Wil jij bijdragen aan de urgente uitdagingen in het agrarisch landschap en perspectieven bieden voor zowel de natuur als agrarische ondernemers? Dan zijn er stappen nodig op bedrijfsniveau, op gebiedsniveau en op netwerkniveau. Verken in deze 20 weekse minor samen met studenten van verschillende opleidingen de verschillende mogelijkheden en laat je inspireren door boeren, natuurbeheerders, overheden en onderzoekers uit de praktijk.

Steeds luider en urgenter wordt de roep vanuit de samenleving: we moeten op een andere manier omgaan met onze natuur, landschap en hulpbronnen. En daarvoor is een belangrijke rol weggelegd voor de landbouw. Steeds meer ondernemers willen stappen zetten op hun bedrijf, maar hebben meer zekerheid nodig voor hun toekomst. Wat kunnen we leren van boeren die deze stappen al hebben gezet? Welke natuurvriendelijke of circulaire/regeneratieve keuzes kunnen boeren maken bij het agrarisch gebruik van hun land en hun vee. Wat zijn verdienmodellen met perspectief?  En hoe kan ruimte gecreëerd worden binnen het huidige agrosysteem, werkwijzen en regelgeving?

Door samenwerking op gebiedsniveau kunnen ondernemers en gebiedspartijen, waaronder natuurorganisaties, de achteruitgang van biodiversiteit, bodem- en waterkwaliteit omkeren. Door beter begrip van ecologie en het landschapssysteem en door aangepast gebruik van het land, kun je het voedende en herstellende vermogen van natuur bevorderen, je grondstoffen effectiever inzetten, negatieve effecten op de omgeving minimaliseren en oplossingen vinden voor ongewenste klimaateffecten.

Daarnaast zijn stappen te zetten in het netwerk:

1) in de keten: hoe kan boer, ketenpartijen, zoals verwerkers en consument verbonden worden om voedselproducten, die bijdragen aan een duurzame leefomgeving, rendabel af te zetten;

2) met overheden: wat doen gemeente, waterschap, provincie en het rijk, welke doelen streven ze na en waar zijn kansen om samen te werken;

3) in vakmanschap en advies: welke kennis en kunde is er nodig en hoe organiseer je die als ondernemer en/of hoe faciliteer je die vanuit overheid, natuurorganisaties en onderzoek & advies.

In deze minor krijg je inzicht in bovenstaande vragen en werk je samen met professionals uit de praktijk aan actuele vraagstukken rondom economisch rendabele ondernemen met natuur. Als interdisciplinair projectteam komen jullie met oplossingen op bedrijfs-, gebieds- en netwerkniveau. Daarbij breng jij jouw eigen inhoudelijke expertise in en kan je die verder verdiepen op thema’s die voor jou relevant zijn. Desgewenst kan dit op afstudeerniveau om zodoende aan de vereiste competenties van je opleiding te voldoen.  

LBovenkant formulier

Leerdoelen  Onderkant formulier

Tijdens de minor werk je aan:

-          Kennis verdiepen en relaties leggen op gebied van landbouw en natuur;

-          Inzicht in verschillende perspectieven voor economisch rendabel ondernemen met natuur;

-          Oplossingen aandragen op bedrijfs-, gebied- en netwerkniveau;

-          Deze kennis en kunde toepassen in complexe actuele vraagstukken in een bepaald gebied;

-          Interdisciplinair en projectmatig samenwerken met studenten van verschillende opleidingen en met professionals uit de praktijk;

-          Verdiepen van jouw professionele expertise op thema’s die voor jou relevant zijn.

Er zijn geen ingangseisen. We verwachten dat je relevante kennis kan inbrengen vanuit je opleiding, leergierig bent en open staat voor andere perspectieven en pro-actief bijdraagt aan de samenwerking met studenten, ondernemers en gebiedspartners uit het werkveld.

Als basis wordt gebruikt: Natuurinclusieve landbouw in de praktijk (CLM/Louis Bolck Instituut, 2024). Daarnaast zal tijdens de minor verwezen worden naar diverse bronnen (o.a. literatuur, websites, nieuwsberichten, (opinie)artikelen, etc.)

Deze minor is fulltime en vindt plaats gedurende 20 weken in de periode februari-juli. Ca 2 dagen per week neem je fysiek op de HAS deel aan lessen, workshops, excursies, opdrachten en interdisciplinair projectwerk. De overige 3 dagen werk je zelfstandig en deels met je groep aan je inhoudelijke kennis en praktijkervaring, aan relevante opdrachten, projectwerk en bijeenkomsten met het werkveld.

Door te werken aan betekenisvolle oplossingen voor je groepsproject, je vakkennis te verdiepen, praktijkervaring op te doen en door jouw bijdragen aan thema- en discussiebijeenkomsten groeit je vakinhoudelijke kennis en heb je breder inzicht in de context. Daarnaast zet je stappen in je persoonlijke ontwikkeling. Door dit gedurende de 20 weken te verzamelen en hierop te reflecteren bouw je bewijslasten op voor je eindportfolio. Aan de hand van jouw portfolio onderbouw je hoe je scoort op de competenties en tijdens een individueel assessment wordt hierop doorgevraagd.