Heb je passie voor oude gebouwen en cultureel erfgoed? En wil je ontdekken hoe je historische panden nieuw leven kunt geven met een duurzame toekomst? In de minor Herbestemming en Verduurzaming Erfgoed werk je samen met anderen aan praktijkopdrachten en leer je wat er komt kijken bij het transformeren en verduurzamen van bestaande gebouwen.

Inhoud van de minor

In deze keuzeminor leer je bestaande gebouwen analyseren en vertalen naar nieuwe functies in combinatie met duurzame oplossingen. Je verdiept je in bouwhistorie en erfgoedwaarden, onderzoekt de bouwkundige staat en verkent zowel innovatieve technieken als traditionele ambachten om monumenten toekomstbestendig te maken. Daarbij leer je hoe je ontwerpvisies en verduurzamingsmaatregelen zorgvuldig afweegt tegenover de historische waarde. Omdat je werkt aan echte casussen in opdracht van bijvoorbeeld architecten, ontwikkelaars, gemeenten of erfgoedorganisaties, krijg je een realistisch beeld van de praktijk en de dilemma’s die daarbij komen kijken.

Deze minor wordt aangeboden door de opleiding Bouwkunde
 

Opzet van de minor

Je werkt in multidisciplinaire teams in atelierverband. Samen ontwikkel je een integraal plan dat zowel een ontwerp als een duurzaamheidsstrategie bevat. Op basis van de gekozen opdracht stel je persoonlijke leerdoelen vast en leg je die, samen met de leeruitkomsten, vast in een Plan van Aanpak. Zo combineer je jouw eigen ambities met een realistische en maatschappelijk relevante opgave uit de praktijk.

Voor deelname is minimaal een propedeuse vereist. De minor staat open voor alle hbo-studenten met een passie voor oude gebouwen en erfgoed, in het bijzonder voor studenten van opleidingen als bouwkunde, stedenbouwkunde, ruimtelijke ontwikkeling, technische bedrijfskunde en vastgoed. Studenten uit andere opleidingen zijn eveneens welkom; tijdens een toelatingsgesprek wordt bekeken of je eigen leerdoelen aansluiten bij de minor en of je over het benodigde startniveau beschikt. 

Tijdens de minor maak je werkstukken en doe je presentaties. Een deel van de opdrachten voer je individueel uit, een ander deel in groepsverband. Aan het einde van het semester word je beoordeeld op basis van een eindpresentatie en een beeldend portfolio waarin de behaalde leeruitkomsten zijn vastgelegd.