Werken met gezinnen in complexe situaties
Studenten leren om verschillende rollen (o.a. ondersteuning, begeleiding en zorgcoördinatie) uit te voeren in het werken met gezinnen met complexe problemen op meerdere levensgebieden. Daarbij is in elk geval sprake van ernstige opvoedingsproblemen, zoals kindermishandeling en/of huiselijk geweld. De ondersteuning vraagt in deze gezinnen o.a. om multidisciplinair samenwerken, met andere professionals, ouders en kinderen. Studenten maken samen met het gezin een ondersteuningsplan met afspraken, rollen en taken voor gezinsleden, hun netwerk en professionals en de dynamiek die daarbij een rol speelt. Monitoring en evaluatie zijn onderdelen van het ondersteuningsplan.
Leerdoelen
Einddoelen:
De student
· Oriënteert zich op complexe problemen in gezinnen, de (maatschappelijk) context waarin zij leven, de verschillende talen, gewoonten en gebruiken die zich daarin aandienen.
· Analyseert een complexe casus rond een jeugdige en zijn ouders waarbij aantoonbaar problemen op meerdere ontwikkelingsgebieden tegelijkertijd een rol spelen.
· Stelt samen met het gezin een ondersteuningsplan dat aantoonbaar gericht is op het versterken van vertrouwen in eigen regie, het opbouwen van een eigen identiteit, de ontwikkeling van (relationele) autonomie en de ondersteuning van ouders om dat ook te doen.
· Werkt in de ontwikkeling en beschrijving van het ondersteuningsplan samen met anderen die betrokken zijn bij de jeugdige en/of ouders, waaronder in elk geval de school.
· Kan zich verplaatsen in de perspectieven van professionals uit andere domeinen dan de jeugdhulp en is in staat om perspectieven vanuit verschillende domeinen te verbinden.
· Ondersteunt jeugdigen en ouders bij regie voeren op de ontwikkeling van het ondersteuningsplan, gericht op hun wensen, behoeften en mogelijkheden, waaronder samenwerking met andere professionals en het sociale netwerk.
· Handelt binnen juridische, professionele, financiële en ethische kaders, met oog voor de belangen en de privacy van jeugdigen en ouders, professionals en organisaties. Te denken valt aan dilemma’s rond het dienen van publiek belang als ambtenaar versus gedragscode van de hulpverlener, kostenbewustzijn, tijdig op- en afschalen van hulp.
Ingangseisen
Studenten van sociale en/of pedagogische studies, die geïnteresseerd zijn in de samenwerking tussen gezinnen en professionals gericht op ondersteuning aan de jeugd.
Basiskennis en vaardigheden m.b.t. opvoeding, ontwikkeling van jeugdigen, communicatie en reflectie. Studenten van bovengenoemde studies zijn zondermeer toelaatbaar
Literatuur
- Richtlijn Gezinnen met meervoudige en complexe problemen
- Richtlijn Samen met ouders en jeugdigen beslissen over passende hulp
- Richtlijn kindermishandeling
Online-materialen
Rooster
- Wekelijks hoorcollege (1 x 60 min) 14 uur
- Wekelijks interactiecolleges (2 x 1,5 uur per week) 46 uur
- Zelfstudie (literatuurstudie, verwerkingsopdrachten; 20 uur per week) 280 uur
- Training (7 x 1,5uur) 10,5 uur
- Hoorcolleges van professionals uit de praktijk (7 x 1,5 uur) 10,5 uur
- Projectgroep begeleid t.b.v. toetsopdracht (45 min. per week) 10.5 uur
- Opdrachten (2-4 uur per week) 56 uur
- Toetsopdracht 1 (7 x 8 uur = 56 uur)
- Toetsopdracht 2 (7 x 8 uur = 56 uur)
Toetsopdracht 3 (7 x 8 uur = 56 uur)
Toetsing
Deeltoets 1: analyse casus + poster:
Poging 1, blok 1
Poging 2, blok 2
Weging: analyse casus + poster (35%)
Deeltoets 2: Assessment gesprek + reflectieverslag:
Poging 1, blok 2
Poging 2, blok 3
Weging: assessment + reflectieverslag: (30%)
Deeltoets 3: Ondersteuningsplan
Poging 1 blok 2
Poging 2 blok 3
Weging Ondersteuningsplan (35%)
Het eindcijfer is een gewogen gemiddelde van de 3 deeltoetsen. Voor elke toets moet minimaal een voldoende behaald worden.
Aanvullende informatie
De minor werd ontwikkeld met cofinanciering van de gemeente Den Haag.
90 contact uren en 750 zelfstudieuren