Deze minor bestaat uit twee delen: Fotografie en Videografie. 

 

Fotografie 

Dit deel van de minor is opgebouwd rond een vijftal praktische en drie theoretische opdrachten. Aan de hand van deze opdrachten onderzoekt de student steeds de mogelijkheden vanuit een specifieke fotografische invalshoek.  

In ‘Textuur en Rhythm’ ligt de focus op de wisselwerking tussen licht, scherptediepte en camerastandpunt.  

Bij ‘Styling’ gaat het om het vormgeven van een advertentie of een film still.  

In de opdracht ‘Light’ wordt onderzocht hoe je met licht en het menselijk lichaam, vormen en composities kunt maken.  

In ‘Time’ gaat het om het maken van een reeks beelden die een handeling of verandering als uitgangspunt hebben. 

Bij ‘Fascination’ tenslotte kan de student een eigen project vormgeven.  

In de werkcolleges wordt de fotografische techniek, die nodig is om de opdrachten te maken, behandeld. Naast deze overdracht van praktische kennis worden de vorderingen in de uitvoering van de opdrachten zichtbaar gemaakt in een digitaal portfolio op Google Drive. 

Uiteindelijk presenteert de student alle praktische opdrachten in de vorm van een fotoboek. 

 

De hoorcolleges ‘theorie’ bieden je de basiskennis om met de opdrachten aan de slag te gaan. Je leert verschillende genres, zoals bv. documentairefotografie en reclamefotografie, te herkennen en te beschrijven en krijgt een beeld van de historische ontwikkeling van de fotografie. 

 

Videografie 

Dit deel van de minor richt zich in de eerste plaats op het maken van video. De theoretische kant staat in dienst van de creatie. In de theorie zal worden ingegaan op verschillende vertelvormen in documentaires, verschillende interview vormen, verhaalstructuren (chronologisch, gebruik van flashbacks). 

Ook is er aandacht voor een aantal belangrijke technische aspecten zoals licht, frequenties, audio formats, codecs, resolutie en frame rates, quitclaims en copyright op beeld en muziek. 

De studenten krijgen 4 praktische video-opdrachten.  De eerste drie opdrachten dienen als leermomenten voor de vierde, tevens eindopdracht; het ‘masterpiece’. De eerste oefenopdracht ‘the chase’ geldt als kennismaking met de workflow van een videoproductie zonder aandacht voor audio en storytelling. De tweede opdracht betreft een life-hack of instructievideo. Een korte, overzichtelijke productie zonder afhankelijkheid van derden. Voor de derde oefenopdracht kan de student kiezen uit het maken van een mini-documentaire, een videoportret of een eventregistratie. Deze derde opdracht wordt gezien als de generale repetitie voor de vierde opdracht (tevens eindopdracht). Voor deze eindopdracht heeft de student de keuze uit: een documentaire, een stop-motionfilmpje, een tv-reclame of een korte scene uit een thrillerfilm. 

De student maakt in deze minor kennis met veel elementen uit het totale proces van een videoproductie; van de pitch bij een opdrachtgever tot en met de online publicatie.

Algemene doelstelling

Deze minor biedt een introductie in de wereld van beeldcommunicatie, specifiek in het maken en verwerken van beeld, zowel stilstaand als bewegend beeld.  
Het ‘leren kijken’ staat centraal. Het doel van deze minor is dat dit kijken leidt tot de productie van betekenisvol beeld; beelden die de ideeën van de maker vormgeven. Om dit te bereiken is kennis van de fotografische en filmtechniek noodzakelijk. Deze (basis) techniek komt in de minor uitgebreid aan de orde. Naast deze praktische kennis is er in deze minor aandacht voor fotografie vanuit historisch en theoretisch perspectief.  
Na afloop van de minor kan de student zelfstandig een boodschap of kort verhaal, door middel van beeld, ondersteund door audio, doeltreffend communiceren. 

In deze minor staan de volgende 4 competenties centraal. 

• Creërend vermogen: de student ontwikkelt het vermogen om vanuit diverse perspectieven te komen tot oplossingen in het creëren van stilstaand en bewegend beeld. 

• Vermogen tot kritische reflectie: de student kan eigen werk en dat van anderen evalueren. 

• Organiserend vermogen: student is in staat in- en externe factoren te organiseren ten behoeve van een effectief en inspirerend werk- en onderzoeksproces. 

• Communicatief vermogen: de student is in staat zijn eigen werk en ontwikkeling te presenteren en verantwoorden. 

Deze competenties krijgen in de verschillende onderdelen en fasen van de minor aandacht en zijn vertaald in de volgende leerdoelen:  

• De student kan een communicatie idee vertalen naar een fotografisch beeld. 

• De student kan verschillende fotografische (basis) technieken effectief inzetten.  

• De student is op de hoogte van historische ontwikkelingen binnen de fotografie en kan deze analyseren en becommentariëren. 

• De student kan zijn visie op hedendaagse uitingen van fotografie of beeldende kunst tonen. 

• De student kan op basisniveau programma’s voor beeldbewerking; Photoshop, InDesign, Lightroom en Premiere toepassen in zijn werkproces. 

• De student kan mondeling en schriftelijk reflecteren op zijn ontwikkelingsproces. 

• De student is in staat verschillende vertelvormen te herkennen. 

• De student kan in een editprogramma zowel beeld als geluid monteren. 

• De student herkent en gebruikt verschillende interviewtechnieken. 

• De student kent de basisprincipes van beeldtaal en weet deze correct toe te passen in een eigen foto- /videoproductie. 

• De student kan zelfstandig een videoproject ontwerpen en vormgeven. Hij kiest daarbij de geschikte verhaalvorm en technieken. 

• De student is in staat tijdig de opdrachten af te ronden die voldoen aan de gestelde inhoudelijke en formele criteria (fotoboek en videoclips met een vastgestelde minimum omvang en formaat).

Voor een succesvol doorlopen van de minor is het van belang dat de student over HBO competenties beschikt. Met name het projectmatig en zelfstandig kunnen werken is in deze blended learning minor van belang.

Doelgroep

HBO-studenten, al of niet met voorkennis op het vlak van digitale beeldproductie, die geïnteresseerd zijn in creatief omgaan met beeld en beeldcultuur.

Laptop, SSD en software: De student moet beschikken over een krachtige laptop met daarop een goed werkende versie van Adobe CC (in ieder geval Lightroom Classic, Photoshop, InDesign en Premiere Pro). Verder moet de laptop minstens 100GB vrije ruimte hebben en een externe SSD van 500GB.   
Camera: een digitale spiegelreflex – of systeemcamera die Full HD video-opnames kan maken, bij voorkeur met externe microfoon.  
Statief: een stevig statief dat minstens tot borsthoogte reikt.

Contacturen per week: 

Gemiddeld 8 contacturen per week:  
Fotografie: eerste 8 weken 3 lessen per week, week 9 geen les (i.v.m. boekproductie), week 10 assessment. 
Videografie: eerste 9 weken 3 lessen per week, week 10 assessment. 

Werkvormen:  

Klassikale instructie, groepswerk, workshops, online overleg en huiswerkopdrachten. 

Wekelijks zijn er 2 werkcolleges en 1 workshop geroosterd die de theoretische en praktische handvatten bieden voor een succesvolle aanpak van de opdrachten. 

Studielast:  

Wekelijks 40 uur:  

Werkcolleges 4 uur 

Workshop 4 uur 

Online communicatie 1 uur 

Zelfstudie en werken aan opdrachten 31 uur 

Rooster: 

Drie lesmomenten per week verdeeld over 2 of 3 lesdagen.

De student heeft de minor afgerond en recht op 30 studiepunten indien beide delen van de minor voldoende zijn afgerond. De beoordeling is onderverdeeld in:

A. Fotografie

• 1. Praktijk (37% - minimumeis 5,5) 

In week 8 wordt bepaald of de student deze digitale uitwerking van de praktische opdrachten met een voldoende of onvoldoende heeft afgerond. Bij een voldoende beoordeling kan de student deelnemen aan het mondelinge assessment in week 10. Tijdens dit assessment toont de student de opdrachten in een fotoboek. Elke opdracht wordt na het assessment door de praktijkdocent in overleg met de theoriedocent met een cijfer beoordeeld. Daarbij weegt de vijfde/vrije opdracht het zwaarst nl. 50% t.o.v. 12,5% voor de andere vier opdrachten.              

• 2. Theorie (13%) 

Het theoriecijfer wordt bepaald op basis van het gemiddelde van de theorietoets (week 5) en de fotoanalyse tijdens het assessment.  

Planning toetsing Fotografie: 

Theorietoets: week 5 (Herkansing in week 20). 

Assessment: week 10 (Herkansing in week 20). 

B. Videografie (50%)

Dit deel van de minor heeft een drietal oefenopdrachten en één eindopdracht. De student levert voor het assessment een eindproductie (de eindopdracht) op.  

Het cijfer wordt direct na het assessment bepaald door de twee assessors en is volledig gebaseerd op de eindproductie (100%), met als voorwaarde dat alle deeltoetsen ingeleverd en voldoende zijn. 

Planning toetsing Videografie: 

Oplevering deeltoetsen week 13, 14 en 16. 

Assessment: week 20 (Herkansing in week +10)

Het volgen van de minor gaat de student ongeveer 250 euro aan materialen kosten. Minor wordt onderwijskundig opgebouwd rond de principes van 'Blended Learning'.  

Onder het kopje 'Literatuur' is gespecificeerd welke hard- en software de student nodig heeft.