Kies op maat

Inloggen Menu

Ontwikkelingsgericht Onderwijs (OGO)

In de minor Ontwikkelingsgericht Onderwijs (OGO) leer je betekenisvol onderwijs te geven. Je wilt de creativiteit van de leerlingen bevorderen, en de onderzoekende houding stimuleren in een rijke leeromgeving. Of je wilt het spel van je kleuters verdiepen. Kortom: je wordt OGO- specialist met een officieel ‘OGO’ certificaat van de OGO- Academie.

Er zijn 2 niveaus van afstuderen, die vermeld worden op het certificaat:

De minor van 30 ec. leidt op voor niveau 2 ( basiscertificaat).  Dit vraagt om naast de verplichte literatuur 2 thema’s ontwikkelingsgericht uit te voeren en hierbij de kinderen te begeleiden met behulp van HOREB. 

Als ‘OGO-leerkracht’ stimuleer je je leerlingen om hun volledige persoonlijkheid te ontwikkelen. Dat bereik je door te thematiseren: je verbindt jouw bedoelingen met de betekenissen van kinderen in een thema, en je bemiddelt daar tussen. Bijvoorbeeld door rollenspelen te gebruiken, waarbij leerlingen zich leren verplaatsen in de ander en een probleem leren oplossen. Naast ontwerper en stimulator van spelactiviteiten, ben jij ook deelnemer: zo begeleid, verdiep en verbreed je hun ontwikkeling!

 

Leerdoelen

Tijdens de minor ‘OGO’:

  • ontdek je wat OGO precies inhoudt door specifieke OGO- literatuur te bestuderen;
  • ontwerp je één of meerdere OGO- thema’s en voert die ook uit
  • voer je actieonderzoek uit waarmee je je eigen OGO-praktijk verbetert
  • observeer je de ontwikkeling van de kinderen
  • ontdek je hoe je als leerkracht naast ontwerper en stimulator van leeractiviteiten, ook begeleider en deelnemer kunt zijn.

Ingangseisen

De minor ‘OGO’ bestaat uit 11 bijeenkomsten. 6 daarvan zijn door Hogeschool Viaa georganiseerd. De resterende 5 zijn (leerteam)bijeenkomsten, die je zelf plant. Daarnaast krijg je een klassenbezoek van een (OGO)docent vanuit Hogeschool Viaa.

Literatuur

Niveau 2 (basiscertificaat):

- Dobber, M. en van Oers, B. (2018) Spelen en werken op school. Assen, van Gorcum

- Minimaal twee van de volgende teksten:

de Haan, D. (2011). Persoonsvorming en ontwikkelingsgericht onderwijs. In Onderwijsraad (Ed.), Essays over vorming in het onderwijs. Den Haag: Onderwijsraad.

van Oers, B. & Duijkers, D. (2012). Teaching in a play-based curriculum: Theory, practice and evidence of Developmental Education for young children. Journal of Curriculum Studies, 44(1), 1-24. http://dx.doi.org/10.1080/00220272.2011.637182

van Oers, B. (2012). Developmental Education: Foundations of a play-based curriculum. In B. van Oers (ed.), Developmental Education for young children. Concept, Practice, and Implementation (pp. 13-25). Dordrecht: Springer.

van Oers, B. (2013). Is it play? Towards a reconceptualization of role-play from an

activity theory perspective. European Early Childhood Education Research Journal, 21(2), 185-198. http://dx.doi.org/10.1080/1350293X.2013.789199 

van der Veen, C., Dobber, M. & van Oers, B. (2013). Ontwikkelingsgericht Onderwijs... Werkt dat? De belangrijkste onderzoeksresultaten bezien. Zone, 12(4), 8 - 12.

Wardekker, W. (2012). Responsible teaching. In B. van Oers (ed.), Developmental Education for young children. Concept, Practice, and Implementation (pp. 27-39). Dordrecht: Springer.

- Minimaal 5 actuele artikelen uit Zone: eigen keuze van studenten.

Onderbouw:

Niveau 1:

Janssen-Vos, F. (2017). Basisontwikkeling voor peuters en de onderbouw. Assen: Van Gorcum.

Niveau 2:

Pompert, B. (2012). Teaching reading by writing. In B. van Oers (ed.), Developmental Education for young children. Concept, Practice, and Implementation (pp. 239-252). Dordrecht: Springer.

Pompert, B. (in press). Zinvol lezen en schrijven in thema's, spel en onderzoek.

Bovenbouw:

Niveau 1:

De Koning, L. (2013). Vakken en vorming in onderzoek. Assen: Van Gorcum.

Niveau 2:

Van Oers, B. (2009). Ontwikkelingsgericht werken in de bovenbouw van de basisschool Een theoretische verkenning met het oog op de praktijk. De Activiteit: Alkmaar.

De Activiteit. (2014). DVD ‘Ontwikkelingsgericht Onderwijs in de bovenbouw’. Alkmaar: De Activiteit.

Rooster

De vaste vijf bijeenkomsten vinden plaats tussen augustus en oktober.

De toets- en presentatiebijeenkomst wordt gepland in toetsweek van blok 2. De overige vijf (leerteam)bijeenkomsten plan je zelf in. Je docent geeft je hiervoor de benodigde informatie.

De lesdagen zijn op donderdag en vrijdag. 

Toetsing

Tijdens de bijeenkomsten vertaal je de theorie over OGO naar de praktijk door opdrachten te maken en presentaties te geven. Ook maak je filmopnames waarin je laat zien hoe je leerlingen begeleidt die onderzoek doen of spelen. Daarnaast laat je met deze opnames zien hoe je zogenaamde ‘leerkrachtrollen’ in je (spel)begeleiding verwerkt.

Voor de afsluitende toets maak je een beeldjournaal als voorbereiding op een criteriumgericht interview.