Als professional lever je zorg in de palliatieve fase die aansluit bij de behoefte en wensen van de mens en diens naaste. Deze zorg is gericht op het voorkomen en verlichten van lijden bij problemen van fysieke, psychische, sociale en spirituele aard. Daarnaast signaleer en initieer je kansen om de kwaliteit van zorg te verbeteren en zet aan tot de implementatie daarvan. De kennis, vaardigheden en houdingsaspecten die in deze minor aan bod komen zijn gericht op bovenstaande taken.

Thema's:

• Symptoombestrijding in de palliatieve fase
• Kwaliteit van zorg
• Kwaliteit van leven
• Familiezorg
• Interdisciplinair samenwerken
• De laatste levensfase
• Zorgen voor zorgenden

Waarom deze minor? In Nederland wordt palliatieve zorg primair als generalistische zorg gezien wat betekent dat alle zorgverleners tot op zeker niveau kwalitatief goede zorg zouden moeten kunnen verlenen aan mensen met palliatieve zorgbehoeften.

Voor wie? De minor is bedoeld voor studenten die de voltijd of deeltijd HBO-Verpleegkunde opleiding volgen en zich willen verdiepen in de zorg voor en begeleiding aan mensen in de palliatieve fase en hun naasten.

In de minor Palliatieve Zorg wordt gewerkt met eenheden van leeruitkomsten (EVL). Zij vormen een overzicht van wat de student dient te kunnen, weten en beheersen om de studiepunten (EC’s) te behalen. De leeruitkomsten zijn voor het taakgebied van de palliatieve zorg geformuleerd en de toetscriteria zijn hiervan afgeleid.

EVL 8.1 - Klinisch redeneren in de palliatieve zorg
De professional stelt proactief en methodisch de behoefte aan zorg vast op lichamelijk, psychisch, sociaal en spiritueel gebied. Dit aan de hand van een complexe casus uit de palliatieve zorg. De professional verwoord op welke wijze bij de uitvoering van de zorg rekening gehouden is met: fases, het cyclisch karakter, de (advanced care) planning, relevante wet- en regelgeving en financiering met betrekking tot palliatieve zorg. De professional integreert deze vakinhoudelijke kennis in het handelen en onderbouwd dit door middel van wetenschappelijke literatuur, (inter)nationale theorieën, (palliatieve) richtlijnen en kwaliteitskaders rondom palliatieve zorg. De professional communiceert op gepaste wijze met de mens en diens naasten en heeft oog voor het behoud van autonomie, authenticiteit, draagkracht en draaglast en gezamenlijke besluitvorming. Daarbij werkt de professional effectief samen binnen een multidisciplinair team ten behoeve van de continuïteit en effectiviteit van de zorg. Een professionele attitude (bijv. empathisch vermogen, afstand en nabijheid, waarden en normen) ten behoeve van optimale palliatieve zorg wordt op het juiste moment bewust ingezet. De professional is in staat op systematische wijze te reflecteren op het eigen handelen.

EVL 8.2 Innoveren in de palliatieve zorg
De professional signaleert op welke wijze de palliatieve zorg kan worden verbeterd en initieert een innovatie. Deze innovatie dient de kwaliteit van leven van de mens en diens naaste in de palliatieve fase te verhogen op lichamelijk, psychisch, sociaal en/of spiritueel gebied. De innovatie wordt uitgewerkt in een implementatieplan en wordt onderbouwd met de stappen van evidence based practice. In het voorstel legt de professional een relatie tussen meerdere onderdelen van de palliatieve zorg: de benaderingswijze van de professional, gesprekstechnieken, veiligheid of kwaliteit van patiënten en/of medewerkers, medische aspecten (pijnbestrijding), eHealth, ICT, samenwerkingsverbanden/ketenzorg. Bij de verbetering wordt het micro-, meso- en macroniveau expliciet betrokken (b.v. de mens en zijn naasten, organisatie, wetgeving, professionele standaarden, etc.). In het implementatieplan wordt de invoering van de innovatie systematisch beschreven aan de hand van een model (bijv. Grol en Wensing, Practice Development). Het implementatieplan wordt door de professional op creatieve en overtuigende wijze gepresenteerd aan alle betrokkenen (b.v. beroepsgroep, de client en diens naasten). De innovatie wordt zo gepresenteerd dat de betekenis van de innovatie voor de beroepspraktijk duidelijk is.

1) Je bent min. 20 uur per week werkzaam op een passende praktijkplek. Deze praktijkplek dien je zelf te zoeken. De school bemiddelt hier niet in, maar kan wel met je meedenken. Onder passende praktijkplek wordt verstaan dat je in een setting werkzaam bent waarbinnen redelijkerwijs sprake is van het begeleiden van mensen in de palliatieve fase. Opdrachten in de minor zijn nauw verbonden met de beroepspraktijk. Palliatieve zorg wordt in veel settingen verleend, bijvoorbeeld: thuis, ziekenhuis, verpleeghuis, verzorgingshuis, de verstandelijk gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg of een hospice. Voor de toelating wordt aan jou gevraagd wat je werkplek is en hoeveel uur je hier werkzaam bent per week. 

2) Je hebt 60 EC behaald binnen de propedeutische fase van de bacheloropleiding Verpleegkunde. 

Bij twijfel kan er contact gezocht worden met de minorcoördinator: Rita van der Pol-van den Berg via r.van.den.berg@windesheim.nl.

Lesdag: vrijdag.

De minor bestaat uit 7 fysieke lesdagen, die om de twee weken worden aangeboden. In de tussentijd werk je aan opdrachten in je beroepspraktijk. Een lesdag bestaat uit een werkcollege, een training/workshop en intervisie. Veel van het onderwijsmateriaal zal digitaal worden aangeboden. Naast de inzet van docenten van Windesheim maken we ook gebruik van experts uit het werkveld.

De leeractiviteiten en ondersteuning sluiten aan bij het leren van volwassenen (contactonderwijs, online onderwijs en begeleiding/intervisie in leergroepen). Voor de opdrachten zijn contacten met praktijk en cliënten nodig.

Je sluit de minor af door middel van twee beroepsproducten. In het ene product staat het klinisch/palliatief redeneren centraal (palliatief zorgplan 15 EC’s) en in het andere product het innoveren in de palliatieve zorg (Implementatieplan 15 EC’s).

We hebben een zeer beperkt aantal plekken voor deze minor (5 à 10 Kies op Maat studenten). Wij werken daarom met een wachtlijst. Mocht dit op jou van toepassing zijn, dan hoor je hier t.z.t. meer over.