Kies op maat

Inloggen Menu

Gezond opgroeien, werken met jeugd in jouw beroep

De minor geeft zowel verdieping als verbreding m.b.t. het thema opgroeiende jeugd (0-23 jr.) zodat je vanuit jouw specifieke beroep beter kunt aansluiten bij het ontwikkelingsniveau, de leefwereld & belevingswereld van jeugd en ook wanneer je merkt dat er iets wringt. Je krijgt brede kennis en inzichten aangereikt van de verschillende contexten waarbinnen jeugd opgroeit en de invloed ervan op de ontwikkeling. Je krijgt inspirerende opdrachten om uit te werken voor je leerrapportage en bijvoorbeeld training in gespreksvoering met kinderen en jongeren. We gaan aan de slag met thema’s als veerkracht van gezinnen, positieve psychologie, leefwerelden van jongeren, opvoedingsstijlen, culturele diversiteit, sociale veiligheid, armoede, pesten, mishandeling, meldcode en nog veel meer. We maken onder andere gebruik van pedagogische en psychologische kennis, systeemgerichte en contextuele theorieën. Omdat jouw beroep een context kan zijn waar je jeugd tegenkomt  en omdat verschillende beroepen op het gebied van jeugd elkaar kunnen ontmoeten en versterken, ga je tevens aan de slag met hoe je daar op een goede manier invulling aan kunt geven. Als studenten van verschillende opleidingen ga je daarom expertise uitwisselen om van elkaars context te leren middels het onderdeel ‘Elkaar professionaliseren’. Je ontwikkelt tevens een handig beeld van hoe de hulpverleningsketen in elkaar zit, ook al is de insteek van deze minor niet speciaal gericht op hulpverlener-schap. We maken gebruik van gevarieerde en uiteenlopende werkvormen. Hetzelfde geldt voor de toetsing. De minor kent één lesdag per week en bestaat uit 6 onderdelen van 5 EC’s gedurende één semester. 

Leerdoelen

De student:

  • kan aansluiten bij het ontwikkelingsniveau, leefwereld en belevingswereld van kind, jongere en/of ouders in eigen werkveld of beroep;
  • is in staat om m.b.v. de aangeboden methodiek op aansluitende wijze een gesprek met een kind/jongere te voeren en er op te reflecteren;
  • heeft brede kennis van contexten waar kinderen en jongeren in leven en opgroeien en de invloed ervan op hun ontwikkeling;
  • heeft basiskennis uit verschillende relevante theorieën die gedrag en beleving van mensen in het algemeen en ouders en kinderen/jongeren en hun omgeving in het bijzonder kunnen verklaren en verhelderen;
  • weet aan te wijzen welke  factoren in het gezin het veerkrachtig maken/houden en welke rol het netwerk, de omgeving en voorzieningen daarbij spelen;
  • begrijpt de relatie tussen het jeugdrecht en de rechten van het kind en de maatschappelijke voorzieningen die daar op gestoeld zijn;
  • kan met behulp van relevante kennis en theorie beschermende -, en risicofactoren in kaart brengen van in hun ontwikkeling bedreigde kinderen/jongeren;
  • heeft zicht op veelvoorkomende bedreigingen voor de ontwikkeling van kinderen en jongeren en kan die herkennen in eigen werkveld en praktijk;
  • heeft kennis van sociale veiligheid, w.o. de invloed van pesten, kan signalen herkennen van kindermishandeling, kent de meldcode en kan deze toepassen op casuïstiek;
  • heeft basiskennis van de hulpverleningsketen en weet welke wegen hij/zij moet bewandelen en (voorzieningen/instellingen) wanneer er iets met een kind/jongere aan de hand is;
  • weet de verworven vaardigheden, kennis en inzichten (creatief) te vertalen naar concrete toepassing en/of beroepsproduct voor het eigen werkveld/beroep en/of praktijk;
  • is in staat om samen te werken met andere disciplines dan het eigen beroep en is in staat van elkaars perspectief te leren.

Ingangseisen

De student moet een hbo-propedeuse hebben afgerond.

De minor is bedoeld voor studenten van de volgende opleidingen:
Fysiotherapie, Sportstudies, Verpleegkunde, Logopedie, Leraar Basisonderwijs, Toegepaste Psychologie (m.u.v. studenten met de route Jeugd), Voeding en Diëtetiek, Mondzorgkunde, Sociaal Juridische Dienstverlening en Ergotherapie.

Studenten van de opleiding Social Work mogen niet deelnemen aan deze minor.

Rooster

De minor kent één lesdag per week en bestaat uit 6 onderdelen van 5 EC’s gedurende één semester. 

Toetsing

Divers