Kies op maat

Inloggen Menu

Zicht op Passend en Speciaal onderwijs

Vanuit het werkveld blijkt er behoefte te zijn aan professionals die een open attitude hebben en voldoende praktische kennis en vaardigheden bezitten om binnen het (voortgezet) speciaal onderwijs en regulier onderwijs passende onderwijsbehoeften te bieden aan kinderen. Studenten van de lerarenopleiding en social work geven aan behoefte te hebben aan een verdiepings- en verbredingslag ten aanzien van problematische situaties en speciale zorg binnen het onderwijs.


De minor sluit aan bij de bekwaamheidseisen van het leraarschap

Leerdoelen

Aan het eind van deze minor (30 ec):

1. Kennis en inzicht
De student heeft kennis en inzicht van:
relevante en actuele ontwikkelingen rondom het (voortgezet) speciaal en passend onderwijs;
de onderzoekfases die je moet doorlopen om een praktijkonderzoek uit te voeren volgens Verdonk & Van Lanen (2016); de zorgstructuur van de stageschool (inclusief de sociale kaart);
De verschillende doelgroepen die er binnen het (V)SO zijn en welke vaardigheden dit van hen vraagt.

2. Toepassen kennis en inzicht
De student is in staat om:
de kennis en vaardigheden over passend en/of speciaal onderwijs toe te passen in de praktijk door middel van de leerlingbegeleiding; verschillende begeleidingstechnieken toe te passen in de leerlingbegeleiding;
een interventie of plan op stellen om de leerlingbegeleiding vorm te geven; de onderzoek vaardigheden toe te passen tijdens het uitvoeren van het onderzoek; onderzoek te doen in het kader van passend of speciaal onderwijs.

3. Oordeelsvorming
De student is in staat om:
- gegevens te verzamelen en te interpreteren met als doel een oordeel te vormen.

4. Communicatie
De student is in staat om:
- in een multidisciplinair groep te werken;
- samen te werken en te communiceren met diverse professionals die zorg bieden aan leerlingen, ouders en leerkrachten;
- Te communiceren met leerlingen die een specifieke ontwikkelings- en/of onderwijsbehoefte hebben

5. Leervaardigheden
De student is in staat om:
- te reflecteren op eigen competenties en de ontwikkeling hierin op niveau 4 (visiegericht reflecteren);
- persoonlijke leerdoelen te formuleren en te beschrijven waar de persoonlijke interesses liggen;
- Te beoordelen of hij/zij geschikt zou zijn om met deze doelgroep te gaan werken.

6. Attitude
De student is in staat om:
zich te verplaatsen in de belevingswereld van de leerling met een specifieke ontwikkelings- en/of onderwijsbehoefte zich in te leven in de problematiek van de leerling met een specifieke ontwikkelings- en of onderwijsbehoefte zich in te leven in de zorg die ouders en andere betrokkenen hebben rondom het kind met een specifieke ontwikkelings- en/of onderwijsbehoefte bij zichzelf na te gaan welk effect de situaties waarmee de student geconfronteerd wordt tijdens de minor op hem/haar hebben.

Ingangseisen

De Minor Zicht op Passend en Speciaal Onderwijs is geschikt voor studenten die studeren aan IVL of een opleiding doen bij ISO. Voor studenten van ISO geldt dat zij wel toestemming moeten hebben van de examencommissie van de eigen opleiding en de coördinator van de minor. De minor staat tevens open voor studenten van lerarenopleidingen van andere instituten via Kies op Maat.

Studenten moeten kennis hebben van en affiniteit hebben met onderwijs aan kinderen met specifieke onderwijsbehoeften binnen het speciaal (PO of VO) en regulier onderwijs (PO).

De studenten hebben hun studie t/m het derde jaar afgerond.

Literatuur

In de minor wordt er gewerkt met artikelen en (gast)colleges van deskundigen. De student leert hoe hij/zij op zoek moet gaan naar betrouwbare en actuele bronnen.

Verplichte literatuur:

Rigter, J. (2015). Ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdigen. Bussum: Coutinho.
Werkgroep APA (2017). De APA-richtlijnen uitgelegd. Een praktische handleiding voor bronvermelding in het hoger onderwijs. Zevenaar: Productiemannen.
Van der Donk, C., & Van Lanen, B. (2020). Praktijkonderzoek in de school (4e herziende druk). Bussum: Coutinho. 

Aanbevolen literatuur

De Groot, R. & Van Rijswijk, C.M. (1999). Kleine atlas van het speciaal onderwijs. Beleidsontwikkelingen en praktijkvoorbeelden. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.

Nauta, P. & Giesing, M. (2008). Achtergronden van en tips voor de omgang met leerling met een specifieke hulpvraag. Uitgeverij: Nauta en Giesing.

Pameijer, N. (2012). Samen sterk: ouders & school. Leuven/Voorburg: Acco.

Pameijer, N. & Van Beukering, T. (2005). Handelingsgerichte diagnostiek. Een praktijkmodel voor diagnostiek en advisering bij onderwijsleerproblemen. Leuven/Voorburg: Acco.

Teitler, P. (2010). Lessen in orde. Handboek voor de onderwijspraktijk. Bussum: Coutinho.

Van der Linden, A.P., Ten Siethoff, F.G.A. & Zeijlstra – Rijpstra, A.E.I.J. (2009). Jeugd en recht. Houten:Bohn Stafleu Van Loghum.

Van der Wolf, K. & Van Beukering, T. (2011). Gedragsproblemen in scholen. Het denken en handelen van leraren. Leuven/Den Haag: Acco.

Van Hoof, L. & De Vries, M. (2012). Als opvoeden niet vanzelf gaat. Orthopedagogiek in de praktijk. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff.

Van Lieshout, T. (2009). Pedagogisch adviezen voor speciale kinderen. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.

Van Meer, K, van Neijenhof, J. & Bouwens, M. (2001). Elementaire sociale vaardigheden. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Woltjer, G. & Janssens, H. (2010). Hoe ga je om met kinderen op school? Competenties in de praktijk. Groningen/Houten: Noordhoff uitgevers.

  • Indien nodig wordt overige literatuur verzorgd door de docent.

Rooster

Rooster:

Er is in principe één opleidingsdag, maar dat wordt elk jaar bekeken of dat zo kan blijven of niet. Een dag in de week staat de student in de praktijk en de andere dagen zijn gereserveerd voor het doen van onderzoek.

Toetsing

De minor bestaat uit totaal 30 ects. De beoordeling bestaat uit vier delen: de beoordeling van het onderzoeksopzet (8 ects, nieuwe code), de tussenevaluatie van het individueel deel (5 ects, nieuwe code), de beoordeling het eindverslag van het onderzoek (10 ects, nieuwe code) en de presentatie en eindevaluatie van het individueel onderdeel (5 ects, nieuwe code).

Aanvullende informatie

Locatie:  Pieter de Hoochweg

Aanmeldproces
Ben je een student van een andere onderwijsinstelling en wil je een minor volgen bij Hogeschool Rotterdam dan meld je je in 2 stappen als volgt aan:

1) Meld je voor de minor van je keuze aan via de blauwe knop Aanmelden. Je vindt deze knop rechtsboven op de pagina van de minor. Download de leerovereenkomst en vul deze in. Lever deze leerovereenkomst aan bij de examencommissie van je opleiding. Wanneer de examencommissie goedkeuring heeft gegeven, meld je dan uiterlijk 23-5-2025 voor 09.00 uur aan voor de minor in stap 2. 
2) Meld je na de goedkeuring aan in OSIRIS Aanmelding van Hogeschool Rotterdam via onderstaande link (maak eerst een account aan).

link naar de aanmeldpagina.

Onderdeel van het aanmelden is het uploaden van de volgende documenten:
- De leerovereenkomst ondertekend door jou en door jouw instelling;
- Een scan of foto van je Paspoort of ID bewijs.
- Je ontvangt van Hogeschool Rotterdam bericht of je aanvraag positief is beoordeeld of niet.

In OSIRIS Aanmelding moet je ook het Bewijs Betaald Collegejaar (BBC) uploaden voor het collegejaar waarin je de minor wil volgen. Het BBC vraag je op bij jouw instelling nadat je hebt getekend of een machtiging hebt afgegeven voor de betaling van het collegegeld voor het collegejaar waarin je de minor wil volgen.
Je ontvangt van Hogeschool Rotterdam bericht wanneer je aanmelding is goedgekeurd.

Volg onze online voorlichting

Deze voorlichting is een interactieve online bijeenkomst via Teams. Je krijgt een korte presentatie over de minor en kunt daarna vragen stellen aan de docent. Je kunt meedoen op je mobiel, laptop of tablet.

Door hieronder op de datum van de voorlichting te klikken kom je in de Teams meeting.