Minor Stedenbouw en Landschapsarchitectuur
Wat maakt steden leefbaar en duurzaam? Hoe beïnvloedt klimaatverandering de inrichting van het landschap? Dit soort vragen wordt beantwoord in de vakgebieden stedenbouwkunde en landschapsarchitectuur. Deze minor biedt studenten de mogelijkheid om kennis te maken met de opleidingen Stedenbouw en Landschapsarchitectuur aan de Academie van Bouwkunst Amsterdam. Door een combinatie van theorie en praktijk leidt de Academie zowel conceptuele als realistische ontwerpers op. Deze minor heeft dezelfde aanpak. Naast ontwerpen staat het programma in het teken van onderzoeken, experimenteren, ontdekken, interviewen en excursies. Daarnaast doen studenten met een stage werkervaring op bij een ontwerpbureau. Het programma gaat verder dan veel andere minors: studenten verkennen verschillende disciplines en passen diverse onderzoeks- en ontwerptechnieken toe. Zo worden zelfstandigheid en nieuwsgierigheid gestimuleerd. Ook geeft het een helder inzicht in beide vakgebieden en laat het studenten ervaren wat een opleiding aan de Academie van Bouwkunst inhoudt.
Leerdoelen
1. Basis kennis van het landschap
• Ontstaanswijze en architectuur van parken en tuinen
• De relatie tussen opbouw van het landschap en ondergrond
• Invloed van de mens op de vorming van het landschap, landschapstypes
• Vegetatiekunde
• Werking van watersystemen
• Verhouding landschapsarchitectuur, stedenbouw en architectuur
2. Kennis van het vak stedenbouw, planologie en volkshuisvesting
• Stadsmorfologie en stedenbouwgeschiedenis
• Woningtypes, woonmilieus
• Openbare ruimte typologieën
• Werkgebieden
• Voorzieningen
• Verkeerskunde
• Kennis van grondexploitatie, dichtheid en verhoudingsgetallen
• Verhouding landschapsarchitectuur, stedenbouw en architectuur
3. Vaardigheid ontwerpen techniek en ontwerp
• Kennis nemen van het ontwerpproces
• Werken met maat en schaal
• Ontwerpen met plankaart, profielen en details
• Toepassen van beplanting
• Programma strategisch inzetten
• Maken verkaveling, indeling en dimensioneren van kavels • Leren ontwerpen met tijd
Ingangseisen
Aanmeldingsprocedure
Naast het aanmelden op Kies op Maat, moet je ook dit formulier invullen en de gevraagde documenten uploaden. Op deze manier komen jouw gegevens ook direct binnen bij de Academie van Bouwkunst.
Alle documenten moeten aangeleverd worden in het Engels.
De deadline is op 6 april 2025. Heb je nog vragen, dan kan je die mailen naar avb-premasters-minors@ahk.nl.
Om je aan te melden dient je thuisinstelling aangesloten te zijn bij Kies op Maat en bereid te zijn een leerovereenkomst aan te gaan.
Studenten aan een van onderstaande studierichtingen kunnen zich aanmelden voor de minor Stedenbouw en Landschapsarchitectuur:
• HBO bachelor: afstudeerrichting Bouwkunde, Civiele techniek, Landscape design, Ruimtelijke ordening en Planning met differentiatie architectuur, stedenbouw, stad- en streekontwikkeling of planologie.
• Hogeschool Larenstein: Tuin- en landschapsinrichting; alle afstudeerrichtingen.
• Hogeschool Windesheim: post-hbo-opleiding Stedenbouwkundige techniek en ruimtelijke planning.
• Universiteit: afstudeerrichting Ruimtelijke wetenschappen, Planologie en Sociale geografie.
• Kunstacademie: afstudeerrichting Design in Urban Interior Architecture, Openbare ruimte, Micromilieu, Architectonische vormgeving, Interieurarchitectuur.
• Kunstacademie: afstudeerrichting Architectonische vormgeving, Interieurarchitectuur, Monumentale kunst of vergelijkbaar.
Behalve bovenstaande opleidingseisen, vormen een portfolio en een motivatiebrief een verplicht onderdeel van de aanmeldingsprocedure.
Je motovatiebrief, portfolio, CV en leerovereenkomst kan je uploaden in dit formulier. Je hoeft dan niets meer te mailen of op te sturen naar de Academie van Bouwkunst.
Het aanleveren van een leerovereenkomst door student en examencommissie ondertekend is een voorwaarde voor starten aan de minor.
Literatuur
Na aanvang van de minor krijg je een uitgebreide literatuurlijst. Je kunt gebruik maken van de collectie van onze bibliotheek.
Rooster
De minor begint met een vierdaagse ontwerpworkshop eind augustus 2025. De eindpresentatie vindt plaats in januari 2026. Het precieze rooster is nog niet bekend.
Het basisweekschema geeft aan op welke dagen welke onderdelen van de minor plaats hebben. Gedurende de periode zijn er een aantal dagdelen die zich onttrekken aan het schema voor presentaties of de voorbereiding hiervan:
Maandag 9.30 - 16.30
Dinsdag 9.30 - 16.30 en 19.30 - 22.30
Woensdag 9.30 - 16.30
Donderdag 9.30 - 16.30 en 19.30 - 22.30
Vrijdag 9.30 - 16:30
De stageperiode is van oktober t/m december. Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor het vinden van een geschikte stageplaats.
Wijzigingen onder voorbehoud
Toetsing
De resultaten van de studio’s en workshops en aan het slot de integrale eindpresentatie zullen worden beoordeeld door een beoordelingscommissie bestaande uit de coördinatoren, aangevuld met gastdocenten en/of de hoofden van de opleidingen. Zij zullen in samenspraak een eindbeoordeling opstellen die duidelijk maakt of de student de minor met goed gevolg heeft afgerond.
Wanneer de student voor een of enkele onderdelen van de minor een onvoldoende heeft gehaald zal de beoordelingscommissie dit binnen het geheel aan behaalde resultaten wegen. Dit kan een negatieve beoordeling tot gevolg hebben of mogelijk het verzoek tot het doen van een korte aanvullende opgave van ongeveer twee weken direct na het presenteren van de eindtoets.
Bij de beoordelingen van de studio’s, workshops en eindtoets worden tevens de aanwezigheid bij de lezingen, oefeningen, excursies en bureaubezoeken meegewogen. Er wordt van de student verwacht dat deze alle onderdelen volgt. Eenmaal absentie per kwartaal op basis van gegronde reden en berichtgeving aan het studiesecretariaat en coördinatoren heeft nog geen consequentie voor het halen van de minor.
De student krijgt van elke beoordeling een ingevuld beoordelingsformulier met toelichting.
Aanvullende informatie
De voertaal van de minor is Engels.
Programmaonderdelen (30 EC totaal)
Workshop
Learning by doing. Door middel van het maken van maquettes en het voeren van discussies doorlopen studenten de verschillende ontwerpstappen van een project.
Studio 1
In de studio’s staat de ontwikkeling van ontwerpvaardigheid centraal. In Studio 1 worden vooral conceptvorming en stellingname geoefend, en het vertalen hiervan naar woord en beeld. Studio 1 is een landschapsarchitectonische opgave.
Excercises 1
In Exercises 1 worden door middel van oefeningen en excursies begrippen uit de landschapsarchitectuur en stedenbouw verkend. De excursies hebben een samenhang met de studio en met de in de lezing van de dinsdag ervoor behandelde stof. In de oefeningen worden de tien schalen van de landschapsarchitectuur en stedenbouw behandeld: van tuin tot landschap en van gebouw tot stad. Oefeningen en excursies vormen inspiratie voor de studio.
Lectures 1
In de Lectures 1 staat de opbouw van theoretische kennis over de vakgebieden stedenbouw en de landschapsarchitectuur centraal. Aan de hand van voorbeelden wordt in chronologische volgorde de stedenbouwkundige en de landschapsarchitectonische ontwikkeling van Nederland uiteengezet. Naar aanleiding van de lezing wordt tijdens Exercises 1 in een excursie een voorbeeld van de besproken tijdsperiode bezocht. Van de lezingen wordt geen verslag verwacht. De opgedane kennis kan worden gebruikt in de studio’s en de oefeningen (Exercises).
Studio 2
In Studio 2 ligt de nadruk op de uitwerking van een concept. Je gebruikt daarbij de stedenbouwkundige gereedschapskist.
Excercises 2
In Exercises 2 wordt door middel van oefeningen en excursies basiskennis over het ontwerp van steden en landschappen bijgebracht. Er is aandacht voor de verschillende lagen in de opbouw van de stad en het landschap. Daarnaast komen beplantingsleer, stedenbouwkundige typologieën en de openbare ruimte aan de orde.
Lectures 2
In de tweede reeks lezingen staat de hedendaagse ontwerppraktijk centraal. De lezingen behandelen thema’s die op dit moment in de stedenbouwkunde en de landschapsarchitectuur een rol spelen. Er is aandacht voor de ontwikkeling van het Nederlandse landschap, de gevolgen van klimaatverandering en de rol van biodiversiteit in de ontwerpopgave. De lezingen over stedenbouw gaan in op de grote transformatieopgaven, ontwerpen in context en ontwerpen met stedenbouwkundige typologieën.
Final Project
Naast de lessen werkt de student in de eigen tijd aan de eindtoets. Deze huiswerkopgave is ontwerpend van aard. Hierin worden kenniselementen verwerkt op basis van de lacunes die in de eerste helft van de minor bij de student zijn vastgesteld. De student presenteert het ontwerp aan de coördinator en eventueel een visiting critic. Net als in de studio’s wordt het werk beoordeeld aan de hand van de beoordelingsformulieren van de Academie van Bouwkunst. In een presentatie van 10 minuten toont de student een probleemstelling, de geformuleerde opgave, analyse, ontwerp en de belangrijkste detaillering. De wijze van presenteren is vrij. Stedenbouwstudenten met een voorkeur voor stedenbouw maken een ontwerp op het schaalniveau van een stad, stadsdeel, wijk of kleinere openbare ruimte. Landschapsarchitectuurstudenten met de voorkeur voor landschapsarchitectuur vervaardigen een ontwerp op het niveau van een regio of een kleinere landschappelijke eenheid zoals een park, plein, tuin of biotoop. De analyse en bewijsvoering moeten aansluiten op de specifieke opgave van de student. Bij de presentatie van de eindtoets combineert de student de overige onderdelen van de cursus in een portfolio.
Excursiegids
Tijdens de excursies doen studenten ervaring op met het opzoeken van informatie over projecten, het vergroten van het referentiekader en het vastleggen van informatie. Op drie achtereenvolgende donderdagen vinden excursies naar Nederlandse steden plaats. In kleine groepjes bereiden studenten deze excursies voor. Plannen, foto's en ervaringen worden samengebracht in een verslag.
Stage
Gedurende minimaal 12 weken doen studenten werkervaring op bij een stedenbouwkundig of landschappelijk bureau. Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor het regelen van een stageplek. Tijdens de stage werkt de student aan het bereiken van de gestelde leerdoelen voor de minor. Na de stage schrijft de student een verslag waarin wordt teruggeblikt op de werkzaamheden en de mate waarin de leerdoelen zijn behaald. Dit verslag wordt binnen twee weken na afronding van de stage ter beoordeling aan de coördinator voorgelegd.
De stageperiode is van oktober t/m december. Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor het vinden van een geschikte stageplaats.