Omgaan met complex gedrag
Voor elke leerling een passende aanpak – ook bij uitdagingen
Sommige kinderen zetten je aan het denken. Hun gedrag is lastig te duiden, en wat je probeert lijkt niet altijd te werken. Dat kan frustrerend zijn. In de minor Omgaan met complex gedrag leer je deze puzzel te ontrafelen. Je ontwikkelt (ortho)pedagogische kennis en vaardigheden om kinderen met complex gedrag écht verder te
helpen – en jezelf als professional te laten groeien.
Inhoud van de minor
In deze minor ga je intensief aan de slag met de vraag: hoe bied je onderwijs aan kinderen bij wie standaardaanpak onvoldoende werkt? Je leert gedrag analyseren vanuit verschillende invalshoeken, onderzoekt de oorzaken en ontwikkelt handelingsgerichte plannen. Samen met je leergroep werk je aan concrete casussen uit jouw stagepraktijk. Je leert niet alleen van docenten, maar ook van elkaar, door intervisie en collegiale consultatie.
Leerdoelen
Leerdoelen
Na afloop van deze minor:
- Ken je informatiebronnen en literatuur over complex gedrag.
- Kun je gedragsuitingen in je praktijk analyseren en ordenen.
- Formuleer je onderwijsbehoeften op basis van handelingsgericht onderzoek.
- Deel je kennis en ervaring met medestudenten via intervisie.
- Weet je je eigen mogelijkheden en grenzen te herkennen en te benutten.
- Kun je de mogelijkheden en grenzen van je school of instelling in kaart brengen.
- Ontwikkel je adviezen en aandachtspunten voor de organisatie.
- Beschrijf je een visie op begeleiding van leerlingen met complex gedrag.
- Koppel je deze visie aan jouw professionele profilering.
- Ontwikkel je een plan om de begeleiding van leerlingen in jouw praktijk te verbeteren.
Ingangseisen
Ingangseisen
Een leerwerkplek is noodzakelijk om deel te nemen aan deze minor.
Literatuur
Aanbevolen literatuur
- Bakx, A. (2015). De pedagogisch sensitieve leraar. Bussum: Coutinho.
- Bakx, A., Ros. A., Teune, P. (2012). Opbrengstgericht onderwijs ontwerpen. Bussum: Coutinho.
- Bergh, L. van den & Ros. A. (2015). Begeleiden van actief leren. Bussum: Coutinho.
- Bolks, T. (2023). Professioneel communiceren met ouders en kinderen. Amsterdam: Boom Lemma Uitgevers.
- Bolks, T. (2013). Zelfsturend leren en studeren. Amsterdam: Boom Lemma Uitgevers.
- Delfos, M. (2014). Luister je wel naar mij? Amsterdam: SWP.
- Delfos, M. (2011). Ik heb ook wat te vertellen! Amsterdam: SWP.
- Drent, S. & Gerven, E. van (2012). Passend onderwijs voor begaafde leerlingen. Assen: Van Gorcum.
- Eijkeren, M. van (2022). Pedagogisch-didactisch begeleiden. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff.
- Engelen, R. (2013). Grip op de groep. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff.
- Overveld, K. (2017). Groepsplan gedrag. Hendrik-Ido-Ambacht: Pica.
Rooster
Bijeenkomsten
Tijdens deze minor zullen studenten in leergroepen van 4 a 5 studenten aan de slag gaan met de doelen van de minor. Gedurende de minorperiode van 10 weken vindt iedere week een leergroepbijeenkomst plaats, een zogenaamd overlegmoment waar ruimte is voor coachend ondersteunen van elkaar. Persoonlijke ontwikkeling en het leren van elkaar staat daarin centraal.
Verder is er zelfsturing nodig vanuit jullie leervragen richting de docenten. (Jullie leervragen bepalen de inhoud van de verschillende colleges). Twee of drie docenten verzorgen tegelijk een college waar je op grond van eigen behoefte uit kunt kiezen. De toets is een verslag waarin je de 7 doelen uitwerkt. Er is een sterke koppeling met de praktijk in de stage (zonder praktijk kun je deze minor niet doen).
Toetsing
Toetsing
Je sluit de minor af met een uitgebreid verslag waarin je alle leerdoelen uitwerkt. Je gebruikt praktijkervaringen uit je stage, intervisies en theoretische onderbouwing om tot een onderbouwd advies- en verbeterplan te komen.
Aanvullende informatie
In semester 1 zijn de lesdagen op donderdag en vrijdag.
In semester 2 zijn de lesdagen op maandag en dinsdag.