Creativiteit, in welke vorm dan ook, wordt gezien als de menselijke eigenschap die het minst makkelijk door AI en automatisering wordt overgenomen. Maar wat is creativiteit en hoe kom je er aan? En wat is jouw creativiteit en hoe versterk je die? De minor gaat niet over wat je maakt maar vooral over hoe je werkt.

Denk je bij creativiteit aan artisticiteit, aan tekenen, schrijven, theater of muziek? Of denk je aan het oplossen van wicked problems, aan ondernemerschap, of aan sociale creativiteit in groepsprocessen? Wat je insteek ook is, elke vorm van creativiteit vraagt motivatie, nieuwsgierigheid, eigenzinnigheid, ruimdenkendheid, verbeeldingskracht en lef. Je kunt daar beter in worden, je aanpak versterken en je blokkades wegnemen. De onderzoekminor is ontworpen om je creatieve mogelijkheden te verkennen en te ontwikkelen. 

De minor bestaat uit een ‘schooling’ en een ‘unschooling’ deel.

De ‘schooling’ is een serie driedaagse workshops, waarin je aan de hand van werkcolleges en opdrachten vertrouwd raakt met bestaande methodes en inzichten. Het gaat over creativiteit in de hersenen, over de fases van creativiteit (zoals opstarten en afronden) en over creativiteit in groepen. Daartegenover staat ‘unschooling’, waarin we creativiteit beschouwen als nog onbekend terrein. We verwachten dat je de vrijheid neemt om jouw deel van dat terrein in kaart te brengen. Dit vereist interne motivatie, een belangrijk aspect van creativiteit. We verwachten dat je daar al een dosis van meebrengt naar de minor, maar we gaan ook uitgebreid in op blokkades die je creatieve proces in de weg staan.

Studenten en docenten vormen een kleinschalige creatieve community, interdisciplinair, met studenten van binnen en buiten de kunstopleidingen, waarin de docenten de rol van aanjager en mede-onderzoeker nemen en waarin dat ook van de studenten wordt verwacht.

Na de minor ken je je eigen creatieve proces, je stimulansen en blokkades, en je hebt manieren en methodes om daar mee om te gaan; je hebt kennis over creativiteit in groepen en hoe je je daarin kunt bewegen; je hebt kennis van de neurowetenschappelijke kijk op creativiteit en je weet deze kennis in te zetten voor het stimuleren van je eigen creativiteit en die van groepen; je kent diverse technieken voor divergeren en convergeren en je kent werkvormen om dit te benutten en stimuleren bij jezelf en bij groepen bijvoorbeeld bij neurodiversiteit en in leeftijdsgroepen) je kent de aandachtspunten met betrekking tot creativiteit bij verschillende groepen (bijvoorbeeld bij neurodiversiteit en in leeftijdsgroepen); je hebt zicht op diverse perspectieven om jouw (kennis van) creativiteit in te zetten.

Na de minor ben je in staat om creatieve processen vorm te geven en uit te voeren; je kunt tekstueel en visueel werken combineren, je bent in staat creatieve processen en resultaten te verbeelden in diverse vormen van presentatie; je kunt effectief omgaan met feedback; je kunt navigeren tussen enerzijds je eigen motivatie en anderzijds toepasbaarheid; je kunt effectief opereren binnen experimentele en onzekere processen; je kunt samenwerking met professionals, organisaties en belanghebbenden tot stand brengen en tot resultaat brengen.

De toelatingsprocedure bestaat uit een (online) toelatingsgesprek. Tijdens dit gesprek wordt vooral je motivatie voor de minor besproken. Er zijn geen specifieke ingangseisen voor het volgen van de minor Creating Creativity. We hebben graag een gemengde groep qua insteek en achtergrond, en ook neurodiversiteit versterkt de groep. Twijfel je of de minor iets voor jou is? Neem dan gerust contact op.

Je aanmelding wordt pas in gang gezet nadat de getekende leerovereenkomst is ontvangen door ArtEZ.  

Let op: De minor hanteert een maximum van 16 studenten per semester. Dit gaat op volgorde van complete inschrijving. Bij teveel inschrijvingen hanteren we een wachtlijst.  

Er is geen verplichte literatuur, er wordt eigen lesmateriaal gebruikt en beschikbaar gesteld. Als ondersteuning is een aanrader ‘Art-Based Learning’ van Jeroen Lutters, ArtEZ-lector en medeontwikkelaar van het lesmateriaal van de minor. 

De lessen en workshops zijn elke twee weken in principe op maandag, dinsdag en woensdag. In de overige tijd werk je aan je eigen proces/projecten, individueel of met anderen.

Tijdens de minor bepaal je in overleg waar je je individuele focus op leerdoelen legt. De minor wordt getoetst op basis van een verslag (de vorm bepaal je zelf) en een presentatievorm (expositie, video, workshop, lezing, …) van een eindproject