Kies op maat

Inloggen Menu

Communicatie? Mij 'n zorg! (VT)

Mevrouw Maddaoui voelt zich de laatste tijd anders dan anders. Ze huilt veel en merkt dat ze niet zoveel energie heeft als normaal. De huisarts verwijst haar naar de psycholoog. Voor het consult, krijgt mevrouw een e-mail. Ze moet een digitale vragenlijst invullen over haar gezondheid. Dit lukt haar niet goed, want de vragen zijn in het Nederlands en dat vindt ze moeilijk. Nederlands is niet haar moedertaal en ze heeft moeite met lezen en schrijven. Wanneer ze bij de psycholoog aankomt, ziet poli-assistent Robin dat de vragenlijst niet compleet is. Nu vertraagt het hele spreekuur! Robin stuurt geïrriteerd een mailtje aan de afdeling planning, dat ze patiënten voortaan duidelijker moeten zeggen dat ze hun vragenlijst vooraf moeten invullen. Mevrouw Maddaoui schrikt: wil de psycholoog haar niet spreken? Misschien heeft ze wel iets ernstigs in haar hoofd, wordt ze nu nog wel geholpen?

Waar gaat deze minor over?

Net als in veel andere organisaties, speelt communicatie een essentiële rol in de zorg. Voor patiënten/cliënten is communicatie met hun zorgprofessional soms lastig, omdat zij bang of ongerust zijn, pijn hebben en/of moeite met communicatie hebben. In veel zorgopleidingen is weliswaar aandacht voor communicatie met patiënten of cliënten, maar zorgprofessionals hebben geen communicatie gestudeerd en moeten er tóch veel van af weten. Zorgverlenende organisaties krijgen te maken met een grote diversiteit aan patiënten/cliënten én zorgprofessionals. Bovendien verandert de manier waarop zorg verleend wordt ook door technologische innovaties als e-consulten en het EPD.

Welke studenten zoeken we?

Dit vraagt om interdisciplinair/interprofessioneel werkende zorgprofessionals (zoals verpleegkundigen en logopedisten) die kennis hebben van interpersoonlijke en bedrijfskundige communicatie. Het vraagt ook om interdisciplinair werkende vakspecialisten, zoals bedrijfskundigen, HRM’ers, social workers en communicatiedeskundigen die de wereld van zorg kennen en begrijpen. 

Leerdoelen

Na het volgen van deze minor:

1 Heb je voldoende kennis en inzicht van (de laatste ontwikkelingen in) de thema’s interne communicatie, interpersoonlijke communicatie en externe communicatie in een aan zorg gerelateerde context. (toetsing via tentamen 5 EC, individueel en position paper 5 EC, individueel)

2 Kun je de opgedane kennis en inzicht op professionele wijze toepassen door het doen van onderzoek (analyseren) en het opstellen van advies (synthetiseren) en kun je gegeven advies beoordelen (oordeelsvorming). (toetsing via tentamen en praktijkopdrachten, 5 EC per opdracht, groepsopdrachten)

3 Ben je in staat om informatie, ideeën en oplossingen effectief over te brengen (communicatie) op cliënten, patiënten, collega's, samenwerkingspartners of opdrachtgevers (toetsing: praktijkopdrachten).

4 Ben je in staat om lacunes in je eigen kennis, inzicht en vaardigheden te detecteren en kun je een plan van aanpak maken om die lacune autonoom aan te pakken. (toetsing via individuele persoonlijke reflectieopdracht gekoppeld aan één van de drie thema's 5 EC)

In deze minor staat de rol ‘communicator’ (voor het thema interpersoonlijke communicatie) uit de CanMEDS-rollen voor zorgprofessionals centraal, met daaraan gekoppeld de rol ‘organisator’/‘manager’ (voor het thema externe communicatie) en ‘samenwerkingspartner’ (voor het thema interne communicatie). 

Ingangseisen

Je zit minimaal in het derde of vierde jaar van je opleiding en voldoet aan de eisen van je eigen opleiding om een minor bij een andere onderwijsinstelling te volgen.

Literatuur

Bij de drie thema's worden verschillende vormen van literatuur gekozen, zoals (les)boeken, wetenschappelijke artikelen, websites etc. Een voorlopig overzicht van literatuur:

Verhoef, J., C. Kuiper, C. Dekker-van Doorn, K. Neijenhuis, H. Rosendal (2015) Zorgbasics, praktijkgericht onderzoek. Boom Lemma Hoger Onderwijs

Neijenhuis, K. (2018) Zorg voor Communicatie. Een goed gesprek is in balans.

Koeleman, H. (2018) Interne communicatie, Strategieën, methoden en rollen. Boom.

Toetsing

De minor kent een theoriegedeelte (10 EC) en een praktijkgedeelte (20 EC). 

Het theoriedeel wordt getoetst mbv een open boek tentamen (50 %) met open vragen (toepassing, synthese en analyse) en een position paper (50 %) over een actueel (minorgerelateerd) onderwerp naar keuze (5 +5 =10 EC theorie). Dit gedeelte is individueel.

Het praktijkgedeelte bestaat uit drie praktijkopdrachten (één per thema) die elk even zwaar meetellen (3 x 5 = 15 EC in groepsopdrachten) en een persoonlijke reflectieopdracht (5 EC, individueel). Dit maakt 15 + 5 = 20 EC voor praktijk. De verschillende onderdelen moeten behaald worden en mogen niet onderling gecompenseerd worden.

Studenten van Hbo-V flexibele deeltijd en duaal nemen deel aan de onderdelen: tentamen, position paper, reflectieopdracht en één praktijkopdracht die wordt uitgevoerd op de eigen werkplek.

Aanvullende informatie