowel binnen de organisatie als in de omgeving van de organisatie met welke trends, ontwikkelingen en omstandigheden de organisatie rekening moet houden. De uitkomsten leiden tot een advies waar de organisatie echt wat aan heeft! Daarnaast wordt de minor wel omschreven als een ‘generale repetitie’ voor het afstuderen: je doet onderzoek en geeft een onderbouwd advies

Inhoud van de minor

Als bedrijfskundige ben je in staat om adviezen te geven over de inrichting van deze interne aspecten van de organisatie. Hierbij moet je breed kijken in én buiten de organisatie. De interne aspecten van een organisatie staan natuurlijk niet los van ontwikkelingen die plaatsvinden buiten de organisatie: de omgeving. Hierbij kun je denken aan de concurrentie, technologische ontwikkelingen en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Deze externe ontwikkelingen beïnvloeden de organisatie en zijn dus medebepalend voor de adviezen die je als bedrijfskundige geeft. Organisaties hebben behoefte aan bedrijfskundigen die externe aspecten en interne aspecten met elkaar in verband kunnen brengen om tot een advies te komen voor de organisatie. In deze module ga je hiermee actief aan de slag.

Opzet van de minor

In vijf stappen doorloop je het proces naar het beantwoorden van bovenstaande onderzoeksvraag. Hierbij maak je gebruik van ondersteunende modellen en theorieën om te analyseren en de te onderzoeken gebieden te operationaliseren. In deel twee van de module ga je op onderzoeksmatige manier aan de slag met vinden van het best passende advies. Je maakt hierbij gebruik van literatuuronderzoek/veldonderzoek en/of deskresearch zodat je je advies onderbouwd aan de organisatie kunt presenteren. Hiermee toon je de volgende leeruitkomsten aan:

Onderzoeken (deel 1. Diagnose) Je voert een analyse uit van de interne en externe omgeving van een organisatie, met behulp van bedrijfskundige modellen, je brengt de resultaten van de analyses in verband met elkaar en brengt de hierop gebaseerde aandachtspunten binnen deze organisatie in kaart. Hierbij maak je gebruik van relevante kernvakgebieden, zoals Strategisch Management, Operations Management, Information Management en Organisational Behaviour. Je doet dit vooral vanuit je rol onderzoeker. Toetsing vindt plaats aan de hand van het verantwoordingsdocument van je organisatieonderzoek.

Bedrijfskundig redeneren en adviseren (deel 2. Advies) Je ontwikkelt een bedrijfskundig advies waarbij je meerdere mogelijke adviezen tegen elkaar afweegt en je geeft een onderbouwing van de gemaakte keuzes. Hierbij heb je de rol van business consultant. Toetsing vindt plaatst aan de hand van een adviesgesprek dat ondersteund wordt door een poster waarin je je onderzoek en advies presenteert.

Doelgroep en bijzonderheden

Deze minor is bedoeld voor studenten die in deeltijd studeren en ruimte in hun curriculum hebben om voor 30 studiepunten een vrije keuzemodule/minor te volgen.   

Verder is het raadzaam om al een substantieel deel van de studie te hebben gevolgd (ongeveer 90 studiepunten behaald) zodat studenten een goede basis hebt om deel te nemen aan deze minor. 

De lessen vinden plaats op maandagavond tussen 16.00 uur en 22.00 uur.

Toetsing

• Deel Organisatiediagnose · Opdracht

• Deel Organisatieadvies en implementatie · Assessment