Doelstelling

De doelstelling van de minor is de student kennis op te laten doen over de thematiek van sociale spanningen tussen groepen burgers onderling en burgers en de overheid, en hierbij de student de instrumenten te doen aanreiken om zowel vanuit het perspectief van de overheid als van de samenleving om te kunnen gaan met deze spanningen.

 

Inhoud

Sociale spanningen vormen vandaag de dag - en door de eeuwen heen - een belangrijk thema. Van (online) radicalisering tot de worsteling met diversiteit in onze samenleving van rellen in een volkswijk tot de komst van vluchtelingen naar Nederland, en van verzet tegen de coronamaatregelen tot boerenprotesten: sociale spanningen en sociale stabiliteit vormen een prominent vraagstuk in onze maatschappij. Zowel binnen de overheid als binnen de samenleving speelt het vraagstuk hoe om te gaan met deze spanningen. Hoe kunnen overheid en samenleving het beste streven naar het bevorderen van sociale stabiliteit?

Het antwoord ligt in het verlengde van de verbinding tussen overheid en samenleving. De taak om sociale spanningen tegen te gaan en sociale stabiliteit te bevorderen is deels de verantwoordelijkheid van de overheid en de overheid heeft de samenleving hierbij nodig. Het onderwijs kan bij dit streven een belangrijke rol spelen, zowel door aandacht te besteden aan dit thema als toekomstige professionals op te leiden die kennis en vaardigheden bezitten met betrekking tot sociale stabiliteit.

In de minor gaan we op zoek naar wat er kan worden gedaan om sociale spanningen tegen te gaan en de sociale stabiliteit in onze maatschappij te bevorderen. We kiezen hierbij voor een integrale benadering en kijken zowel naar de problematiek die aan sociale spanningen ten grondslag ligt, de manier waarop sociale spanningen zichtbaar zijn en naar beleid waarmee wordt geprobeerd sociale stabiliteit in onze samenleving te bevorderen. Vanuit een multidisciplinair perspectief gaan studenten in deze minor diverse aan sociale spanningen en sociale stabiliteit gerelateerde thema’s bestuderen en leren zij hoe om te gaan met sociale spanningen. Het analyseren van deelonderwerpen en het ontwerpen van beleidsinterventies zijn hier onderdeel van.

De minor bevat zowel theorie- als praktijkonderdelen en bestaat uit hoorcolleges, werkcolleges, gastcolleges, werkbezoeken, debatten en practica. Studenten dienen zowel op de hogeschool als op locatie met het onderwerp aan de slag te gaan.

 

Het programma bestaat uit twee delen. Allereerst een deel waarin voor de student het onderwerp sociale spanningen geïntroduceerd zal worden, en algemene theorie over dit onderwerp aan bod zal komen. Daarna zullen we met casuïstiek aan de slag gaan, deze zal goed aansluiten bij de actualiteit en ook zal het debat over deze onderwerpen hierbij centraal staan.

In het tweede deel zullen we ons meer richten op beleid m.b.t. het omgaan met sociale spanningen in Nederland. Hier zullen we weer aansluitende casuïstiek bij behandelen, en ook middels de dialoog en deep democracy kijken hoe we uitkomsten kunnen vinden uit deze spanningen.

 

Deel 1

1. Theorie omtrent sociale spanningen- week 1 en 2

In het eerste deel van de minor, dat twee weken duurt, zal uiteenlopende literatuur over sociale stabiliteit worden behandeld. Dit deel vormt een introductie op het thema sociale spanningen en sociale stabiliteit.

 

2. Casussen - week 3 t/m 8

In dit onderdeel van de minor, dat zes weken duurt, zal aan de slag gegaan worden met concrete casussen die aansluiten bij de (recente) actualiteit. Hierbij werken we o.a. samen met de Expertise-Unit Sociale Stabiliteit van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Directie Samenleving en Integratie. In dit deel zullen drie verschillende casussen vanuit drie verschillende perspectieven behandeld worden. Dit gedeelte zal zowel op de Hogeschool als op locatie plaatsvinden. De drie casussen die in dit deel behandeld zullen worden zijn: Online Spanningen, de Coronacrisis & Klimaat en Boerenprotesten

 

Toetsweek – week 9

 

Deel 2

 

3. Theorie omtrent beleid – week 10 en 11

In het tweede deel van de minor zullen we ingaan om het beleid dat gemaakt kan worden op het gebied van sociale spanningen, en hoe we middels dialoog en deep democracy hier uit kunnen komen.

 

4. Casussen - week 12 t/m 17

 

In de casussen in het tweede deel van de minor zullen we meer proberen in te gaan op casussen die al langer spelen, of in het verleden lichten, om zo niet alleen te kijken wat er gebeurde, maar ook hoe deze casussen aangevangen zijn. Ook in dit deel zullen drie verschillende casussen vanuit drie verschillende perspectieven behandeld worden, zowel op de Hogeschool als op locatie. De drie casussen die in dit deel behandeld zullen worden zijn: Spanningen in een Volkswijk, de opvang van Vluchtelingen en de Worsteling met Diversiteit.

 

Overzicht Programma

 

Week 1

Theorie sociale spanningen Marco

Week 2

Theorie sociale spanningen Marco

Week 3

Casus Online spanningen

Week 4

Casus Online spanningen

Week 5

Casus coronacrisis

Week 6

Casus coronacrisis

Week 7

Casus boerenprotesten

Week 8

Casus boerenprotesten

Week 9

Toetsweek

Week 10

Theorie beleid sociale spanningen

Week 11

Theorie beleid sociale spanningen

Week 12

Casus spanningen in een volkswijk

Week 13

Casus spanningen in een volkswijk

Week 14

Casus opvang vluchtelingen

Week 15

Casus opvang vluchtelingen

Week 16

Casus worsteling met diversiteit

Week 17

Casus worsteling met diversiteit

Week 18

Toetsweek

Week 19

studieweek

Week 20

Herkansing

1. 1.      Kennisleerdoel: de student kan uitleggen waar spanningen in de samenleving over gaan en wat hieraan ten grondslag ligt.

   2.      Kennisleerdoel: de student raakt bekend met casuïstiek waarover in de samenleving spanningen bestaan en kan die casussen beschrijven 

   3.      Kennisleerdoel: de student kan verschillende actoren in kaart brengen die betrokken zijn bij spanningen in de samenleving in kaart brengen. 

    

   4.      Vaardighedenleerdoel spreken: de student kan beargumenteerd stelling nemen in een debat over een spanning in de samenleving

   5.      Vaardighedenleerdoel spreken: de student kan een dialoog voeren met verschillende partijen over een spanning in de samenleving

   6.      Vaardighedenleerdoel spreken: de student kan middels de deep democracy methode binnen een team met verschillende individuen met verschillende belangen tot een (unanieme) beslissing komen.

    

   7.      Vaardighedenleerdoel schrijven: de student kan onderzoek doen naar een thema dat gerelateerd is aan spanningen in de samenleving

   8.      Vaardighedenleerdoel schrijven: de student kan beargumenteerd stelling nemen in een paper over een spanning in de samenleving

   9.      Vaardighedenleerdoel schrijven: de student kan een ex-ante beleidsevaluatie uitvoeren over een beleidsstuk dat een spanning in de samenleving aangaat

    

   10.   Vaardigheidsleerdoel presenteren: de student kan een presentatie geven over een onderwerp dat aansluit bij de thematiek van de minor.

Er zijn geen kwalitatieve ingangseisen van de minor, behalve dan vloeiende beheersing van het Nederlands. Hiermee wordt bedoeld dat de minor geheel Nederlandstalig is en dat een internationale student die deze minor wil volgen deze taal dus goed moet beheersen. Een student dient vooral gemotiveerd te zijn om met de thematiek van de minor aan de slag te gaan.  

Online teksten die t.z.t. beschikbaar zullen worden gesteld op Brightspace 

Werkvormen: De minor zal bestaan uit hoor-en werkcolleges. In de hoorcolleges zullen inhoudelijke thema’s aan bod komen. In de werkcolleges zullen we ons vooral richten op vaardigheden. Denk hierbij aan discussie- en debatvaardigheden, presenteren en schrijven.  Dit heeft directe relatie met de te verwerven competenties/ einddoelen.

 

Studielast: Per week zullen er 4 hoorcolleges van 1,5 uur, dus 6 uur in totaal zijn.

 

Werkcolleges zijn 3x 1 uur, dus 3 uur in totaal.

 

Daarnaast zullen er in een aantal weken werkbezoeken plaatsvinden, de tijd studenten hieraan kwijt zijn is nog niet bekend.   

 

Het aantal zelfstudie-uren zal dan tussen de 20 en 30 uur per week liggen, mede afhankelijk van de tijd die studenten kwijt zullen zijn aan het aantal werkbezoeken.

• Toetsing van de minor

   

  ·        De student maakt theorietentamens in week 9 en week 18. Dit examen beslaat de theorie uit de voorafgaande casusweken eb de theoriecolleges.

  ·        De student oefent de gespreksvormen debatteren, dialoog en de besluitvormingsvorm deep democracy tijdens vaardighedenassessments.

  ·        De student schrijft een onderzoekspaper over een onderwerp naar keuze. Hiervoor wordt een onderzoeksopzet ingeleverd.

   

  Weging toetsen:

   

  1.      Theorie tentamens 30%

  2.      Individuele papers 30%

  3.      Assessments 30%

  4.      Presentatie 10%

   

  Alle toetsen kunnen worden herkanst indien nodig. Echter, elke toets dient individueel met een voldoende te worden afgesloten om de studiepunten voor de minor te kunnen behalen. Indien er geen voldoende is behaald voor de onderzoeksopzet kan de student niet het paper (rapportage) schrijven en valt hij of zij dus af.

   

  Week

  Projectgroep

  status

  herkansing

  4, 6 en 8

  Assessments debatteren en dialoog

  Toets

  Week 20

  13, 15 en 17

  Assessments deep democracy

  Toets

  Week 20

  3 t/m 8 & 12 t/m 17

  Presentaties

  Toets

  Week 20

  9 en 18

  Tentamens

  Toets

  Week 20

  8

  Onderzoeksopzet

  Toets

  Week 11

  17

  Paper

  Toets

  Week 20

   

   

   

   

   

In deze minor komen de WIN-thema's nadrukkelijk naar voren.

Als eerste ligt de nadruk sterk op het bevorderen van (wereld)burgerschap in deze minor, omdat we ons richten op samenlevingsvraagstukken waar goed burgerschap cruciaal voor is.

Daarnaast zit er ook een sterkte internationale component verwezen in onze minor omdat veel van de spanningen waar we mee aan de slag gaan ofwel voortkomen uit gebeurtenissen in het buitenland, ofwel onderdeel zijn van internationale trends.

We zullen voor deze minor dan ook zeker regelmatig over de grens kijken. Tot slot is het belang van het opbouwen van netwerken bij met name de aanpak van spanningen in de samenleving van groot belang. 

 

Werkvormen: De minor zal bestaan uit hoor-en werkcolleges. In de hoorcolleges zullen inhoudelijke thema’s aan bod komen. In de werkcolleges zullen we ons vooral richten op vaardigheden. Denk hierbij aan discussie- en debatvaardigheden, presenteren en schrijven.  Dit heeft directe relatie met de te verwerven competenties/ einddoelen.  

Studielast: Per week zullen er 4 hoorcolleges van 1,5 uur, dus 6 uur in totaal zijn. 

Werkcolleges zijn 3x 1 uur, dus 3 uur in totaal.  

Daarnaast zullen er in een aantal weken werkbezoeken plaatsvinden, de tijd studenten hieraan kwijt zijn is nog niet bekend.    

Het aantal zelfstudie-uren zal dan tussen de 20 en 30 uur per week liggen, mede afhankelijk van de tijd die studenten kwijt zullen zijn aan het aantal werkbezoeken.