Introductie
Deze minor is specifiek ontwikkeld voor studenten die een beeldende kunst of vormgeving opleiding volgen en interesse hebben in kunsteducatie. Daarbij werken we samen met experts van de WDKA en kunsteducatieve instellingen in de stad Rotterdam. Je leert je eigen makerschap te verbinden aan educatie en het actuele maatschappelijk debat (wij richten ons op ecologische duurzaamheid, nieuwe technologie, onderwijs, scholing en inclusiviteit). Je gaat aan de slag vanuit het perspectief als maker-pedagoog. Een maker-pedagoog is een kunstenaar/ontwerper die het makerschap als uitgangspunt neemt voor educatie. Als wij het over educatie hebben, hebben we het over onderwijs zoals het primair, voortgezet onderwijs en MBO en over het buitenschoolse veld van museumeducatie, kunstencentra of educatieve programmering bij festivals e.a. In deze minor wordt educatie gezien als bemiddelaar tussen kunst/vormgeving en publiek, als tussenruimte waar kunst, ontwerp en publiek samenkomen. Daarbij is onderzoek naar de inzet van technologie, diverse opkomende media, software en hardware onmisbaar als middel.

Stage
Stage in het kunsteducatieve veld en intervisie zijn onderdeel van het programma. Daarbij krijg je hands-on houvast in lessen. Eventuele ervaring die je hebt binnen kunsteducatie kan je inzetten voor deze minor. De docenten gaan hierover met je in gesprek zodat je deze ervaring kan linken met je ambities voor deze minor en op die manier invulling kan geven aan opdrachten en stages. Zo wordt het onderwijs gedeeltelijk op maat gemaakt.

Bevoegdheid
Deze minor van 30 ec kan worden ingezet als opstap naar het behalen van een lesbevoegdheid in de beeldende vakken. Een lesbevoegdheid docent beeldende kunst en vormgeving is een vereiste om binnen de context van het formele onderwijs (PO/VO/MBO) als vaste docent aan de slag te mogen. Daarnaast is zo'n bevoegdheid veelal een pre bij buitenschoolse educatieve organisaties. Indien de minor met goed gevolg* is afgesloten kan het worden meegenomen in een eventuele kopstudie (verkorte deeltijd) van 120 ec. Dit 2-jarige traject kan dan met een half jaar worden verkort.

*Met goed gevolg betekent een goed voor het onderdeel stage en intervisie en minimaal een voldoende voor de gehele minor

 

Lesoverzicht
De minor is opgedeeld in drie blokken van vier weken die worden verbonden door het blok over onderzoek. Je start zo snel mogelijk met een stage en intervisie. De opbouw van de module loopt van aanbod naar vraag gestuurd. Je doet onder begeleiding onderzoek naar de centrale vragen over maken, onderzoek, educatie en maatschappij. Je hebt binnen de verschillende onderdelen ruimte om je interesse te verdiepen en je ideeën en lesopzet en prototypes te testen in de praktijk.

Studiepunten en studielast

De minor kent een studiebelasting van 30 studiepunten. Dit komt neer op 30x28 uur. Dit komt neer op 30×28 uur. Dit vertaalt zich in 18 lesweken met lessen op de dinsdagmiddag van 13 tot 18 uur, dinsdagavond van 17:50 tot 21:10 uur en op vrijdag van 9:00-17:00. Op deze dagen wordt actieve participatie verwacht tijdens de (online)bijeenkomsten, de klassikale momenten, de werkuren met je klasgenoot en werkbespreking momenten met je docenten. Buiten de contactmomenten op dinsdagavond en vrijdag zit de studiebelasting in het lopen van je stage en het ontwikkelen en uitvoeren van de opdrachten.

Interesse of vragen
Mail Ellen Oosterwijk (e.w.oosterwijk@hr.nl). Weet je al zeker dat je deze minor wil doen mail dan een korte motivatie mee.

Hoofddoel
De student maakt kennis met kunsteducatie en actuele ontwikkelen in het kunsteducatieve veld door stage, onderzoek, het ontwikkelen van een workshop en reflectie.

Subdoelen

• De student organiseert, neemt deel en reflecteert door een methodische reflectie op 3 intervisie bijeenkomsten (pedagogisch didactisch, interpersoonlijk en kritisch reflectief, onderzoekend competent).
• De student deelt zijn ervaringen en ideeën over een didactische experiment in een pagina voor een boek. (pedagogisch didactisch en artistiek competent).
• De student ontwikkelt samen met een klasgenoot een workshop van 4 uur waar nieuwe technologie, leren door te maken en artisticiteit centraal staan (pedagogisch didactisch, artistiek, interpersoonlijk en omgevingsgericht competent)
• De student werkt samen met klasgenoten aan een Wicked Problem van een opdrachtgever in de stad Rotterdam rond de thema's klimaat of inclusie. De presentatie over het Wicked Problem aan de opdrachtgever is een artistieke interventie. (artistiek, pedagogisch didactisch, interpersoonlijk, omgevingsgericht en kritisch reflectief/onderzoekend competent)
• De student toont inzicht in zijn eigen leerproces door de resultaten van de verschillende opdrachten op het zelfgekozen platform te plaatsen en daarop te reflecteren. Daarbij maakt de student een koppeling met eigen beroepspraktijk en bronnen.  (kritisch reflectief/onderzoekend, artistiek, omgevingsgericht competent) 

Students are required to send a portfolio and motivation. You will receive more information about this after you have registered for this minor on Kies op Maat and after approval of the Kies op Maat learning agreement (leerovereenkomst).

De minor is opgedeeld in drie blokken van vier weken die worden verbonden door het blok over onderzoek. In de lesplanning staat een korte beschrijving van de lesinhoud per week .
Je start zo snel mogelijk met een stage en intervisie. De opbouw van de module loopt van aanbod naar vraag gestuurd. Je doet onder begeleiding onderzoek naar de centrale vragen aan de hand van je ervaringen in je werk/stage praktijk, een aantal korte opdrachten en het onderzoekskwadrant. Je hebt binnen de verschillende onderdelen ruimte om je onderzoeksvraag te verdiepen en je ideeën en lesopzet en prototypes te testen in de praktijk.

Toetsvorm
Individueel
- Stage en stagereflectie. Beoordeling door stagedocent en stagebegeleider WDKA
- Platform. Beoordeling door 2 docenten uit het docententeam van de minor
Gezamenlijk
- Presentatie. Beoordeling door 2 docenten uit het docententeam

De onderdelen stage, platform en de presentatie tellen gelijkwaardig mee en dienen alle drie met een voldoende te zijn afgerond.

Formele criteria
• Je bent bij 80% van de lessen aanwezig en participeert actief binnen het programma van (online) lessen, de stations, excursies, debat, feedback en onderzoek. Dit is zichtbaar in de bijeenkomsten en op het platform.
• Je hebt notulen van minimaal 3 intervisie bijeenkomsten waar je actief aan hebt deelgenomen en een methodisch reflectie op deze bijeenkomsten.
• Je stagebeoordeling door je stagedocent van de WDKA is met een voldoende of goed afgerond.
Inhoudelijke criteria
• Je plaats de resultaten van de verschillende opdrachten op je platform en je reflecteert hierop. Daarbij maak je een koppeling met bronnen. Hierdoor toon je inzicht in je eigen leerproces.  (kritisch reflectief en onderzoekend, artistiek, omgevingsgericht)
• Op je platform is je onderzoek aan de hand van het onderzoekskwadrant zichtbaar en laat je zien dat je je eigen ideeën aan ideeën/visies/ontwikkelingen binnen het educatieve veld kan verbinden. (artistiek, omgevingsgericht, kritisch reflectief en onderzoekend)
• In de presentatie kun je samen met je duo de workshop op een heldere, innovatieve en artistieke manier overbrengen en daarop kritisch reflecteren waardoor de presentatie betekenisvol is voor de toehoorders (artistiek, interpersoonlijk, pedagogisch-didactisch en kritisch reflectief en onderzoekend)

Inhoudelijke criteria
• Je plaats de resultaten van de verschillende opdrachten op je platform en je reflecteert hierop. Daarbij maak je een koppeling met bronnen. Hierdoor toon je inzicht in je eigen leerproces.  (kritisch reflectief en onderzoekend, artistiek, omgevingsgericht)
• Op je platform is je onderzoek aan de hand van het onderzoekskwadrant zichtbaar en laat je zien dat je je eigen ideeën aan ideeën/visies/ontwikkelingen binnen het educatieve veld kan verbinden. (artistiek, omgevingsgericht, kritisch reflectief en onderzoekend)
• In de presentatie kun je samen met je duo de workshop op een heldere, innovatieve en artistieke manier overbrengen en daarop kritisch reflecteren waardoor de presentatie betekenisvol is voor de toehoorders (artistiek, interpersoonlijk, pedagogisch-didactisch en kritisch reflectief en onderzoekend)