De student leert bestaande gebouwen een nieuwe bestemming te geven. In een onderzoeksfase en een uitwerkingsfase gaat een projectgroepje aan de slag met een leegstaand vastgoedobject. De student plant zelfstandig, onderzoekt, werkt de nieuwe bestemming technisch en financieel uit en presenteert het resultaat aan de opdrachtgever.

De onderzoeksfase start met een bouwhistorisch onderzoek: welke functies heeft het pand al gehad, wat is daarvan de historische, maar ook de functionele waarde en wat betekent dat voor de huidige kenmerken en de beleving van het pand. In het bouwtechnisch onderzoek wordt gekeken naar hoe het pand eraan toe is: is er sprake van asbest? Wat leert thermografisch onderzoek over het energieverbruik? Vervolgens wordt onderzocht met bijvoorbeeld een marktvraag- en concurrentieanalyse, welke functies mogelijkerwijs een rendabele invulling zijn voor het gebouw.

Dit resulteert in een adviesrapport met drie functievarianten, waaruit de opdrachtgever een keuze maakt. De keuze wordt technisch en financieel verder uitgewerkt, waarbij wordt achterhaalt of de nieuwe invulling (functie) rendabel is op de langere termijn.

Het kunnen opstellen van een onderzoeksplan voor een (zelf in projectverband) uit te voeren praktijkgericht onderzoek naar een her te bestemmen gebouw.

Het kunnen verwerken van de resultaten uit het onderzoek tot een professioneel adviesrapport waarin o.a. historische, bouwtechnische, functionele en financiële aspecten worden belicht.

Het presenteren van de bevindingen aan stakeholders.

De student volgt een bachelor Bouwkunde of bachelor Built Environment. Toelating van studenten met een bachelor Vastgoedkunde/Makelaardij in overleg met coördinator.

Naast verplichte colleges (16-20 uur/week) bezoek je met je projectgroep je projectlocatie, doet ter plekke veldonderzoek en verwerkt informatie in rapporten (ca 16 uur).

De toetsing bestaat uit (project)opdrachten, rapporten en presentaties.

Er wordt gewerkt in projectgroepen van ca. 6 studenten waarbij wordt gestreefd naar een multidisciplinaire samenstelling.