Veel mensen zijn er wel bekend mee: op een feestje vind je het leuk om te vertellen over dat duurzame kledingstuk wat je hebt gekocht, maar voor elk van die kledingstukken zijn er ook vijf die op de traditionele manier worden geproduceerd. Waarom maken we de keuzes die we maken? Gedragseconomen houden zich bezig met hoe keuzes tot stand komen en hoe we die keuzes kunnen beïnvloeden. In deze minor zetten we die tools en principes in om de wereld (een stukje) mooier en beter te maken. Hoe werkt het menselijk brein? Hoe komt (keuze)gedrag tot stand? Je ontwerpt, op basis van principes uit bijvoorbeeld de psychologie, neurologie en evolutietheorie, een interventie (keuze architectuur) om dat gedrag te beïnvloeden. Zo verander je de wereld door mensen net dat zetje de juiste richting op te duwen. Hoe kun je er voor zorgen dat mensen hun sigarettenpeuken niet op straat gooien? Hoe stuur je consumenten richting meer duurzame kledingkeuzes? Of hoe zorg je ervoor dat mensen zich registeren als orgaandonor? In deze minor ga je niet alleen op zoek naar het antwoord op dergelijke vragen, je test jouw interventie in de praktijk om zo daadwerkelijk gedrag te veranderen. Met behulp van een portfolio toon je aan bekwaam te zijn in de gevraagde competenties.  Zo leer je de wereld stap voor stap een stukje mooier en beter te maken.

 

Keuzegedrag

Je maakt gebruik van behavioural economics methodieken zodat je gedragsverandering realiseert die bijdraagt aan sociaal maatschappelijke en ecologische doelen. Dit moet passen binnen het kernthema Betekeniseconomie, één van de vier thema’s van de Hogeschool Rotterdam Business School en het Kenniscentrum Business Innovation. Daarnaast maak je gebruik van methodieken uit het economisch domein om doelen na te streven die anders zijn dan financiële doelen.

Het gedrag van individuen speelt een belangrijke rol bij het wel of niet slagen van doelen in de verschillende transities[1], die direct invloed hebben op sociale doelstellingen vanuit de overheid en instellingen. Ook het bedrijfsleven moet hier meer mee bezig zijn, denk aan maatschappelijk ondernemen. Wanneer Eneco een slimme meter introduceert die deels een investering vanuit de klant vraagt maar die ook leidt tot verdere bezuinigingen bij zowel Eneco als de consument, dan kan dat van invloed zijn op het beslisproces.

Veel opleidingen van de Hogeschool Rotterdam en daarbuiten besteden aandacht  aan gedragsverandering. De meeste richten zich op duurzame gedragsverandering op de langere termijn en veelal op het verbreden van perspectief en bewustwording.

De minor Gedragsverandering geeft je tools om direct invloed te hebben op het keuzegedrag van individuen en groepen. Door samen te werken met studenten van verschillende opleidingen die allemaal geleerd hebben over bewustzijnsverandering vanuit een ander perspectief breid je je repertoire uit. Je leert hoe jet de stap maakt van bewustzijnsverandering naar daadwerkelijke gedragsverandering.

[1] Denk aan klimaattransitie, grondstoffentransitie, voedseltransitie

 

Rooster

 We werken met verschillende vormen van contacttijd: individuele zelfstudie, groeps-zelfstudie, door student gestuurde contacttijd en door de docent gestuurde contacttijd.

 In de eerste vijf weken is de tijdsverdeling als volgt: We streven na 3 contactmomenten per week. Deze worden ingevuld door verdieping op de stof d.m.v. hoorcolleges en gastcolleges, werkcolleges in klassen én coachings- feedbackmomenten. Daarnaast doen we experimenten, werksessies zoals prototyping en ideation technieken (bijvoorbeeld brainstorming).

De student is in staat wetenschappelijke (gedragseconomische) inzichten en methodieken, over menselijk gedrag en de werking van het brein, in te zetten om keuzegedrag te beïnvloeden en zo gedragsverandering voor positieve sociale impact te realiseren.

Daarvoor werk je aan de volgende subdoelen:

• Brein & gedrag: Je hebt diepgaand inzicht in (keuze)gedrag vanuit zowel interne (o.a. psychologie/het brein) als externe (o.a. omgeving/sociologisch) beïnvloedingsfactoren.
• Decision science: Je kan ‘decision science’ principes (persuasion principles) uit verschillende wetenschappelijke disciplines toepassen om gedragsverandering te realiseren.
• Choice architecture/interventie ontwerpen Je kan, middels choice-architecture, een deugdelijke interventie ontwerpen die het (keuze)gedrag van individuen of groepen (positief) kan beïnvloeden.
• Je kan gedragsinterventie in de praktijk uitvoeren en bijsturen, en daarmee meetbare positieve sociale impact realiseren in lijn met de doelstellingen van de opdrachtgever.

De minor staat open voor studenten uit alle opleidingsrichtingen. We streven juist naar een mix van studenten met uiteenlopende achtergronden. Naast studenten van de Hogeschool Rotterdam Business School (Finance, Management, Commerce, RBS) staan we nadrukkelijk open voor studenten uit het Instituut voor Sociale opleidingen en Zorg, technische opleidingen en vanuit het creatieve domein.

Zoals geldend binnen alle minoren van de Hogeschool Rotterdam Business School is het een vereiste om de stage te hebben afgerond.

Let op: binnen de minor wordt veelvuldig gebruik gemaakt van kwalitatief onderzoek (denk aan observaties/interviews/focusgroepen). Ervaring is niet vereist, maar we adviseren om, voorafgaand aan deze minor, basiskennis kwalitatief onderzoek op te doen. Bij aanmelding ontvang je in de mail achtergrondmateriaal en tips om je hier op voor te bereiden.

Het programma bestaat uit een geïntegreerde praktijk- en kennislijn. Dit betekent dat we deze lijnen niet afzonderlijk toetsen of beoordelen, maar als één geheel (we noemen dit programmatisch toetsen). Tijdens de minor ben je enerzijds jezelf aan het ontwikkelen door kennis in je op te nemen over het vraagstuk. Anderzijds ben je bezig met het toepassen van die kennis bij verschillende partijen in de praktijk, waarin je advies uitbrengt en zo die partijen een stapje verder helpt. Je reflecteert continu op het resultaat, de aanpak (proces) en je eigen persoonlijke bijdrage en ontwikkeling. Tussendoor zijn er momenten waarin we monitoren waar je staat. Dat doen we door bijvoorbeeld tussenproducten, presentaties al dan niet aan stakeholders en coachgesprekken per team. Op deze momenten krijg je ook (formatieve) feedback van een docent, medestudent of mensen uit het werkveld. Jij geeft ook feedback aan anderen.

Je legt vanaf het begin een portfolio aan waarin je bewijzen en verantwoording verzamelt, zoals de tussenproducten, het eindproduct, feedback. In dit portfolio laat je je ontwikkeling zien en bewijs je dat je voldoet aan de competenties. Je levert je portfolio een week voor de toetsweek in. Daarnaast maken we gebruik  van een criteriumgericht interview om de student de mogelijkheid tot verdere verduidelijking te geven. Het criteriumgericht interview en het portfolio krijgen samen één eindcijfer.

Meer informatie over opzet en eisen aan het portfolio volgen bij de start van de minor, evenals de rubric.

Verplichte literatuur

• De kunst van het gedrag ontwerpen – Astrid Groenewegen (ISBN:9789024451753)

Aanbevolen literatuur

• The Persuasion Code – Morin & Renvoise
• Misbehaving: The Making of Behavioral Economics - Richard Thaler
• How to Get People to Do Stuff - Susan Weinschenk
• De 33 beste psychologische beïnvloedingstechnieken uit de reclame - Rick van Baaren, Matthijs van Leeuwen, Marc Andrews
• Influence: The Psychology of Persuasion – Robert Cialdini
• Nudge: Improving Decisions About Health, Wealth, and Happiness – Richard Thaler
• Predictably Irrational, Revised and Expanded Edition: The Hidden Forces That Shape Our Decisions- Dan Ariely
• Thinking, Fast and Slow – Daniel Kahneman
• Change for Good – Bernard Ross & Omar Mahmoud
• Brainfluence – Roger Dooley
• How Change Happens – Cass R. Sunstein

Kom ook naar onze online voorlichting

Voorlichting 2 april 16:00 - 16:30