De minor sluit aan bij de ambities van het Klimaatakkoord van Parijs, de vertaling hiervan naar het nationale Klimaatakkoord (Gebouwde Omgeving | Klimaatakkoord), en de noodzakelijke transitie naar een circulaire gebouwde omgeving. Deze maatschappelijke transitieopgave brengt uitdagende vraagstukken met zich mee, die binnen de minor worden vertaald naar wijkgebonden opgaven. Het doel is om samen te werken aan oplossingen voor een circulaire leefomgeving.

Binnen de minor wordt het didactische model van Challenge Based Learning (CBL) gebruikt om studenten op te leiden tot ‘ingenieurs van de toekomst’ die een actieve bijdrage leveren aan de circulaire transitie. Hierbij ligt de focus op samenwerken, praktijkgericht leren en het ontwikkelen van innovatieve oplossingen.

Samenwerking in Urban Living Labs en Demolabs

De minor wordt ingebed in de Urban Living Labs (ULL) en de Demolabs (DL) van het lectoraat Smart Urban Re-design (SURD). De ULL's fungeren als stedelijke projectgebieden, zoals buurten, wijken, stadscentra of bedrijventerreinen. Hier draait alles om de transitie naar een circulaire, energieneutrale en vitale gebouwde omgeving. Samen met partners worden binnen de ULL’s specifieke challenges geformuleerd, waar studenten circulaire interventies voor ontwerpen.

De studenten worden hierin begeleid door instructiecolleges, themacolleges, interactieve workshops, veldwerk, excursies, tutorgesprekken, en coaching door experts. Op basis van de challenge stellen studenten in overleg met hun groep en tutoren een ontwerpopdracht op. Dit betreft een concrete circulaire interventie in de woonwijk, waarmee de student niet alleen bijdraagt aan de opdracht, maar zich ook professioneel kan profileren.

Werkwijze

Studenten werken in groepen van circa vijf personen, die zich organiseren als een interdisciplinair consortium. Hierbij worden diverse beroepsprofielen gecombineerd, afhankelijk van de samenstelling van de groep. In samenwerking met docenten, experts uit het werkveld en betrokkenen in de ULL en DL definiëren de projectgroepen een opdracht. Het doel is te komen tot een innovatieve en haalbare circulaire interventie die direct toepasbaar is in de praktijk. Met deze aanpak biedt de minor CIRC studenten niet alleen de kans om theoretische kennis toe te passen in een realistische context, maar ook om daadwerkelijk bij te dragen aan de circulaire transitie van de gebouwde omgeving.

De studenten werken gezamenlijk aan een integrale ontwerp interventie (groepsproduct) waarin de individuele beroepsproducten een integraal onderdeel vormen. Aan de hand van intensief groepswerk en een proces van “learning bij cooperation” worden een groepsproduct opgeleverd. Daarbij wordt de  minoropdracht uitgewerkt in een community of practice dat nadrukkelijk “learning from others” faciliteert. Dit bestaat uit training, coaching en begeleiding van ontwerp en rekenmethodieken om te komen tot energie neutrale en circulaire interventies.

Passend bij de probleemanalyse van het groepsproduct ontwikkelen de studenten een individueel beroepsproduct met de integrale energetische en/of circulaire interventie als uitgangspunt (“learning by doing”).  De individuele beroepsproducten van de leden van de projectgroep maken integraal deel uit van het groepsproduct. Een belangrijk onderdeel van het individuele eindproduct is de toetsing van het ontwerp aan het programma van eisen waarmee de relatieve energetische en/of circulaire prestatieverbetering t.o.v. de nul-situatie in kaart wordt gebracht.

De minoropdracht wordt uitgewerkt aan de hand van een vooraf gedefinieerde ontwerpcyclus (design science benadering) bestaande uit:

a) Plan van aanpak

De student ontwikkelt een richtinggevend plan van aanpak voor het ontwikkelen van de circulaire ontwerp interventie binnen de Challenge op groepsniveau en individueel niveau;

b) Nulmeting en programma van eisen

De student maakt een analyse van de huidige situatie als nulmeting en stelt een programma van eisen op; Er wordt een gezamenlijke integrale probleemanalyse uitgewerkt op basis van de Challenge. De probleemanalyse is gestoeld op vaardigheden die voor alle studenten relevant zijn om tot een analytische en onderzoekende houding te komen. In dit onderdeel wordt op basis van een oorzaak-gevolg benadering de energetische en/of circulaire vraagstuk nader in kaart gebracht voor het projectgebied. Aansluitend wordt in kaart gebracht welke bronnen m.b.t. o.a. materialen, energie en sociaaleconomisch kapitaal kunnen worden aangesproken voor het circulair ontwerpen van een interventie in het projectgebied. De resultaten van de probleemanalyse vormen de nulmeting en geven richting aan het programma van eisen voor het ontwerp van de energetische en/of circulaire interventie op groeps- en individueel niveau.

c) Variantenstudie

De variantenstudie vormt een belangrijk deelproduct waarbij a.d.h.v. een divergerend-convergerend ontwerpproces diverse varianten worden ontwikkeld en waaruit na consultatie van de betrokkenen een voorkeursvariant wordt geselecteerd voor verdere uitwerking. Referentieprojecten en literatuurstudie van vergelijkbare projecten vormen hierbij een belangrijke basis. De student maakt een grondige studie van deze voorbeelden en projecten op basis van meerdere bronnen. De student analyseert de technieken die zijn toegepast en bepaalt hoe de doelstelling van het project daarmee is gerealiseerd. Bovendien leren de studenten zo bronnen te zoeken en te verwerken: niet alleen literatuur en archieven maar ook het bevragen en observeren van experts, gebruikers en andere stakeholders.

d) Uitwerking van meest kansrijke variant

De student werkt de meest kansrijke variant uit op basis van de analyse in de variantenstudie.

e) Toetsen

De student toetst het uitgewerkte product a.d.h.v. het programma van eisen waarmee de relatieve energetische en/of circulaire prestatieverbetering t.o.v. de nul-situatie in kaart wordt gebracht (evidence based).

Studenten die deelnemen aan deze minor ontwikkelen onderzoeks- en ontwerpvaardigheden die bijdragen aan de transitie naar een circulaire low-carbon gebouwde omgeving. Na afloop van de minor kan de student:

• definiëren wanneer een gebied, bouwkundig of civieltechnisch object of onderdeel daarvan als energieleverend en/ of circulair mag worden beschouwd en kan bijdragen aan de transitie naar een energieleverende circulaire gebouwde omgeving;
• een gebied, bouwkundig of civieltechnisch object of onderdeel daarvan analyseren en beoordelen op de energetische en/of circulaire prestatie in het kader van een nulmeting;
• verbetervoorstellen ontwerpen a.d.h.v. variantenstudie; deze kunnen sociaal, organisatorisch, ontwerp, of technisch van aard zijn;
• de geselecteerde variant uitwerken naar een ontwerp, deze kunnen sociaal, organisatorisch, ontwerp, of technisch van aard zijn;
• het uitgewerkte ontwerp toetsen a.d.h.v. een vergelijk met de nulmeting (evidence based);
• de resultaten van het verbetervoorstel presenteren aan de hand van de impact op de transitie naar een energieleverende circulaire gebouwde omgeving.

Doelgroep: domein Economie en Management, domein Techniek en ICT

Je hebt binnen je bachelor opleiding al ervaring opgedaan met het analyseren op gebieds- en/of gebouwniveau. Je hebt ervaring met het werken in projectgroepen gericht op het ontwerpen van praktijkgerichte interventies.

Reiskosten t.b.v. excursie en bezoek urban living labs

Werkvorm(en): projectonderwijs

Onderwijscontacttijden: contacttijden verspreid over de hele week overdag

Studenten werken in groepen van 5 mensen aan een groepsproduct, en aan een individueel beroepsproduct (zie ook toetsen).

Integraal circulaire ontwerp interventie - groep, weging 30 %, minimumcijfer 5: Beroepsproducten plus verantwoording (groepsproduct)

Circulaire ontwerp interventie - individueel, weging 40 %, minimumcijfer 5: Beroepsproducten plus verantwoording (individueel product)

Eindpresentatie integraal circulaire ontwerp interventie (groep), weging 10 %, minimumcijfer 5: Presentatie en mondelinge verdediging

Groepsproces, weging 10 %, minimumcijfer 5: Permanente evaluatie

Individueel proces, weging 10 %, minimumcijfer 5: Permanente evaluatie

Locatie(s) waar de minor gegeven wordt: Zuyd Hogeschool Heerlen en projectlocatie

Meewerkende opleidingen of instanties: 

• Diverse partners in de Urban Living Labs van lectoraat Smart Urban Redesign (bedrijven, gemeenten, woningcorporaties, etc.) 
• Lectoraten domein Techniek

De minor kan in samenhang met de minor Urban Transformation – Analysis (UT-A) worden gevolgd; de minor CIRC bouwt daarbij (deels) voort op de analyses die in de minor UT-A worden gemaakt.  De totale omvang is 2x 15 EC en wordt in semester 2 van het collegejaar aangeboden.