Kies op maat

Inloggen Menu

De wervelkolom centraal

Ben jij altijd al geïnteresseerd geweest in de wervelkolom, dan is deze minor iets voor jou!

De minor ''de wervelkolom centraal'' aan de hogeschool Leiden bied je de mogelijkheid om je te specialiseren in dit vakgebied en je voor te bereiden op de masteropleiding manuele therapie. Met de opgedane kennis en vaardigheden ben je goed uitgerust om patiënten met wervelkolomgerelateerde aandoeningen te behandelen en te begeleiden naar herstel.

 

Deze minor gaat dieper in op de verschillende regio's van de wervelkolom (cervicaal, thoracaal, lumbaal en sacraal). De bijbehorende pathologieën en de rol van de wervelkolom in ketenproblematiek zullen tijdens de minor belicht worden. Hierdoor wordt doorstroom naar de Master Manuele therapie eenvoudiger.

 

Je wordt uitgedaagd om verdieping te zoeken in het klinisch redeneerproces en daarbij gebruik te maken van o.a. neurodynamica, cognitieve functionele therapie en manuele vaardigheden die relevant zijn voor het behandelen van wervelkolomgerelateerde aandoeningen. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan pijnmanagement, zorgtechnologie, evidence-based practice en het onderbouwen van je handelen door middel van verschillende opdrachten.

 

We focussen op de praktische toepassing van de opgedane kennis. De functionele anatomie wordt ondersteund door een snijzaal bezoek. Je ontwikkelt een diepgaand begrip van de anatomie en functie van de wervelkolom.

 

Beroepsauthentieke situaties worden ingezet om je uit te dagen om kennis en vaardigheden toe te passen in een realistische setting.

Leerdoelen

  • Je diagnosticeert en behandelt op een manueel therapeutische/ musculoskeletale wijze, cliënten met (aanhoudende) wervelkolom en wervelkolom gerelateerde klachten op basis van de beschikbare richtlijnen en standaarden van KNGF, NVMT en NHG met als resultaat dat de reële hulpvraag van de cliënt gerealiseerd wordt. Je analyseert het probleem van de cliënt op een holistische wijze waarbij de hulpvraag van de cliënt centraal staat.
  • Middels het casereport beschrijf je op basis van recente wetenschappelijke literatuur een diagnostisch en therapeutisch proces van een client met een wervelkolom gerelateerde klacht vanuit de stage met als resultaat dat je op een wetenschappelijk onderbouwde wijze kunt handelen. 

 

Leerdoelen:

Algemeen: 

  • De student heeft kennis van de basis(principes) binnen de wervelkolomgerelateerde fysiotherapie (namelijk: fysiotherapeutisch methodisch handelen (FMH), klinisch redeneren, wervelkolom gerelateerde pathologie, neurodynamica, CFT, pijn, osteokinematica, artrokinematica, functionele anatomie, communicatie, keten denken, zorgtechnologie, evidence based practice (EBP) en practice based evidence (PBE)).

FMH/Klinisch redeneren:

  • Diagnostisch proces: de student voert alle stappen van het FMH en klinisch redeneren op het juiste moment uit met gebruikmaking van EBP (screening, anamnese, onderzoek, analyse en fysiotherapeutische diagnose) bij complexe wervelkolomgerelateerde klachten, waarbij een verdiepingsslag is gemaakt in de onderbouwing van het handelen.
  • De student maakt gebruik van aangeboden onderzoeksclusters
  • Therapeutisch proces: de student voert alle stappen van het FMH en klinisch redeneren op het juiste moment uit met gebruikmaking van EBP (behandelplan inclusief hoofddoel en subdoelen, behandeling, tussen- en eindevaluatie en afsluiting) bij complexe wervelkolomgerelateerde klachten, waarbij een verdiepingsslag is gemaakt in de onderbouwing van het handelen.
  • De student maakt gebruik van therapeutische vaardigheden gericht op de wervelkolom (zoals regionaal en segmentaal mobiliseren, neurodynamica, CFT, keten denken en communicatie).

Eigen regie/ zelfmanagement: 

  • De student implementeert de KNGF-richtlijn zelfmanagement en lage rugpijn en LRS bij het diagnosticeren en behandelen van complexe wervelkolomgerelateerde klachten.

Pijn: 

  • De student kan de etiologische en prognostische factoren benoemen zoals beschreven in de KNGF-richtlijn Nekpijn en lage rugpijn en LRS.
  • De student benoemt de pijnindeling volgens IASP en inventariseert de pijnindeling bij de patiënt.
  • De student legt uit wat chronische pijn is aan de hand van verschillen pijn verklaringsmodellen.

Casereport:

  • De student gebruikt zelfstandig zoekstrategieën om RCT’s, reviews en/of meta-analyses te vinden in relevante (internationale) literatuurdatabases en past de gevonden resultaten zelfstandig toe in het ontwikkelen en onderbouwen van het fysiotherapeutisch handelen. De student beschrijft dit in het case report.

Stage:

  • De student heeft leerervaringen opgedaan in een praktijk waar een manueeltherapeut werkzaam is en kan deze omzetten naar algemene manueel therapeutische beroepscompetenties.

Zorgtechnologie:

  • De student weet welke verschillende soorten zorgtechnologie toe te passen zijn in de manueel therapeutische setting.
  • De student beoordeelt de zorgtechnologie op praktische relevantie.

Student implementeert de zorgtechnologie in het werkveld.

Ingangseisen

Studenten van de voltijdse opleiding Fysiotherapie.

Fase opleiding: derde of vierde jaar

In bezit van Propedeuse

Literatuur

DeStefano, A. Lisa, Greenman’s Principles of Manual Medicine, Wolters Kluwer, fifth edition, ISBN-13: 978-1-4511-9390-9.

 

Bogduk, N, Clinical and radiological anatomy of the lumbar spine, Churchill, Livingstone Elsevier, fifth edition, ISBN: 978-0-7020-4342-0.

 

Lohman A.H.M., Vorm en beweging, Bohn, Stafleu en van Loghum,11e herziene druk, ISBN: 978-90-313-5147-3.

 

Putz R., Pabst R., Sobotta, atlas van de menselijke anatomie, Bohn, Stafleu en van Loghum, Deel 1: ISBN 90-313-4712-4, deel 2: ISBN 90-313-4713-2.

 

Snijders J. et al, Biomechanica van het spier- skeletstelsel, Elsevier Gezondheidszorg, ISBN: 90-352-2747-6.

 

Magee David J., Orthopedic Physical assessment, Elsevier, 6th edition, ISBN: 978-1-4557-0977-9.

 

Lohman A.H.M., Vorm en beweging, Bohn, Stafleu en van Loghum,11e herziene druk, ISBN: 978-90-313-5147-3. 

 

Putz R., Pabst R., Sobotta, atlas van de menselijke anatomie, Bohn, Stafleu en van Loghum, Deel 1: ISBN 90-313-4712-4, deel 2: ISBN 90-313-4713-2. 

 

Snijders J. et al, Biomechanica van het spier- skeletstelsel, Elsevier Gezondheidszorg, ISBN: 90-352-2747-6. 

 

Magee David J., Orthopedic Physical assessment, Elsevier, 6th edition, ISBN: 978-1-4557-0977-9. 

Rooster

Je wordt geacht voltijd te studeren (40 uur per week) 

De werkelijke lessen zijn  op maandag woensdag en vrijdag 

Toetsing

  • Een aantal onderdelen (modelleeropdracht, zorgtechnologie opdracht, stageverslag en Critical Appraised Topic (CAT) zijn voorwaardelijk en moeten met een voldoende worden afgesloten.
  • Het eindcijfer wordt daarna bepaald door het gemiddelde van het cijfer van het casereport (minimaal 5,5) en het cijfer van de praktijktoets (minimaal 5,5).

Aanvullende informatie

Heb je vragen of wil je meer weten kan je contact opnemen met onderstaand mailadres.

weijsenfeld.e@hsleiden.nl