Onbegrepen gedrag bij mensen met een (L)VB
Werk je met mensen met een (licht) verstandelijke beperking en weet je soms niet goed hoe je hun gedrag moet duiden of welke begeleiding passend is? Sta je met collega’s voor een casus waarbij je vastloopt en zoek je een manier om verder te komen?
In de minor Onbegrepen gedrag bij mensen met een (licht) verstandelijke beperking (NLQF 5) leer je een casus grondig te analyseren én samen met de cliënt te communiceren. Met behulp van theorie en een werkwijze uit het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE) onderzoek je gedrag en ontwerp je passende interventies. Zo ontstaat een helder en theoretisch onderbouwd geheel, waarmee je weer positieve beweging in de casus brengt.
Leerdoelen
Je volgt vijf ELA’s over verschillende thema’s, bijvoorbeeld LVB, Trauma en emotionele ontwikkeling. Daarnaast zijn er vijf TWP bijeenkomsten waarin je werkt aan je eindproduct. Tussentijds is er een feedbackmoment over de beeldvorming van jouw client. Dit zorgt voor extra verdieping in jouw eigen uitwerking. Communicatie en gespreksvoering zijn een belangrijk onderdeel tijdens de lessen. Daarnaast is er een uitgebreide online leeromgeving waar je zelfstandig met theorie aan de slag kunt.
Ingangseisen
-
Je volgt een Ad- of bacheloropleiding (voltijd/deeltijd/duaal).
-
Je hebt interesse in het gedrag van mensen met een beperking.
-
Je bent werkzaam op een passende praktijkplek waar je aan de leerdoelen van de minor kan werken. Onder passende praktijkplek verstaan wij een setting waarbinnen mensen begeleid worden met een verstandelijke beperking; de ernst van de verstandelijke beperking is niet bepalend, ook de vorm van hulpverlening niet. Ambulant, wonen, klinisch of dagbesteding, alle vormen zijn mogelijk.
-
Voor je toelating wordt aan jou gevraagd een werkplekscan in te vullen om in te kunnen schatten of je op jouw leerwerkplek kan werken aan de specifieke leeruitkomst. De werkplekscan wordt vind je hiernaast en wordt beoordeeld door de minorcoördinator. Voor een snelle afhandeling kun je deze alvast downloaden en invullen.
-
Een casus is geschikt als er sprake is van gedrag waar de omgeving niet goed mee om weet te gaan, het is niet duidelijk waar dit gedrag vandaan komt en men weet nog niet welke richting gekozen moet worden om hier een positieve verandering in te realiseren. Dit kan een client zijn die de student zelf begeleidt, maar dit is geen vereiste. De client mag bijvoorbeeld ook wonen op een andere woongroep van de organisatie waar jij werkt.
-
Heb je twijfels over de ingangseisen of heb je andere inhoudelijke vragen? Neem dan contact op met minorcoördinator Esther Sipma.
Rooster
De lesdag in semester 2 valt op vrijdag. Er geldt een 100% aanwezigheidsplicht.
De minor bestaat uit 6 lesdagen van 4 uur waarvan de laatste bijeenkomst bestaat uit presentaties. Iedere lesdag bestaat uit 2 blokken van 2 uur:
-
2 uur: Themawerkplaats (TWP);
-
2 uur: Expert leeractiviteit (ELA).
Toetsing
In deze minor doorloop je de stappen van een opdracht, met als doel een positieve verandering te brengen in de situatie van de client en zijn/haar omgeving. Je werkt toe naar een presentatie waarin je feedback krijgt van je medestudenten en de docenten. Dit zal plaatsvinden tijdens de laatste bijeenkomst. Daarnaast werk je aan een theoretische onderlegger. Daarmee toon je aan dat je de stappen adequaat hebt doorlopen en reflecteer je op de geleerde lessen. Deze koppel je aan jouw eigen professionele ontwikkeling.
Aanvullende informatie
Ben je op zoek naar een soortgelijke minor van 30 EC's (NLQF 6), dan verwijzen wij je door naar de minor Onbegrepen gedrag bij mensen met NAH en VB.
Heb je vragen over (de status van) je inschrijving, het rooster of andere startinformatie? Neem dan contact op met het Bedrijfsbureau Leven Lang Leren.