Wil jij je sterk maken voor goed rekenonderwijs? Wil jij ervoor zorgen dat ieder kind het rekenonderwijs krijgt dat het verdient? Wil jij het verschil maken voor je leerlingen en écht goed rekenonderwijs bieden? Dan is deze minor iets voor jou! 

De onderwijsraad wil dat er meer aandacht is voor taal- en rekenonderwijs. Op basisscholen is het rekenonderwijs vaak een speerpunt. Veel leerlingen halen het streefniveau niet, waardoor het voor hen op latere leeftijd moeilijk is om mee te doen in de maatschappij.  

Tijdens deze minor nemen we het rekenonderwijs onder de loep. We kijken hoe je het rekenonderwijs kan vormgeven op een actieve, rijke en uitdagende wijze, die zorgt voor betere resultaten. Hierbij hebben wij oog voor verschillende vormen van lesgeven, differentiatie, begeleiding en toetsing.  

Naast de reguliere bijeenkomsten zijn er gastcolleges (bijvoorbeeld over bewegend leren, Met Sprongen Vooruit en hoogbegaafdheid) en een excursie naar een museum (bijvoorbeeld de rekententoonstelling van het Boerhaave).  

Om je verdieping van het rekenonderwijs te kunnen koppelen aan de praktijk loop je minimaal één dag in de week stage op een plek naar keuze. Denk hierbij aan regulier- speciaal- en of voorgezet onderwijs of je loopt mee met een intern begeleider of onderwijsadviseur. 

Na het volgen van deze minor ben jij in staat om voortrekker voor het rekenonderwijs op je toekomstige basisschool te zijn. Je kunt medestudenten en collega-leerkrachten inspireren en meedenken over goed rekenonderwijs, omdat je ook je eigen rekenvisie hebt gevormd. 

Na deze minor: 

• Heb je kennis van belangrijke, actuele (binnen- en buitenlandse) ontwikkelingen in het reken- en wiskundeonderwijs; zowel op het gebied van didactiek als gecijferdheid; 
• Kun je een persoonlijk standpunt formuleren en beargumenteren met betrekking tot de verschillende denkbeelden over reken- en wiskundeonderwijs die er zijn; 
• Kun je je visie, didactiek en leerlijnen integreren in uitdagende en rijke reken-wiskundelessen; 
• Heb je kennis over doorlopende leerlijnen,  

referentieniveaus en kerndoelen en kun je dit toepassen in jouw rekenonderwijs. 

• Kun je specifieke leer- of begripsmoeilijkheden van leerlingen op rekengebied onderkennen, analyseren en oplossingen aandragen; 
• Kun je een (groeps- en individueel) onderzoek opzetten en uitvoeren aan de hand van een vraag uit de praktijk; 
• Laat je zien dat je met andere ‘vakexperts’ en collega's kunt samenwerken en deze kunt inspireren. 
• Kun je een vernieuwend rekenproduct ontwikkelen dat bijdraagt aan de ontwikkeling van de school, de  
• leerkrachten, de klas, de leerling, de ouders en/of het beroepenveld. 

Derde en vierdejaars studenten Pabo 

Groenestijn, M. van , e.a. (2011). Protocol Ernstige RekenWiskunde-problemen en Dyscalculie (ERWD). Assen: Van Gorcum. 

Studentabonnement op vaktijdschrift Volgens Bartjens. 

Verder zullen veel artikelen en literatuur(verwijzingen) worden aangeboden op it’s learning waaruit je een keuze kunt maken. 

11 bijeenkomsten van 4 uur op donderdag 

• Vakdossier (bestaande uit diverse opdrachten) (V/O, kwal); 
• een Meesterstuk (bestaande uit rekenproduct, handleiding, verslag) (cijfer, 100%).