Kies op maat

Inloggen Menu

Bodem en water

Bodem en water: een stroomgebiedbenadering is opgebouwd uit studietaken en een studietaakoverstijgende opdracht. De cursus behandelt bodem- en watersystemen in voornamelijk de Lage Landen en werkt vanuit een (stroom)gebiedbenadering. Met het Grensmaasproject als voorbeeld, krijg je in de eerste studietaak een algemene inleiding in de systeem- en stroomgebiedbenadering. Daarna volgen studietaken over de ontwikkelingen van het bodem-watersysteem, over de verschillende ecosysteemfuncties die bodem-watersystemen kunnen hebben en hoe die kunnen evolueren in de tijd. Via de studietaken ga je dieper in op de deelsystemen bodem, water in de bodem (en grondwater), (onder)waterbodem en oppervlaktewater. Deze studietaken zorgen voor een uitgebreide en gedegen basiskennis van de vier deelsystemen. Hier komen actuele voorbeelden aan de orde, ook uit het onderzoek van de vakgroep naar natuurlijke oplossingen in beekstroomgebieden. In de laatste studietaak (opdracht) komt het voorgaande samen bij het bestuderen van de complexe interacties tussen deelsystemen. Je ontrafelt aan een milieuvraagstuk naar eigen keuze de deelaspecten van de dynamiek van de bodem-watersystemen in de gekozen regio. Je gebruikt daartoe zelf gezochte bronnen via de universiteitsbibliotheek. Je legt het resultaat vast in de vorm van een factsheet, te presenteren aan medestudenten.

 

Leerdoelen

Leerdoelen

Na het bestuderen van deze cursus kun je, met ondersteuning, bijdragen aan het in kaart brengen van een milieuwetenschappelijk probleem, en dit probleem nader definiëren. Eveneens kun je, met ondersteuning, bijdragen aan het onderzoeken van een milieuprobleem vanuit een natuurwetenschappelijke invalshoek en de rapportage daarover aan het milieuwerkveld. Daarnaast heb je inzicht gekregen in de samenhang tussen de verschillende deelsystemen (met name bodem, oppervlaktewater en grondwater) en, in het bijzonder, de wijze waarop ze interageren. Je bent dan ook in staat om een natuurwetenschappelijk fenomeen in het bodem-watersysteem te beschrijven en te verklaren.

Ingangseisen

De propedeuse is behaald.

Voor het volgen van deze postpropedeusecursus heb je een ruime basiskennis (propedeuseniveau behaald) nodig van de natuurwetenschappelijke disciplines wiskunde, scheikunde en natuurkunde om de cursus binnen de gegeven studietijd met een voldoende te kunnen afronden. Enige inhoudelijke kennis van milieuvraagstukken en van de natuurlijke processen die zich op aarde afspelen wordt sterk aanbevolen. Deze onderwerpen komen aan bod in de cursussen Aarde, mens en milieu 1 en 2, Geologie rondom plaattektoniek en Milieuwetenschappen en duurzame ontwikkeling.
Leesvaardigheid in het Engels is noodzakelijk.

Wiskundige voorkennis kun je opdoen met de propedeusecursus ‘Wiskunde voor milieuwetenschappen’ (NB0302). Indien je deze cursus niet heeft afgerond, kun je je voorkennis toetsen met de diagnostische toets van deze cursus en eventueel opfrissen met de bijgeleverde basiskennis.

Voorkennis van natuur- en scheikunde kun je opdoen met de propedeusecursussen
‘Natuurkunde voor milieuwetenschappen’ (NB1002) en ‘Scheikunde voor milieuwetenschappen 1’ (NB0502). Studiemateriaal over klimaat en klimaatverandering vanuit de cursus NB1002 wordt beschikbaar gesteld. Indien je bovenstaande cursussen niet hebt afgerond, kun je met dit materiaal je voorkennis bijspijkeren.

Literatuur

Cursusmateriaal De cursus bestaat uit de taken in de leeromgeving die verwijzen naar een handboek en een bronnenmap. Waar mogelijk zijn de bronnen zowel online als op papier beschikbaar. Mediagebruik Bij deze cursus wordt gebruik gemaakt van Engelstalige casuïstiek. De studietaken bevatten links naar websites, documentaires, reportages en documenten. Digitale leeromgeving Je start iedere cursus op de cursussite in de digitale leeromgeving (www.ou.nl/mijnOU). Je vindt daar de structuur van de cursus, de studietaken en een groot deel van het cursusmateriaal. Ook vind je daar voorbeeldtentamens, de opgenomen colleges (indien beschikbaar) en de communicatie met de docent en medestudenten via het forum met vragen en antwoorden.

Rooster

Begeleidingsvorm

Via de cursussite in de digitale leeromgeving kun je inhoudelijke vragen stellen aan je medestudenten. De docent organiseert een begeleid studietraject in kwartiel 4 (half april tot juli). In dit kwartiel is er een werkcollege op de Themadag Natuurwetenschappen te Utrecht. Daarnaast zijn er twee online werkcolleges die je kunt bijwonen via de cursussite in de digitale leeromgeving. Steeds enkele weken voorafgaand aan het DGT-tentamen van deze cursus organiseert de docent een workshop waarin je de opdrachtuitwerking (factsheet) kunt presenteren(zie Data bijeenkomsten).

Toetsing

Tentamenvorm Digitaal groepstentamen met meerkeuzevragen en open vragen en een opdracht. Tentamentoelichting U dient zelf tijdig aan te melden voor een tentamen.

De opdracht bestaat uit een online workshop met presentatie van de uitgewerkte opdracht (factsheet). U meldt zich minimaal 2 weken voorafgaand van de workshop aan via de cursussite.

Aanvullende informatie

Digitale leeromgeving

Je start iedere cursus op de cursussite in de digitale leeromgeving (www.ou.nl/mijnOU). Je vindt daar de structuur van de cursus, de studietaken en een groot deel van het cursusmateriaal. Ook vind je daar voorbeeldtentamens, de opgenomen colleges (indien beschikbaar) en de communicatie met de docent en medestudenten via het forum met vragen en antwoorden.

Voor verdere info zie: www.ou.nl/studieaanbod/NB1922