Kies op maat

Inloggen Menu

Praktijkondersteuner huisarts somatiek (POH) Deeltijd

Theoretisch en praktische beroepsvoorbereiding op de rol van praktijkondersteuner in de huisartsenpraktijk (POH somatiek).

Je leert zelfstandig consulten te voeren als praktijkondersteuner bij patiënten met chronische somatische ziekten (hart en vaatziekten (CVRM), COPD, astma en diabetes mellitus type 2 (DM2))
Het is een mooie variant op het beroep van HBO verpleegkundige, die haar eigen patiënten zal ontvangen in de wachtkamer na doorverwijzing van de huisarts.

 

Het onderwijs is als volgt opgebouwd:

 

In acht bijeenkomsten worden de drie kernbegrippen; klinisch redeneren, consult en vaardigheden, en CVRM/DM2 behandeld.

 

In het klinisch redeneren onderwijs wordt middels casuïstiek een goede kennisbasis gelegd. Ter voorbereiding hierop neem je thuis weblectures door en lees je de aanbevolen literatuur.

 

Na iedere klinisch redeneren bijeenkomst volgt een training consultvoering waarbij hetzelfde ziektebeeld centraal staat. In deze trainingen werk je aan de communicatie middels motiverende gespreksvoering, shared decision making en gebruik je gesprekstechnieken. Daarnaast leer je aan hoe je bijvoorbeeld LAB uitslagen, spirometrie en een enkel-arm index moet interpreteren, maar nog belangrijker; begrijpelijk overdragen op de patiënt.

Als laatst werk je aan een zorgplan gericht op CVRM/DM2. Hierbij leer je een risicoprofiel op te stellen en stel je leefstijlgerelateerde doelen en interventies.

 

De competenties uit het landelijk functieprofiel POH (LHV, 2017) vormen de leidraad van de competenties die de student moet behalen. De competenties zijn volgens de CanMED’s rollen ingedeeld.

Leerdoelen

De HBOV student kan:

CVRM :

  1. De taken uitvoeren van de POH bij patiënten met cardiovasculaire risico’s;
  2. De risicofactoren verhoogd cholesterol, hypertensie toelichten;
  3. De begeleiding uitvoeren van een patiënt met een stabiele angina pectoris en/of doorgemaakt hartinfarct.
  4. Een patiënt met een CVA/TIA begeleiden;
  5. Een patiënt met hartfalen begeleiden;
  6. PAV en de enkelarm-indexbepaling uitvoeren;
  7. Een gerichte anamnese en consultvoering uitvoeren;
  8. De aandachtspunten bij medicijngebruik door ouderen benoemen;
  9. De risico’s op chronische nierschade toelichten;
  10. Healthcounseling toepassen en gezond gedragsbehoud stimuleren;
  11. Aandachtspunten bij de voeding bij hart- en vaatziekten benoemen;
  12. Motiverende gespreksvoering toepassen;
  13. Cultuur sensitieve hypertensievoorlichting geven;

Astma/COPD

  1. De taken van de POH t.a.v. patiënten met astma/COPD toelichten;
  2. De inhoud van de NHG standaarden COPD, Astma bij volwassenen, bij kinderen verwoorden en deze integreren in zijn/handelen als POH;
  3. De medicamenteuze behandeling van astma/ COPD toelichten;
  4. Inhalatie-instructie geven;
  5. Spirometrie doen;
  6. Zelfmanagement bij astma/COPD stimuleren;
  7. De richtlijn allergie en saneren toelichten;
  8. Het belang van stoppen met roken aan patiënten uitdragen;
  9. De zorgstandaard en ketenzorg bij astma en COPD toelichten
  10. Een omschrijving geven van longrevalidatie.  

DM2:

  1. Kent de pathofysiologie van Diabetes Mellitus type 2;
  2. Kent het cardiometabool risico, gestoorde glucosetolerantie en gestoorde nuchtere glucose;
  3. Herkent comorbiditeit: depressie, cognitieve stoornissen, seksuele dysfunctie, en infecties;
  4. Herkent de verschijnselen van hypo- en hyperglykemie en de (mogelijke) risico’s hiervan;
  5. Kent de risicogroepen van DM2 (familiaire belasting, BMI ≥ 27 kg/m2, zwangerschapsdiabetes, Turkse, Marokkaanse, hindoestaanse, Surinaamse afkomst, hypertensie, vetstofwisselingsstoornissen, (verhoogd risico op) hart- en vaatziekten);
  6. Kent factoren die het beloop van de aandoening gunstig of ongunstig beïnvloeden (stress, roken, samenstelling voeding, mate van beweging, familiaire belasting, alcoholgebruik);
  7. Kent indicaties voor behandeling van DM2 (leefstijl beïnvloeding, medicatie);
  8. Kent de indicatie, werking en bijwerking van antidiabetica;
  9. Heeft inzicht in streefwaarden (beleid volgens protocol en bij afwijkende waarden); bloedglucose, hba1c, lipidenspectrum, kreatinine, albumine kreatinine ratio in urine;
  10. Kan bloedglucosewaarden meten en interpreteren.  

Ingangseisen

Voor Inholland verpleegkunde studenten geldt de volgende ingangseis: minoren zijn alleen toegankelijk voor studenten die alle eenheden van leeruitkomsten op niveau B hebben afgerond. 

Voor studenten buiten Inholland geldt de ingangseis dat je een voltijd zorg en welzijn opleiding volgt en de ingangseis van de betreffende Hogeschool. 

Literatuur

Wordt aangeboden in de vorm van weblectures en website-verwijzingen. Leidraad voor het keuzevak zijn de NHG-standaarden CVRM, chronische nierschade, perifeer arterieel vaatlijden, diabetes mellitus type 2, astma bij volwassenen en COPD.

Rooster

Het is een deeltijd programma, waarin acht themabijeenkomsten gepland worden. Meestal alle acht bijeenkomsten op de woensdag of vrijdag. Gezien het geringe aantal contactmomenten behoeft dit keuzevak wel enige mate van zelfstudie.

Toetsing

Er wordt gewerkt met kernbegrippen met bijbehorende leeruitkomsten. Deze leeruitkomsten mag je zelf in de eigen praktijk aantonen of je mag gebruik maken van ons aanbod van een casusgerichte stationstoets.

In deze stationstoets wordt een consult gesimuleerd met een trainingsacteur, daarna wordt bij het klinisch redeneren assessment één-op-één met een docent de kennis betreffende het ziektebeeld uitgevraagd.

Aanvullende informatie

Dit keuzevak levert vrijstellingen op t.a.v. het officiële diploma POH van de Inholland academy (post Hbo).
Het vrijstellingen traject bij de academy na HBOV diplomering bestaat uit voornamelijk stagelopen en het doen van een eindopdracht. Je dient je binnen 2 jaar na afronding van het keuzevak te melden bij de Inholland academy voor toelating tot het vrijgestelde traject. Je krijgt hierbij ook reductie op de cursusprijs.