Kies op maat

Inloggen Menu

Minor Boeken in de klas

Boeken kunnen een bijdrage leveren aan een nieuwsgierige en open blik op de wereld. Enthousiaste leerkrachten met kennis van zaken kunnen op de basisschool het verschil maken tussen lezers en niet-lezers. Ze kunnen hun leerlingen aan hun lippen laten hangen als ze voorlezen uit een spannend of aangrijpend boek. Ze kunnen een geschiedenisverhaal tot leven brengen door te vertellen en ze kunnen kinderen het beslissende boek aanreiken.

Kinderen op de basisschool hebben meer dan ooit behoefte aan zulke leerkrachten. Leerkrachten die het belang van voorlezen en vertellen onderschrijven en kennis van goede kinder- en jeugdboeken bezitten en daarmee bij kunnen dragen aan het leesplezier en de leesvaardigheid van hun leerlingen. Een goede leesvaardigheid is voor kinderen immers van cruciaal belang om te komen tot goede schoolprestaties en een volwaardige deelname aan het maatschappelijk leven later.

Natuurlijk heb je in de eerste jaren van de opleiding al kennis gemaakt met je rol als leesbevorderaar. In deze minor krijg je echter nog meer handvatten aangereikt om je eigen leesplezier te (her)ontdekken en hoe je dat over kunt dragen naar leerlingen in de basisschool. Je vergroot jouw kennis van jeugdboeken en wat je daarmee kunt in de klas. Je gaat jeugdboeken lezen van verschillende genres en deze met docenten en medestudenten bespreken.

Je voert praktijkopdrachten uit en maakt een leesplan voor je stageschool waarmee je het landelijk certificaat leescoördinator Pabo-variant kunt behalen.
Je werkt aan je vaardigheden in (interactief) voorlezen en vertellen en weet deze te integreren met andere vakken en ontwikkelingsgebieden, en aan de vaardigheid gesprekken voeren met kinderen rondom kinderboeken.

Je onderzoekt met de docenten en medestudenten welke middelen je in kunt zetten om alle leerlingen, dus ook leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte of onwillige lezers, te stimuleren om te lezen en te helpen bij het vinden van geschikte boeken.
Je onderzoekt ook hoe je jeugdboeken in kunt zetten bij algemene thema's en bij specifieke thema's, zoals burgerschap of rouwverwerking.
Je maakt kennis met instanties buiten de school die zich bezig houden met leesbevordering, zoals de Bibliotheek op School, CPNB, Stichting Lezen, De Schoolschrijver, Het Kinderboekenmuseum in Den Haag, De Schrijverscentrale, School der Poëzie.

En met dit alles heb je dan alle bagage in huis om het lezen op jouw toekomstige werkplek op de kaart te zetten!

Doelgroep
Voor iedere Pabostudent die wil leren hoe lezen centraal kan staan in de klas. Voor iedere student die een goede leerkracht wil worden en een bijdrage wil leveren aan het gezond opgroeien van kinderen en het terugdringen van laaggeletterdheid. Voor iedereen die later herinnerd wil worden als de leerkracht aan wier en wiens lippen je hing en die dat beslissende boek gaf.

Leerdoelen

  1. Kennis vergroten van jeugdboeken en wat je daarmee kunt in de klas..
  2. Schrijven van een leesplan voor een stageschool waarmee het landelijk certificaat leescoördinator pabo-variant behaald kan worden.
  3. Vaardig worden in (interactief) voorlezen en vertellen en in gesprekken voeren (met kinderen) rondom kinderboeken.
  4. Stimuleren van leerlingen (ook leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte of onwillige lezers) om te gaan lezen.
  5. Inzetten van jeugdboekenbij algemene thema’s en bij specifieke thema’s, zoals burgerschap of rouwverwerking. 
  6. Kennis maken met instanties buiten de school die zich bezig houden met leesbevordering.

Ingangseisen

De minor staat open voor studenten van de Pabo uit jaar 3 of 4.

Propedeuse moet zijn behaald en alle lessen Taal moeten zijn gevolgd.

Rooster

Het lesrooster wordt gepubliceerd op MijnHanze onder Rooster.

Toetsing

Het tentamenrooster wordt gepubliceerd op MijnHanze onder Weten en regelen ST, praktische informatie.

 

Aantal EC
In totaal behaal je 30 ects:
10 EC: Programma Leescoördinator Pabovariant (landelijk programma Stichting Lezen)
10 EC: leesdossier en kennis van de jeugdliteratuur
5 EC: vaardigheden voorlezen, vertellen, gesprekken voeren
5 EC: werkvormen kinderboeken

Aanvullende informatie

Doelgroep
Voor iedere Pabostudent die wil leren hoe lezen centraal kan staan in de klas. Voor iedere student die een goede leerkracht wil worden en een bijdrage wil leveren aan het gezond opgroeien van kinderen en het terugdringen van laaggeletterdheid. Voor iedereen die later herinnerd wil worden als de leerkracht aan wier en wiens lippen je hing en die dat beslissende boek gaf.