Je leert in de minor Natuureducatie je passie en kennis over dieren en natuur overdragen waarbij de nadruk ligt op de doelgroep kinderen van 4 tot 12 jaar.

De minor combineert theorie en praktijk. Je gaat je eerst verdiepen in het werkveld van Natuureducatie. Je leert daardoor bepaalde ontwerpprincipes kennen en ontdekt hoe organisaties hun producten afstemmen op uiteenlopende doelgroepen. De hierdoor opgedane kennis in combinatie met de theorie uit de colleges leer- en ontwikkelingspsychologie pas je vervolgens toe: je ontwikkelt een groot educatief product voor een opdrachtgever uit het werkveld van Natuureducatie. Een goed educatief product moet namelijk inspelen op verschillende leeftijden, leerstijlen, inhoudelijk motiverend zijn, en afgestemd op de ontwikkelingsfase en kenmerken van de doelgroep.

In de minor leer je aan de hand van "De 6 rollen van de leraar", hoe je een les en/of een activiteit goed begeleidt; daarnaast begeleid je een activiteit in een informele setting voor Natuureduatie.

In de minor leer je veel over projectmanagement: als minorgroep krijg je de verantwoordelijkheid voor het volledige ontwikkeltraject van het product. 

Na het volgen van deze minor weet je of het werkveld Natuureducatie iets voor je is. De minor is een perfecte voorbereiding op een junior educatieve functie in het werkveld Natuureducatie. 

Meerwaarde:
Studenten leren er over het specifieke werkveld van natuureducatie, ze worden voorbereid op een startfunctie in dat werkveld. Door de projectmatige aanpak ontwikkelen ze ook projectvaardigheden.

De student

• kan reflecteren op het eigen functioneren als begeleider bij een activiteit;
• kan op basis van educatieve doelen, randvoorwaarden van de opdrachtgever en een analyse van de doelgroep, een didactisch verantwoord en duurzaam educatief product ontwikkelen voor verschillende doelgroepen;
• heeft kennis van NME, didactiek, leer- en ontwikkelingspsychologie en past dit toe bij het ontwikkelen en uitvoeren van educatieve materialen en activiteiten;
• beschikt over biologische basiskennis en kan deze kennis doelgroepgericht en aantrekkelijk presenteren
• kan op basis van een eigen visie organisaties en producten op het gebied van natuureducatie beoordelen op kwaliteit, duurzaamheid, effectiviteit en professionaliteit;
• kan op basis van een pretest-onderzoek aanbevelingen doen voor het verbeteren van een natuureducatief product;
• kan interdisciplinair en projectmatig werken binnen de randvoorwaarden van een opdrachtgever, het proces bewaken en bijsturen en reflecteren op het eigen functioneren in het project;
• De student kan een collegiaal gesprek over NME voeren op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar.

Natuureducatie is een verbredende minor; hiervoor is geen specifieke major als voorkennis vereist*.

Opleiding Diermanagement:
Standaard toelatingseis voor majorfase (de propedeuse diermanagement gehaald, bij voorkeur 4 profileringsmodules Diermanagement gevolgd, en daar minstens 2 van gehaald en de ervaringsstage afgerond)

Verwante en niet-verwante* HBO-opleidingen:
propedeuse behaald + werk- en denkniveau HBO jaar 3.

* Met studenten van een niet-verwante opleiding wordt een intakegesprek gevoerd.

Voor externen uit het werkveld: een afgeronde HBO-opleiding of een afgeronde AD-opleiding in een relevante sector met werkervaring in het werkveld natuureducatie.

Documenten aanleveren voor ingangseisen:

Voor verwante opleidingen: een propedeusecertificaat en een uitdraai van de behaalde resultaten in de hoofdfase; een scan van deze documenten moet uiterlijk twee maanden voor aanvang van de minor via de mail worden verstuurd naar de minorcoördinator.

Voor externen: een scan van het diploma. Idem: twee maanden voor aanvang van de minor via de mail versturen naar de minorcoördinator.

De zes rollen van de leraar, Marti Slooter,
Uitgeverij Pica, 2018 (eerste druk) ISBN: 978 949 252 5123 (druk onder voorbehoud)

Praktische didactiek voor natuuronderwijs, Els de Vaan en Jos Marell Coutinho, Bussum, 2012 (zevende druk), ISBN 978 90 469 03018 (druk onder voorbehoud)

In het programma van de minor is een aantal excursies opgenomen; reken hiervoor op extra kosten (circa €75,- per persoon)

Totaal aantal uur: 840 uur

Leertaak 1: Oriëntatie werkveld NME en onderwijs 112 uur
Literatuurstudie, zelfstandige werkbezoeken en (gast)colleges

Leertaak 2: Praktijkervaring educatie 112 uur.       Literatuurstudie, observatie-opdrachten, doelgroepanalyse en uitvoeren van het lesplan, inclusief reflectie op de (uitvoering van de) opdracht

Leertaak 3: Soortenkennistoets 84 uur
Biologische basiskennis soorten verwerven en doelgroepgericht presenteren

Leertaak 4: Natuureducatief product ontwikkelen voor een externe opdrachtgever 392 uur                  Productontwikkeling en – verantwoording, proces- en projectmanagement, werken voor een opdrachtgever

Leertaak 5: Assessment 140 uur
Individueel assessment waarbij getoetst wordt op alle eindtermen

Leertaak 1 - cijfer, weging 4, slagingsgrens 5,5
Leertaak 2 - cijfer, weging 4, slagingsgrens 5,5
Leertaak 3 - cijfer, weging 3, slagingsgrens 5,5
Leertaak 4 - cijfer, weging 14, slagingsgrens 5,5
Leertaak 5 - cijfer, weging 5, slagingsgrens 5,5

Leertaak 1: Peer college verzorgen (mondeling, groep)

Leertaak 2: Reflectieverslag  schrijven (schriftelijk, individueel)

Leertaak 3: Soortenkennis (schriftelijk en mondeling, individueel)

Leertaak 4: Educatief product (schriftelijk, groep)

Leertaak 5: Assessment naar aanleiding van uitgevoerde leertaken en de reflectieverslagen bij leertaak 2 en 4 (mondeling, individueel)

Kosten: In het programma van de minor is een aantal excursies opgenomen; reken hiervoor op extra kosten (circa €75,- per persoon)

Verplichte contacturen: De minor vereist fulltime inzetbaarheid, met relatief weinig colleges, maar met veel groepswerk en coaching. In het programma van de minor zijn verplichte werkweken en excursies opgenomen.

Capaciteit/ wachtlijst: Minimaal 15 studenten, maximaal 32 studenten. Bij te weinig aanmeldingen gaat de minor niet door.