Kies op maat

Inloggen Menu

Minor Jong in beweging

In de minor ‘Jong in beweging’ staat de problematiek van beweegarmoede onder jongeren centraal. We zoeken naar oplossingen door de gehele context van het probleem te bestuderen en verschillende wetenschapsdisciplines met elkaar te verbinden.

  • Heb je interesse in gezondheid en een actieve leefstijl?
  • Wil je werken aan oplossingen voor de beweegarmoede onder jongeren?
  • Sta je open om te werken en leren met studenten van andere studies?
  • Wil je ervaring opdoen met de innovatieve onderwijsvorm Team Based Learning?
  • Werk je graag aan praktijkgerichte casuïstiek?

Dan is deze Nederlandstalige minor iets voor jou!

Leerdoelen

Maatschappelijke relevantie

De samenleving wordt steeds inactiever door een verminderde sportdeelname, minder fysieke activiteiten in de vrije tijd en veel zitten op school en tijdens werk. Vooral jongeren van 12 tot en met 17 jaar bewegen te weinig. Dat constateert het RIVM na een onderzoek onder 8.442 mensen. Beweegarmoede is de basis voor gezondheidsproblemen (zoals toename van overgewicht, diabetes en hart- en vaatziekten), die verreweg de grootste oorzaak zijn voor ziektelast in Nederland. Een ongezonde leefstijl leidt ook tot stressgevoeligheid en een verminderde participatie in de samenleving, wat weer kan leiden tot gevoelens van eenzaamheid, gebrek aan sociale cohesie en een slechtere mentale en fysieke gezondheid.

Preventie, het voorkomen van fysieke en mentale ziektes, is urgenter dan ooit en men erkent dat het met professionals uit verschillende sectoren opgepakt moet worden. De interdisciplinaire minor 'Jong in beweging' biedt een goede oefening voor deze praktijk.

Impact voor jongeren

Hoe later er ingegrepen wordt bij een inactieve leefstijl, hoe ernstiger de problemen en complexer en duurder de interventies. Het is daarom belangrijk om interventies voor jongeren te ontwikkelen, ook omdat er in hun leven veel sociale, emotionele en fysieke veranderingen plaatsvinden. De context waarbinnen zij opgroeien is complex: denk aan pedagogische, sociale en culturele factoren of psychologische aspecten die hun leefstijl beïnvloeden.

De minor biedt daarom theorieën en inzichten uit:

  • pedagogische wetenschappen
  • psychologie
  • sociologie
  • communicatiewetenschap
  • culturele antropologie en ontwikkelingssociologie

Je denkt na over nut en noodzaak van een actieve leefstijl en hoe dat bij jeugd (0-18 jaar) kan worden bereikt.

Ingangseisen

De cursussen zijn toegankelijk voor studenten WO die zijn toegelaten tot het tweede studiejaar en voor studenten HBO die hun tweede studiejaar hebben afgerond.

Je hebt geen specifieke voorkennis nodig.

Het is wel essentieel dat je wilt samenwerken, Nederlands leest en spreekt, goed voorbereid naar de bijeenkomsten komt en open staat voor meningen en perspectieven van je medestudenten.

Rooster

De minor bestaat uit drie cursussen die elkaar opvolgen.

Let op: deze minor heeft een totale duur van een heel collegejaar (2 semesters).

Cursus 1: Jong in beweging: individueel perspectief (5EC) - PER1

Je leert hoe individuele factoren van een jongere – zoals motorische vaardigheden, cultuur, en motivatie – het sport- en beweeggedrag beïnvloedt. Aan het eind van de cursus ontwikkel je in groepjes een oplossing om een actieve leefstijl te stimuleren bij een specifieke casus. Deze oplossing wordt beargumenteerd op basis van de verschillende individuele factoren, theorieën en werkingsmechanismen die gedurende de cursus aan bod zijn gekomen

Cursus 2: Jong in beweging: sociaal- maatschappelijk perspectief (5EC) - PER2

Je leert hoe de context waarin een jongere zich bevindt – zoals familie, school en buurt – het sport- en beweeggedrag beïnvloedt. Aan het eind van de cursus ontwikkel je in groepjes een oplossing om een actieve leefstijl bij een specifieke leeftijdsgroep jongeren (zelf te kiezen) te stimuleren gericht op de sociale omgeving en/of context.

Cursus 3: Jong in beweging: in en de praktijk (10 EC) - SEM2

In deze cursus ga je het geleerde van cursus 1 en cursus 2 toepassen in de praktijk. Je werkt in interdisciplinaire groepjes met de ontwerpmethode Design Thinking aan een beweeginterventie de gemeente Nijmegen. In het studiejaar 2024 – 2025 is er gewerkt aan het vraag ‘Hoe motiveren we jongeren (10-16 jaar) in Nijmegen-Noord om naar een nieuw Calisthenics-park te gaan en geen overlast te veroorzaken?’. Niet alleen is de gemeente Nijmegen opdrachtgever maar is ook actief betrokken in het onderwijs.

Tijdens cursus 1 en 2 werk je gedurende 7 weken in een interdisciplinaire groep en leer je volgens de werkvorm Team Based Learning. Aanwezigheid en actieve deelname aan iedere bijeenkomst is vereist en is onderdeel van het toetscijfer. Cursus 1 vindt plaats in periode 1 (1 september – 17 oktober) en cursus 2 vindt plaats in periode 2 (3 november – 19 december). De toetsing van beide cursussen bestaat uit de Team Based Learning toetsen tijdens de bijeenkomsten (zie kopje Team Based Learning) en een eindopdracht.

Tijdens cursus 3 werk je gedurende heel semester 2 (26 januari – 10 juli)  met de ontwerpmethode Design Thinking aan een beweeginterventie voor kinderen of jongeren in Nijmegen. Gemiddeld genomen vindt er eens in de drie weken een verplichte bijeenkomst plaats. De cursus wordt beoordeeld op basis van ontwikkelde beweeginterventie en de onderbouwing van de interventie.

Toetsing

Team Based Learning

Bij Team Based Learning, in cursus 1 en cursus 2, leer je voornamelijk door ‘analyse’ en ‘toepassing’ van kennis. Het is gericht op samenwerkend leren. Tijdens de startbijeenkomst zal deze werkvorm uitgebreid worden toegelicht en zelf worden ervaren. Tijdens bijeenkomst 2, 3, 4 en 5 bij cursus 1 en 2 wordt telkens dezelfde structuur en volgorde toegepast:

  • Voor aanvang bijeenkomst: zelfstandig bestuderen voorbereidend materiaal.
  • Individueel maken van een online toets met 15 meerkeuzevragen (iRAT).
  • Diezelfde toets nog een keer in groepsverband maken (tRAT).
  • Op basis van de toetsuitkomsten geeft de docent extra toelichting tijdens een minicollege (max. 30 min).
  • Hierna pas je de kennis toe in opdrachten (in groepsverband).

Het eindcijfer is een gemiddelde van 4 individuele toetsen, 4 groepstoetsen en een gezamenlijke eindopdracht en peer feedback.

Aanvullende informatie

Deze cursussen zijn een waardevolle aanvulling op reguliere monodisciplinaire cursussen.

Bij interdisciplinair onderwijs zijn vaardigheden als positief kritische houding, communicatie, samenwerking, kritische zelfreflectie en bewustzijn noodzakelijk om tot integratie van disciplines te komen.

Je verbreedt je blik en leert om met studenten van andere studies samen te werken, waardoor het een goede voorbereiding is op de arbeidsmarkt waar je ook vaak met collega’s met verschillende expertises moet samenwerken.

Door je eigen opleiding aan te vullen met kennis over beweeggedrag ontwikkel je een ‘uniek beroepsperspectief’ en kun je met een brede scope ontdekken of je dit interessant vindt en welke master of werkveld bij je past.

Wil je meer weten over de minor? 
Neem dan contact op met Hidde Bekhuis: hidde.bekhuis@ru.nl