Kies op maat

Inloggen Menu

Racisme en discriminatie op de werkvloer en in de samenleving

Onze samenleving wordt ook wel als superdivers omschreven, met oog op de grote diversiteit aan leefstijlen en achtergronden van mensen. Tegelijkertijd zien we dat samenleven en samenwerken op een echt gelijkwaardige en inclusieve manier slecht lukt. Zo laat onderzoek van het SCP uit 2020 zien dat meer dan een op de vier mensen discriminatie ervaart.[i] In recent onderzoek onder alumni van De Haagse Hogeschool verklaart 39% van alumni dat ze in het laatste jaar op de werkvloer een negatieve ervaring hebben gehad en onheus zijn bejegend gebaseerd op een identiteitskenmerk, zoals gender, migratieachtergrond, geloof, leeftijd, beperking of seksuele oriëntatie.[ii]

 

In deze minor leer je over de machtsstructuren en maatschappelijke verhoudingen die het alledaagse samenwerken op de werkvloer tussen collega’s maar ook in het maken van beleid beïnvloeden en in stand houden, van stagediscriminatie tot de toeslagenaffaire.

 

We gaan heel praktisch aan de slag.[iii] In deze minor analyseer je in een groepje een praktisch vraagstuk van een organisatie op het gebied van in- en uitsluiting. Je geeft bijvoorbeeld advies hoe de organisatie meer inclusief kan omgaan met een uitdaging, van werving van personeel tot het als gemeente omgaan met het slavernijverleden. Ook ga je aan de slag met jezelf; wat bepaalt jouw perspectief op de ander en de wereld en waar zitten jouw blinde vlekken? We oefenen door gesprekken en trainingen (zoals een omstanderstraining en deep democracy gesprekken over actuele maatschappelijke thema’s) ook hoe je hier zelf een positie in kunt innemen, welke verantwoordelijkheid en invloed je zelf hebt (of niet) en wat je handelingsstrategieën kunnen zijn.

 

Je krijgt hiertoe in deze minor de nodige kennis aangereikt via werkcolleges. Zo nodigen we experts en ervaringsdeskundigen op het gebied van machtsverhoudingen, discriminatie en racisme uit (denk o.a. aan Dr. Francio Guadeloupe (UvA), adviseur evidence based aanpak van racisme Hanneke Felten (Movisie), mede-oprichter van The Black Archives Mitchell Esajas). Regelmatig ga je ook op excursie naar organisaties, met als doel meer inzicht te krijgen in hoe op de werkvloer van o.a. de politie, ziekenhuizen, musea en overheden aan vraagstukken rondom inclusie wordt gewerkt, welke stappen men heeft genomen hiervoor en wat daarin wel en niet werkt. Tot slot reflecteer je ook veel op jezelf middels opdrachten en intervisie en oefen je ook in het omgaan met uitsluitend en grensoverschrijdend gedrag middels trainingen en gesprekken.

 

 

[i] Ervaren discriminatie in Nederland II. Sociaal Cultureel Planbureau. 2020

[ii] Diversiteit en inclusie op de werkvloer. EMMA. 2022

[iii] Een praktische vertaling is natuurlijk onmisbaar voor elke HBO minor. In voorbereiding op deze minor is een onderzoek verricht door onderzoeksbureau EMMA onder alumni van de Haagse Hogeschool. Zo is hen gevraagd of en wat voor soort toerusting ze zelf zouden willen hebben gekregen tijdens hun opleiding. Hierin werd het krijgen van handvatten om om te gaan met ongewenst gedrag en het gesprek hierover te kunnen voeren, naast kennis over de achterliggende maatschappelijke patronen door hen geprioriteerd.

Daarnaast onderstreept onderzoek naar manieren om discriminatie en racisme tegen te gaan het belang van horen en inleven van persoonlijke verhalen (door documentaires, gastsprekers) en het oefenen met ander gedrag naast meer bewustzijn creëren belangrijk is. Deze elementen krijgen daarom veel aandacht in de verdere uitwerking na een GO.   

Leerdoelen

Gelijkwaardigheid tussen mensen is wettelijk vastgelegd als een belangrijke basis van onze samenleving. Andersoortige behandeling op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, of op welke grond dan ook, is daarmee niet toegestaan. Tegelijkertijd blijkt dit in de praktijk verre van vanzelfsprekend. Maatschappelijke misstanden zoals onderadvisering in het onderwijs, de toeslagenaffaire, gezondheidsachterstanden van mensen die in een sociaal-economisch zwakkere omgeving opgroeien, laten zien dat het nog steeds grote moeite kost om inclusief te werken en rechtvaardig samen te leven. Soortgelijke processen zien we ook terug op de werkvloer in voorbeelden (stage-) discriminatie, ongelijke behandeling en salariëring. Hoewel gelijkwaardigheid een mooi ideaal is, verankerd in de grondwet, is het verre van werkelijkheid. Als toekomstige professional kom je straks op de werkvloer ook voor deze uitdagingen te staan.

 

Daarom heeft deze minor heeft tot doel om studenten tot bewuste, kritische en vaardige professionals op te leiden die:

 

(1)    kennis hebben van machtsstructuren en daaruit voortvloeiende maatschappelijke processen van in- en uitsluiting en stereotypering en de uitwerking hiervan voor dagelijks leven van mensen in gemarginaliseerde posities vanwege identiteitskenmerken als leeftijd, beperking, gender, migratieachtergrond, seksuele oriëntatie en/of geloof; 

(2)    in staat zijn om grensoverschrijdend en uitsluitend gedrag van anderen en van jezelf in de context van de werkvloer te (h)erkennen en daarop interventies en beleidsadvies te kunnen bieden;

(3)    handvatten en competenties beheersen die hen in staat stellen een concrete positieve bijdrage te leveren aan en verantwoordelijkheid te nemen voor een inclusieve werkvloer en samenleving. Dit alles startend bij de student die zich bewust is van diens wereldbeeld, positie in de samenleving en daaruit voortvloeiend zelfbeeld en/of privileges.

In deze minor verbinden we kennis en begrip van de ontwikkelingen en patronen op macroniveau met de uitwerkingen op meso niveau (de rol en impact van beleidsinterventies en management om deze patronen ook op de werkvloer te doorzien en doorbreken) en op microniveau (jij als professional en hoe jij hierin kunt acteren).

Ingangseisen

Afgeronde propedeuse van elke opleiding is een ingangseis. Wil je de minor graag volgen, maar heb je je propedeuse nog niet afgerond? Stuur dan een motivatiebrief naar de minor coördinator. We vragen je studiebegeleider of mentor dan om advies of een uitzondering mogelijk is.

Literatuur

We reiken gedurende de minor diverse vormen aan van kennis om de doelen te bereiken. Denk aan documentaires, podcasts, een bezoek aan een tentoonstelling, korte videoclips als onderdeel van werkcolleges. Daarnaast bieden we een reader aan, opgebouwd uit artikelen en hoofdstukken van boeken over machtsstructuren en identiteit, uitsluiting op basis van diverse identiteitskenmerken. Denk bijvoorbeeld aan onderdelen uit:  

  • Van den Broek, L. (2020): Wit is nu aan zet. Racisme in Nederland. Amsterdam University Press. Amsterdam. 
  • Bouchallikt, K., Papaikonomou, Z. (2021): De inclusiemarathon. Over diversiteit en gelijkwaardigheid op de werkvloer. Amsterdam University Press. Amsterdam. 
  • Wekker, G. D. (2020) Witte onschuld. Paradoxen van kolonialisme en ras. Amsterdam University Press. Amsterdam. 
  • Downs, A. (2012) The Velvet Rage. Hachette Books.  
  • Luyendijk, J. (2022) De Zeven Vinkjes. Uitgeverij Pluijm. Amersfoort.  
  • Guadeloupe, F. (2022). Black Man in the Netherlands. An Afro-Antillean Anthropology. University Press of Missisippi. Jackson.  
  • Bos, B. (2021). Hoogste tijd voor diversiteitsbeleid.  
  • Hill Collins, P. (2019) Intersectionality as Critical Social Theory. Duke University Press. Durham.   
  • Crenshaw, Kimberlé Williams. 1991. Mapping the Margins: Intersectionality, Identity Politics, and violence against Women of Color. Stanford Law Review 43 (6): 1241-1299. 

Rooster

Max 12 contacturen per week.

Toetsing

We toetsen de einddoelen op twee manieren: 

Adviesopdracht (50%, minimumeis 5,5): in opdracht van een externe partner wordt in kleine groepjes gewerkt aan een vraagstuk waar de organisatie tegenaan loopt waarbij de nadruk ligt op analyse van de context en probleem middels kwalitatieve onderzoeksvaardigheden (interviews) en het doen van aanbevelingen (toetsing einddoel 1). Vorm: rapport met analyse en aanbevelingen, ook vertaald naar creatieve afsluitende vorm (infographic, dialoogbijeenkomst, etc) passend bij aanbevelingen en in overleg met opdrachtgever.  

Assessment (50%, minimumeis 5,5): individuele toetsing op diepgang en begrip van handelingsperspectieven en interventies in de vorm van een assessment (toetsing einddoel 2). Het assessment wordt opgebouwd uit een schriftelijk en mondeling onderdeel: 

  • Casusbespreking. Keuze uit twee casussen die de student kort mag inlezen van tevoren, daarna in gesprek met docenten en/of externen waarbij student moet laten zien in staat te zijn op de situatie te reflecteren en van meerdere kanten te kunnen belichten, daarna ook eigen handelingsperspectief en afwegingen daarin te benoemen en onderbouwen.  
  • Ingeleverd portfolio wordt besproken en bevraagd. In dit portfolio staan reflectie op het leerproces centraal, gekoppeld aan persoonlijke leerdoelen en specifieke onderwijsaspecten zoals de omstandertraining, bezoek aan een bedrijf en intervisie.  

Planning toetsing:  

Adviesopdracht: week 9, herkansing week 12.  

Assessment: week 10, herkansing week 12