Wil jij de relatie tussen mens en natuur versterken? Kies dan de minor Mens & Natuur.

Tijdens de minor bedenk jij innovatieve natuuractiviteiten en maakt evidence based plannen en geef je advies voor inrichting van natuur, ín of buiten de stad. Je kijkt en luistert goed naar verschillende doelgroepen; kinderen, jongeren, ouderen, mensen met specifieke gezondheidsvraagstukken zoals bijvoorbeeld obesitas of burn-out klachten.

In colleges zoomen we in op thema’s als natuurbeleving, communicatie, natuurgerichte recreatie, groene pedagogiek, natuur- en milieueducatie en omgevingspsychologie. Maar ook sociaal onderzoek, gezondheid, ziektebeelden, ontwerpen, projectmanagement en participatie.

Met deze vaardigheden én theorie op zak, maak je een plan (in het eerste deel van de minor) en schrijf je een advies (in het tweede deel van de minor) voor natuurbeleving of de inrichting voor een natuurlijke, gezonde omgeving bij een zorginstelling, een school of in een woonwijk

Je leert begrijpen hoe verschillend mensen de natuur beleven en wat je eigen natuurvisie is.  Ook bouw je onderzoeks- en communicatievaardigheden op, die je in jouw werkveld kunt inzetten om ondernemende projecten op te zetten die mens en natuur met elkaar verbinden. Draag jij hieraan bij?

Meerwaarde:
Deze minor geeft studenten met een groene opleiding een sociaal profiel.  Studenten met een sociaal/maatschappelijke opleiding geven hun profiel met deze minor juist een groene kant.

Je onderscheidt je van je medestudenten door als groene student in je vak communicatie, natuureducatie en gezondheidsprincipes toe te passen. Studenten met een sociaal/maatschappelijke opleiding passen de positieve effecten van natuur op gezondheid en welzijn toe in hun vak. Je  maakt aantoonbaar dat je vakoverschrijdend kunt werken.

Praktisch (gebieds)Onderzoek doen, gericht op de relatie mens-natuur

• de student kan participatieve onderzoeksmethoden toepassen
• de student kan eenvoudig onderzoek naar de relatie tussen natuur en gezondheid interpreteren, opzetten en uitvoeren
• de student kan de belevingswaarde van een gebied analyseren m.b.v. theorieën over gebruikswaarde, perceptiewaarde, narratieve waarde en verbindingswaarde.
• de student kan beleving van een gebied analyseren voor een specifieke recreatieve doelgroep of een doelgroep met kansen en beperkingen vanuit ziektebeeld.
• de student kan theorieën benoemen die verklaren waarom mensen de natuur mooi vinden
• de student kan een definitie van gezondheid geven en deze toepassen bij het onderbouwen van nieuwe producten en diensten op het raakvlak van natuur en gezondheid en hierbij het verschil tussen welzijn, gezondheid, curatieve en preventieve activiteiten benoemen
• de student heeft kennis van klasmanagement en kan dit toepassen bij begeleiding
• de student heeft kennis van didactiek en didactische werkvormen en kan dit toepassen in het ontwerpen van een natuurbelevingsactiviteit
• de student weet wat Natuur- en Milieu Educatie inhoudt en kan natuuractiviteit toetsen aan voorwaarden voor NME
• de student weet wat de wetenschappelijk bewezen effecten zijn van natuur op jeugd/kind n.a.v. recent onderzoek
• de student kan historische en recente ontwikkelingen op het gebied van groen en gezondheid benoemen
• de student heeft kennis van verschillende vormen van werken in het groen en de effecten hiervan op de gezondheid en de relatie mens-natuur

Ontwerpen en opstellen van (gebieds)Plannen

• de student kan vraagstukken in een complexe context analyseren en terugkoppelen naar de opdrachtgever in een projectplan
• de student heeft kennis van participatievormen en kan deze inzetten bij het ontwerpen en opstellen van (gebieds)plannen kan een plan voor participatieve aanpak van vraagstuk opstellen
• de student kan alternatieven afwegen gebruikmakend van relevante criteria
• de student kan de verschillende vormen van spel benoemen en deze vertalen in een ontwerp voor een speelbos/natuurlijke speelplek
• de student kan activiteiten ontwerpen voor natuureducatie en natuurbelevingde student kan reflecteren op het proces: wat is er in beweging gezet qua kennis, waarden en beleving
• de student kan relevant beleid en maatschappelijke ontwikkelingen in relatie tot het vraagstuk analyseren

Ondernemen

• de student kan een plan en advies financieel onderbouwen

Communiceren

• de student kan publieksgericht schriftelijk communicerende student kan uitleggen wat waardencommunicatie inhoudt
• de student kan communicatietechnieken LSD en pacing en leading toepassen
• de student kan communiceren over kennis-waarden-beleving  in de context van natuurbeleving
• de student kan waardenvrij vragen stellen
• de student kan een visualisatie kiezen, passend bij het vraagstuk en de doelgroep
• de student kan klant- en doelgericht adviseren en presenteren met ondersteuning van visuele middelen

Project- en procesmanagement

• de student kan effectief persoonlijk leiderschap inzetten binnen een projectcontext
• de student kan een PvA (onderzoek, planvorming of handeling) maken en uitvoeren voor een specifieke case/opdracht

Zichzelf ontwikkelen

• de student kan reflectiestadia doorlopen middels geformuleerde reflectievragen met focus op werkveld en samenleving
• de student kan reflecteren op betekenisvolle ervaringen en verbindt deze aan persoonlijke doelen en vragen om bewust te worden van eigen belangstelling, talenten en ambitie
• de student kan betekenisvolle ervaringen benoemen, beschrijven, verklaren en eventueel acties formuleren

Buiten de opleiding Bos en Natuurbeheer: 120 credits gehaald in eerder gevolgd HBO-onderwijs;  Intakegesprek en Erkenning Verworven Competenties.

Documenten aanleveren voor ingangseisen:
Voor het intakegesprek neemt de student van buiten HVHL de volgende documenten mee:

• Cijferlijst met vakken en behaalde resultaten
• Een rapport/product dat illustratief is voor de studierichting en vaardigheden van de student.
• Een motivatiebrief waaruit persoonlijke motivatie blijkt en inzicht in de manier waarop  de student kennis over natuurbeleving en natuur en gezondheid bij de eigen studierichting/het toekomstig beroep wil gaan toepassen.

Maas, J. Visscher.R, Westen, K. (red). (2021), Green mental health. Boom Uitgevers, Amsterdam

Hermans, M. (2006), De kleine schrijfgids; adviezen voor een goede zinsbouw, woordkeuze en spelling, Coutinho, Bussum

En verdere literatuur die via de site van Mens en Natuur beschikbaar wordt gesteld.

30 EC (=840 sbu)

Deze zijn grofweg als volgt verdeeld:

Opdracht beroepsproduct Plan (ontwerpen, begeleiden en rapporteren natuuractiviteit)   200
Persbericht schrijven                                            20
Essay schrijven                                                    60
Colleges, werkcolleges met opdrachten, excursies   260
Opdracht beroepsproduct Onderzoek en advies natuur voor gezondheid      200
Reflectie (schriftelijk of mondeling)                         20
Toetsen                                                                 80

Begeleiden activiteit   (begeleiden natuuractiviteit ); cijfer 0-10 (0,1 Int - 5,5 gesl).

Persbericht (opdracht persbericht schrijven); cijfer 0-10 (0,1 Int - 5,5 gesl).

Essay; cijfer 0 -10 (0,1 Int - 5,5 gesl).

Kennistoets Natuurbeleving: schriftelijke toets, open vragen; cijfer 0 -10 (0,1 Int - 5,5 gesl)

Casustoets Natuurbeleving: groepsopdracht beroepsproduct Plan, rapport; cijfer 0 -10 (0,1 Int - 5,5 gesl)

Kennistoets Gezondheid en Ontwerpen: groepsopdracht beroepsproduct Onderzoek, rapport, open vragen; cijfer 0 -10 (0,1 Int - 5,5 gesl)

Casustoets Gezondheid en Ontwerpen: groepsopdracht Advies en individuele opdracht Factsheet Doelgroepen, cijfer 0 -10 (0,1 Int - 5,5 gesl)

Reflectie op Mens en Natuur (schriftelijk verslag of mondeling) cijfer 0 -10 (0,1 Int - 5,5 gesl).

Verplichte contacturen: De eerste weken van de onderwijsperiode nagenoeg fulltime, de latere weken meer zelfstudie tijd. In de zelfstudietijd valt ook ‘veldwerk' en het groepswerk voor externe opdrachtgevers. Studenten zijn (met uitzondering van de examenperiode)  40 uur per week beschikbaar voor deze studie.