Het hoofddoel van deze minor is om studenten van de lerarenopleidingen (Pabo en 2LW) met affiniteit voor rekenen te laten specialiseren op rekengebied. Dit is gericht op leerlingen in de bovenbouw van het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs en het mbo. Gedurende de minor kijken we dus over de grenzen van de schooltypes heen.

De expertgroep doorlopende leerlijnen taal en rekenen (ook wel “Commissie Meijerink” genoemd), bracht in 2008 haar rapport uit. Hierin werd onder meer geconstateerd dat in Nederland de rekensterke leerlingen te weinig tot hun recht komen en meer uitdaging verdienen. Ook werd in beeld gebracht dat de doorlopende leerlijn vanuit verschillende schooltypes onvoldoende op elkaar aansloot.

De minor rekenen is bedoeld om studenten op te leiden die op professionele wijze meedenken en -werken aan een helder schoolbeleid voor het vak rekenen binnen het po, vo en mbo.

Je gaat zelf op zoek naar een praktijkschool binnen het po, vo of mbo waar je vooraf afspraken maakt over de verwachtingen. Op deze praktijkschool ben je gemiddeld 3,5 dag aanwezig (3 à 4 dagen). De contactpersoon van de school is jouw sparringspartner, vraagbaak, sluit aan bij presentaties op Windesheim en evalueert jouw inzet.

Een aantal maanden voorafgaand aan de start van de minor vindt een kennismakingsbijeenkomst plaats, om kennis te maken met medestudenten en de eerste informatie rondom het vinden van de praktijkschool met jullie te delen.

Bekwaamheidsgebieden:

1. Vakinhoudelijk bekwaam
2. Vakdidactisch bekwaam
   a. Kennis
   b. Kunde
3. Professional in de organisatie

Na afloop van de minor beheers je de vakinhouden van de rekendomeinen. Je kunt didactisch flexibel schakelen in het handelingsniveau, kent de principes uit het ERWD-protocol, verdiept je in het beleid en doet praktijkonderzoek. Onderwerpen als rekenzorgen (dyscalculie, sterke rekenaars, rekenangst), differentiatie en motivatie en de ideale rekenles komen voorbij. Dit alles wordt gecombineerd met jouw aanwezigheid op de praktijkschool waar je zelf naar op zoek gaat.

De minor bestaat uit zes onderdelen, onderverdeeld in vakken:

• Vakdidactiek 1 (5 EC)
  Leerlijnen, modelgebruik en eigen vaardigheid komen aan bod. Het is een combinatie van vakinhoud en vakdidactiek. Dit wordt afgerond met een schriftelijk tentamen.

• Vakdidactiek 2
  Eveneens komen hier de leerlijnen, het modelgebruik en de eigen vaardigheid aan bod. Ook hier geldt een combinatie van vakinhoud en vakdidactiek, maar je integreert dit in een afrondend verslag dat verweven is in het vak “mijn ideale rekenles”.

• Mijn ideale rekenles (10 EC)
  Je staat stil bij aspecten die volgens jouw visie belangrijk zijn voor een goede rekenles. Je gaat aan de slag met kijkwijzers, lesson study, neemt een instructiefilmpje op, verkrijgt 360° feedback en buigt je over differentiatie en motivatie. Je rondt het vak af door middel van een verslag waar ook vakdidactiek 2 in verweven zit en door het maken van een instructiefilmpje.

• Rekenen op beleidsniveau (5 EC)
  In dit vak verdiep je je in het rekenbeleid. Je staat stil bij de rekeneisen uit het mbo, de rekenzorgen vanuit het ERWD-protocol, sterke rekenaars, dyscalculie, rekenangst en het rekenbelevingsgesprek. Je rondt het vak af door een presentatie.

• Praktijkonderzoek ontwerpen (5 EC)
  Op de praktijkschool voer je een onderzoek uit over een onderwerp naar keuze. Je doet een literatuurstudie, verzamelt data en volgt de innovatiecyclus. Je rondt het vak af door een verslag en presentatie. Bij deze presentatie is de contactpersoon van jouw school aanwezig.

• Eindassessment (5 EC)
  Dit is de formele afronding van de minor en jouw praktijkstage. Door middel van een criteriumgericht interview en een door jou ingevulde zelfinschattingslijst wordt nagegaan op welke vlakken je groei hebt doorgemaakt en op welke vlakken je je graag nog verder ontwikkelt. Je hebt een dossier gevormd waarin je aangeeft hoe je gewerkt hebt aan de verschillende aspecten, waar tijdens het CGI verder op wordt ingegaan.

Na het volgen van de minor rekenen ben je dichtbij een bevoegdheid voor het vak rekenen. Door na de minor nog de expert-module (5 bijeenkomsten) van de cursus “rekenbevoegdheid” te volgen, krijg je (in combinatie met je t.z.t. afgeronde tweedegraads lerarenopleiding) een diploma. De minor dekt de lading van de “basis” en “gevorderd” module uit de cursus rekenbevoegdheid.

De meeste studenten hebben een achtergrond met een lerarenopleiding. Echter ben je ook welkom met een andere vooropleiding, bijvoorbeeld als je je orienteert op werken in het onderwijs en het vak rekenen je aanspreekt. Indien je geen onderwijsachtergrond hebt is het belangrijk om je te realiseren dat je je op sommige onderdelen handelingsonbekwaam kunt voelen en je hier (met hulp) zelf een weg in zult vinden.

Materiaal op de ELO

Elke dinsdag is een collegedag met aanwezigheidsplicht. Per collegedag volg je drie vakken op de volgende lestijden: 08.45 – 10.45 uur, 11.00 – 12.30 uur en 13.00 – 15.00 uur.

Schriftelijke tentamens

Stage portfolio en eindassessment

Onderzoeksverslag en presentatie

Huiswerkopdrachten

De minor gaat van start bij voldoende inschrijvingen. Toelating geschiedt op volgorde van inschrijving. Houd er rekening mee dat een minor niet door kan gaan vanwege te weinig aanmeldingen of dat een minor vol kan zijn.

Zorg ervoor dat je leerovereenkomst ook voor het einde van de inschrijfperiode ondertekend is en per mail bij de contactpersoon binnen is.
Mail je overeenkomst naar minorsbe@windesheim.nl

Let op; deeltijdstudenten betalen vaak een lager bedrag aan collegegeld dan het collegegeld dat voor de deeltijd of voltijdopleiding staat waar zij de minor willen volgen. Houd er rekening mee dat je in dat geval het verschil zelf dient te betalen.

Ben je student van Windesheim? Schrijf je dan in via de intekenapplicatie van Windesheim. Kijk voor meer informatie op de site aanbod persoonlijke profilering.