Kies op maat

Inloggen Menu

Kunst- & Cultuurmanagement 1

Wil jij je volop onderdompelen in de bewogen wereld van kunst en cultuur? In deze minor ontdek je hoe je met verschillende brillen kunt kijken naar kunstvormen, zoals theater, beeldende kunst, muziek, film, street art en meer. Je gaat in binnen- en buitenland op fieldtrips naar allerlei culturele instellingen (musea, theaters, poppodia) en ontmoet daar professionals uit het werkveld. Zo onderzoek en ontdek je hoe de sector in elkaar steekt en hoe kunstvormen en kunstbedrijven worden gemanaged in Nederland. Deze minor is met KCM 2 uit te breiden naar 30 EC.

Inhoud van de minor

De minor Kunst & Cultuur Management 1 is een beschouwende minor, waarin je kennis maakt met het managementproces in kunstbedrijven, zoals theaters, pop-/concertzalen en musea. De drie pijlers van waaruit het kunstbedrijf wordt belicht zijn:

  • Beleidsmatig: inhoudelijke en operationele aspecten van het kunstbedrijf. Onder andere subsidievereisten, cultuurspreiding, cultuurvisie, cultuurparticipatie en kunsteducatie.
  • Bedrijfsmatig: bedrijfsvoering, programmering, publieksgroepen, financieel beheer, subsidies, kunstmarketing, (non)profit aanbieders van cultuur, trends en ontwikkelingen.
  • Kunstaanbod/uitingen: visies op kunst, het actuele aanbod van alle kunstvormen, kunstreflectie, kunstgeschiedenis en kunstfilosofie.

Potentiële werkgevers of stagebedrijven na de minor: musea, theaters, poppodia, productiemaatschappijen, impresario's, organisaties op het gebied van kunst- en cultuurfestivals, cultuureducatie en marketing/bevordering van cultuurparticipatie etc.

Leerdoelen

Opzet van de minor

De overkoepelende leeruitkomst van de minor luidt: Je toont aan dat je voldoende kennis hebt opgedaan van en een visie hebt ontwikkeld op de drie pijlers van de Nederlandse kunst- en cultuursector, die een rol spelen bij de programmering van diverse kunstuitingen in gesubsidieerde kunstbedrijven. Daarnaast toon je aan dat jij je netwerk hebt vergroot, actief onderzoek hebt verricht en dit op diverse manieren hebt gedeeld. Ook laat je in de vorm van een dagboek/portfolio zien dat je kunt reflecteren op jouw ontdekkingsreis en ontwikkeling binnen de kunst- en cultuursector.”

De minor bestaat uit:

  • Wekelijkse ateliersessies (soms 2x per week)
  • Inhoudelijke colleges over theater, beeldende kunst, film, muziek, kunstbeleid en kunstfilosofie
  • Gastcolleges van professionals uit het werkveld over bv. diversiteit en inclusiviteit in kunst & cultuur
  • Diverse workshops
  • Bedrijfsbezoeken (inclusief lezingen en rondleidingen) in Nederland
  • Een kunstreis (fieldtrip) van 5 dagen naar een buitenlandse stad (München of Berlijn)

Je moet rekening houden met kosten tussen de 50 en 100 euro voor binnenlandse fieldtrips op eigen gelegenheid en 300 tot 350 euro voor een (verplichte) buitenlandse fieldtrip met de hele klas en de internationale stroom van deze minor.

Ingangseisen

Doelgroep
  • De minor staat open voor iedere student, dus ook voor Kies op Maat.
  • Als Leisure & Events Management student, kun je afstuderen met de specialisatie kunst & cultuur, wanneer je deze minor goed afrond en ook een stage en professioneel product in dezelfde sector uitvoert.
  • Daarnaast is de minor bijzonder geschikt voor bijvoorbeeld studenten van opleidingen als Creative business, Communicatie, Media en design, zonder andere studenten uit te sluiten die interesse tonen in dit vakgebied.
  • Het is een zeer waardevolle voorbereiding voor studenten die graag in de kunst- en cultuursector willen werken.


Geïnteresseerd in deze minor? Kijk dan ook eens op de website van Kunst & Cultuurmanagement 2.

Toetsing

Toetsing

De uitgebreide expeditie op het gebied van kunst en cultuur resulteert in een groot aantal ontdekkingen en inzichten.

Alle opgedane kennis en ervaringen wordt gedeeld en getoetst in drie individuele eindproducten:

  • een oriëntatierapport over de Nederlandse kunst- en cultuursector;
  • een specialisatie/verdieping (performance) op een zelf gekozen onderwerp;
  • een persoonlijke journal.

In het journal dienen de ondernomen activiteiten, waaronder bedrijfs-, museum- en voorstellingsbezoeken, excursies (gast)colleges, netwerkgesprekken, te worden beschreven, inclusief de ontwikkelpunten en leerervaringen. Hiermee reflecteer je regelmatig op je eigen ontwikkeling.

De 15 EC bestaan dus uit:

  • Oriëntatierapport – minimaal 5,5 (50% van het eindcijfer)
  • Performance – minimaal 5,5 (50% van het eindcijfer)
  • Journal – voldoende/onvoldoende (voldoende is voorwaardelijk)