Security en IT
De cursus start met een algemene introductie waarin concepten en principes op gebied van IT security worden uitgelegd. De cursus bevat een inleiding in cryptografie, waarbij de basisprincipes van symmetrische en asymmetrische cryptografie en toepassingen aan de orde komen. Er wordt ruim aandacht besteed aan authenticatie waarmee gebruikers hun identiteit kunnen aantonen, alsmede authenticatieprotocollen om een cryptografische sleutel uit te wisselen. Ook aan de beveiliging van besturingssystemen en software applicaties wordt ruim aandacht besteed, en verschillende vormen van kwaadaardige software worden toegelicht. Tot slot komt in de cursus de beveiliging van het internet aan de orde. Daarbij worden de (on)veiligheid van internetprotocollen en verschillende beveiligingsmaatregelen besproken. De cursus bevat diverse practica. Zo kun je de werking van cryptografische algoritmen simuleren. In een virtueel laboratorium kun je zelf als hacker aanvallen uitvoeren en beveiligingsmaatregelen treffen.
Leerdoelen
Na het volgen van deze cursus kun je:
- de zes hoofddoelen van IT-security uitleggen: confidentialiteit, integriteit, autorisatie, beschikbaarheid, authenticatie en toerekenbaarheid
- bedreigingen, aanvallen en securityprincipes voor computersystemen uitleggen
- de beginselen van cryptografie begrijpt en de werking van algoritmen voor symmetrische en publieke-sleutelcryptografie en toepassingen daarvan uitleggen
- verschillende methoden voor identificatie en authenticatie van gebruikers en entiteiten met hun voor- en nadelen uitleggen
- de werking van authenticatieprotocollen voor het vaststellen van een cryptografische sleutel uitleggen
- de werking van beveiligingsmechanismen in besturingssystemen uitleggen
- de werking van diverse vormen van malware beschrijven en aangeven welke bescherming daartegen mogelijk is
- diverse bedreigingen en beveiligingsmaatregelen voor softwareapplicaties onderscheiden en uitleggen hoe ze werken
- diverse bedreigingen en beveiligingsmaatregelen voor webapplicaties onderscheiden en uitleggen hoe ze werken
- diverse bedreigingen en beveiligingsmaatregelen voor computernetwerken en internetprotocollen onderscheiden en uitleggen hoe ze werken.
Ingangseisen
Je staat een 7 gemiddeld voor de vakken in jouw opleiding en je hebt 120 of meer studiepunten gehaald op het moment van het inleveren van de leerovereenkomst. Een cijferlijst moet bij de leerovereenkomst toegevoegd worden.
De leerovereenkomst wordt op de ingangseisen gecontroleerd. Daarna krijg je bericht dat je kunt inschrijven.
Je dient kennis te hebben van computernetwerken en objectgeörienteerd programmeren. Je kunt:
– de concepten latency, throughput en andere relevante meetbare hoeveelheden uitleggen en deze van eenvoudige netwerken berekenen,
– uitleggen hoe en waarom encapsulatie, adressering en routering in computernetwerken gebruikt worden,
– van elk van de vijf lagen in de IP-stack hun rol uitleggen,
- voor elke laag in de IP-stack passende communicatieprotocollen identificeren op basis van een gegeven verzameling eisen, én deze in eenvoudige scenario’s toepassen,
– mechanismen en apparaten identificeren en hun werking in bepaalde situaties toepassen,
– uitleggen hoe een aantal veelgebruikte protocollen werken, zoals DNS, IP, Ethernet, DHCP en ARP.
- vanuit een gegeven specificatie zelfstandig een eenvoudig objectgeoriënteerd programma bestaande uit een beperkt aantal klassen ontwerpen, waarbij iedere klasse een duidelijke, beperkte verantwoordelijkheid heeft,
- de syntaxis en semantiek van (delen van) de programmeertaal Java gebruiken om het ontwerp te implementeren in een werkend programma,
- een programma voorzien van een eenvoudige grafische gebruikersinterface,
- geheugenmodellen gebruiken om de werking van een programma te verklaren,
- eenvoudige algoritmen ontwerpen en implementeren,
- heldere en begrijpelijke Java-programmacode schrijven,
- klassen documenteren met Javadoc,
- testprogramma’s schrijven om de correcte werking van een klasse te testen.
Je hebt:
- globale kennis van internet en computernetwerken,
- kennis van minstens één programmeertaal,
- globale kennis van besturingssystemen.
Literatuur
Elke cursus heeft online en/of fysieke literatuur die na inschrijving voor de cursus beschikbaar wordt gesteld. Het fysieke materiaal wordt op jouw thuisadres geleverd. Literatuur hoeft dus niet afzonderlijk aangeschaft te worden.
Rooster
Deze cursus start in kwartiel 4 (april/mei). Begeleidingsduur is 10 weken met online bijeenkomsten waaraan je kunt deelnemen via de digitale leeromgeving.
Tijdens de bijeenkomsten of in de digitale leeromgeving kun je inhoudelijke vragen stellen aan de docenten. De online bijeenkomsten zijn in de avonduren en worden opgenomen; je kunt ze na afloop opnieuw bekijken.
Toetsing
Digitaal tentamen met open vragen (3 data per jaar).
Tentamens kunnen zowel thuis als op een studiecentrum afgelegd worden.
Aanvullende informatie
De cursussen van de Open Universiteit volg je thuis wanneer jij tijd hebt (activerend online onderwijs met digitale begeleiding).
Meer informatie: www.ou.nl/studieaanbod/IB1812
Deze cursus is onderdeel van de premaster van de Master Computer Science en de Master Software Engineering bij de Open Universiteit. Voor uitgebreide informatie over deze masteropleiding zie: www.ou.nl/studieaanbod/macs of www.ou.nl/studieaanbod/mase
Voor vragen over eventuele toelating tot deze opleiding neem contact op met de studieadviseur via studieadvies.informatica@ou.nl.