Veel afgestudeerden raken tijdens of na hun studie betrokken bij een coöperatie, bij belangenbehartiging (LTO, NAJK), of bij openbaar bestuur (gemeenteraad, provincies, waterschappen). Hoe werken deze organisaties, en hoe werkt hun bestuur. Wie heeft welke verantwoordelijkheid, en hoe krijg je daar invloed op. Een blik op de bestuurstafel en een kijkje in de keuken van deze organisaties. Daar richt deze minor zich op. Niet alleen interessant als je zelf bestuurlijk actief wordt. Want iedereen heeft ook te maken met de besluiten of de plannen van deze organisaties, zoals de winstverdeling van de coöperatie, beregeningsverboden van waterschappen, bestemmingsplannen van de gemeente, of besluiten van de provincie.

Ook interessant: veel bestuurders geven als gastspreker ook hun persoonlijke verhaal over hun loopbaan. Wat kun je daar van leren?

Na het volgen van deze minor:

• Ken je de taken en verantwoordelijkheden van bestuurders in coöperaties, verenigingen en openbare organisaties.
• Ken je de complexiteit van de besluitvorming binnen deze organisaties.
• Kun je met kennis van zaken een bijdrage leveren in het bepalen van het beleid en bestuur van deze organisaties.
• Kun je inschatten hoe je zelf invloed ontwikkeld bij deze organisaties.

Hiervoor heb je nodig:

• kennis van het openbaar bestuur (hoe werkt een gemeente, een waterschap, provincie).
• kennis van privaat bestuur (hoe werkt een coöperatie en een vereniging).
• kennis van coöperatieve ondernemingsvorm
• kennis van de jaarverslaggeving van deze organisaties
• kennis van financiering van coöperaties

 

Competenties:

Ondernemen: Ziet kansen en zet deze om in het beoogde resultaat.

Leiding geven: Heeft inzicht in de werkzaamheden en verantwoordelijkheden van bestuurders van een coöperatie, vereniging of overheidsorganisatie. Is in staat om als bestuurder van een coöperatie, belangenorganisatie (zoals LTO of NAJK) of openbare organisatie (zoals gemeenteraad) te denken.

Samenwerken: Zorgt voor een goede sfeer en gaat zorgvuldig om met de belangen van anderen, kan weerstanden en conflicten overwinnen en benut de kennis en ervaring van alle deelnemers om een gezamenlijk doel te bereiken.

Organiseren: Plant en voert activiteiten uit. Zet daarbij mensen en middelen effectief in. Bewaakt de voortgang. Stuurt zo nodig bij en bereikt het beoogde resultaat.

Zelfsturen: Neemt initiatief. Durft beslissingen te nemen, neemt verantwoordelijkheid, en spreekt eigen mening duidelijk uit.  

 

Kennis:
Eindniveau 3: 

• Wet- en regelgeving
• Bestuurlijke organisatie (coöperaties, verenigingen, openbare organisaties)
• Bedrijfseconomie en coöperatie: financiering, reserveringsbeleid, recente ontwikkelingen, financiële verslaglegging (resultaat van de coöperatie, verdeling van het resultaat).

Het gaat hierbij vooral om specialistische kennis gericht op het uitvoeren van de beroepstaken

Deze minor is geschikt voor zowel studenten Voedsel en Groen als Bedrijfskundige richtingen.
Daarnaast is de minor uitermate geschikt om te worden gevolgd door anderen met voldoende achtergrondkennis. Affiniteit met het primaire bedrijf is wenselijk.

De algemene opleiding in de hoofdfase mag voldoende worden verondersteld om deze minor te kunnen volgen. Hier is al aandacht besteed aan de vakgebieden als bedrijfseconomie, bedrijfsadministratie, belastingen en organisatiekunde. Basisinzichten in hoe publiek en privaat recht werkt, is wenselijk.

 

Belangstellenden buiten onze opleiding dienen aan te tonen dat men ook over deze algemene kennis van de betreffende vakgebieden beschikt. Deze kennis wordt in de minor toegepast en verdiept.

In overleg met docent, bij eerste bijeenkomst

woensdagen in de weken 6, 8, 11, 15, 17, 20, 22

Code: ABAS01
Naam: Praktijkopdrachten en assessment
Studiepunten: 9
Type examen: opdracht
Periode: 4

Code: ABAS02
Naam: Bestuursmodellen en verantwoordelijkheden
Studiepunten: 2
Type examen: opdracht
Periode: 4

Code: ABAS03
Naam: Bestuurders on tour
Studiepunten: 2
Type examen: training
Periode: 3

Code: ABAS04
Naam: Toekomst, visie en maatschappij
Studiepunten: 2
Type examen: opdracht
Periode: 4

Omdat dit een praktijkminor is, bestaat het programma uit veel gastsprekers en excursies. Om zo de praktijkverhalen te horen, en de praktijksituaties te zien. Denk aan bezoeken aan coöperaties of de eigen bedrijven van bestuurders. Denk aan een excursie naar Brussel.