Of je nu maatschappelijk werker, docent, personeelsfunctionaris, politieagent, PMT’er of buurtwerker bent – de kans dat je te maken krijgt met verslaving is groot. In deze minor krijg je een stevige basis aan kennis én praktische vaardigheden om middelengebruik en moderne verslavingen beter te begrijpen, te signaleren en bespreekbaar te maken.

Je leert hoe verslaving werkt, hoe verslaving zich kan ontwikkelen en hoe je kunt bijdragen aan preventie. Je verdiept je in de beeldvorming rond verschillende middelen door kritisch te kijken naar documentaires, films, reclame en social media. Je ontwerpt en voert een realistische preventiecampagne uit en krijgt lessen over middelenkennis, signalering, voorlichting en het beloop van verslaving, met daarnaast aandacht voor de neurobiologie en fysiologie van verslaving. Ook moderne verslavingen zoals vapen, smartphonegebruik en NPS komen aan bod.

Je oefent met motiverende gesprekstechnieken bij iemand met nicotine-afhankelijkheid en maakt kennis met verschillende vormen van hulpverlening. Theorie en praktijk wisselen elkaar af in colleges, practica en vaardigheidslessen.

De minor is ontwikkeld in nauwe samenwerking met regionale verslavingszorginstellingen, de Raad voor Bekwaamheidsontwikkeling van GGZ-Nederland en het lectoraat GGZ en Samenleving.

Binnen de minor Verslavingskunde werk je aan de VK-leeruitkomsten. Deze zijn gebaseerd op de verslavingskunde-competenties zoals omschreven binnen GGZ Resultaten Scoren (GGZ-RS). Je ontwikkelt zowel kennis als vaardigheden die direct toepasbaar zijn in de praktijk. De globale leerdoelen voor de minor zijn:

1. De student herkent signalen van middelengebruik en stigmatisering rond middelengebruik;
2. De student analyseert middelengebruik en verslavingsproblematiek bij diverse doelgroepen op basis van het biopsychosociale model, en herkent samenhang met beleid, psychosociale en psychiatrische problematiek;
3. De student ontwerpt preventieve interventies die bijdragen aan vroegsignalering en het positief beïnvloeden van risicogedrag. De student voert deze interventies uit en evalueert het resultaat;
4. De student voert ondersteunende en behandelgerichte interventies uit, afgestemd op het motivatiestadium, de culturele context en de sociale omgeving van cliënten.

Om te kunnen deelnemen aan deze minor moet je je HBO-propedeuse hebben behaald. In overleg met de minorcoördinator kan hier in sommige gevallen van worden afgeweken.

Voor deeltijd- en duale studenten gelden daarnaast geen specifieke eisen aan de werk- of praktijkplek. Wel is het belangrijk dat je in je werk met gedrag van andere mensen te maken hebt, zoals collega’s, klanten, kinderen of cliënten. Voltijdstudenten hoeven binnen deze minor geen stage te lopen.

Heb je twijfels over de ingangseisen of heb je andere inhoudelijke vragen? Neem dan contact op met minorcoördinator Rolant Meijer.

In deze minor hoef je geen dure studieboeken aan te schaffen. We werken met actuele en toegankelijke bronnen, zoals recente onderzoeken en publicaties. Veel van dit materiaal vind je via het kenniscentrum van de Nederlandse reguliere verslavingszorg: Verslavingskunde Nederland. Dit is dezelfde bron die professionals in het werkveld gebruiken. Zo blijf je up-to-date en krijg je direct inzicht in de basisliteratuur die in de praktijk relevant is.

De minor wordt bij voldoende aanmeldingen in semester 1 en 2 fysiek in Zwolle aangeboden. Lesdag(en):

• Deeltijd- en duale studenten: woensdag

• Voltijdstudenten: woensdag en donderdag

De toetsing bestaat uit verschillende vormen, zoals assessments, portfolio's, verslagen en kennistoetsen. Je werkt zowel aan individuele opdrachten als aan groepsopdrachten.

Houd er rekening mee dat als je deze minor in het tweede semester volgt en een eventuele herkansing pas in het volgende studiejaar plaatsvindt, je je hiervoor opnieuw moet inschrijven via Studielink.    

Heb je vragen over (de status van) je inschrijving, het rooster of andere startinformatie? Neem dan contact op met het Bedrijfsbureau Social Work voltijd.