Kies op maat

Inloggen Menu

Science

Zuyd Hogeschool verzorgt voor derde- en vierdejaars studenten de minor Science, die ondersteunt in de voorbereiding op een (wetenschappelijke) masteropleiding. De inhoud van dit programma sluit aan bij inhoud die in een masteropleiding van de Faculty of Health, Medicine and Life Sciences (FHML) van de Universiteit Maastricht (UM) aan bod komt. De minor Science voldoet aan de academische toelatingseisen en biedt daarmee voor het cohort 2024-2025 directe toelating tot de 1-jarige FHML masters (m.u.v. Mental Health).

De minor Science is ook interessant en geschikt voor studenten die geen master willen volgen. Studenten verdiepen zich in onderzoeksmethodologie en statistiek. Dit is onder andere waardevol voor een goede voorbereiding op een afstudeertraject.

NB1: de minor Science geeft geen vrijstelling voor de Engelse taaleis.

NB2. Daarnaast is het van belang om te vermelden dat de vooropleiding inhoudelijk verwant moet zijn aan de master die de student gaat kiezen.

De leerstof van de eerste module  behandelt basiskennis over onderzoeksmethodologie en klinimetrie. In deze module maakt de student basiskennis eigen over de empirische cyclus, de fasen van onderzoek, het beoordelen van de kwaliteit van onderzoek, het beoordelen van de kwaliteit van meetinstrumenten, de kenmerken van twee verschillende paradigma’s binnen wetenschappelijk onderzoek (kwalitatief dan wel kwantitatief onderzoek) en implementatie. Wat betreft kwalitatief onderzoek komt aan bod: de kenmerken van kwalitatief onderzoek, kwalitatieve methoden (phenomenology, grounded theory, etnography), ethiek en kwaliteitscriteria. Wat betreft kwantitatief onderzoek komen kenmerken van kwantitatief onderzoek, kwantitatieve designs en kwaliteitscriteria aan bod.

De module statistiek en SPSS binnen de minor Science heeft betrekking op statistische kennis en vaardigheden. Het accent ligt op de beschrijvende statistiek en er wordt een inleiding gegeven over toetsende statistiek (beschrijven van verbanden tussen twee variabelen, systematiek van het toeval, principes van statistische toetsen, toetsen van twee gemiddelden en verdelingsvrije statistiek). Met behulp van het programma SPSS worden onderzoeksgegevens geanalyseerd en geïnterpreteerd.

Bij de laatste module (mini-onderzoek) maakt de student de keuze om verder te differentiëren in kwalitatief dan wel kwantitatief onderzoek. De deelmodule kwalitatief onderzoek stelt de student in staat om een kwalitatieve probleemstelling te formuleren die relevant is voor de beroepspraktijk, een onderzoeksvoorstel te schrijven voor de zelf gekozen probleemstelling, een (bescheiden) onderzoek uit te voeren, de verzamelde gegevens te analyseren en schriftelijk te rapporteren.  De deelmodule kwantitatief onderzoek stelt de student in staat om een kwantitatieve probleemstelling te formuleren die relevant is voor de beroepspraktijk, een onderzoeksvoorstel te schrijven voor de zelf gekozen probleemstelling, een (bescheiden) onderzoek uit te voeren, de verzamelde gegevens te analyseren en schriftelijk te rapporteren. Verder worden verdiepende werkcolleges over onderzoek aangeboden (ongeacht de keuze kwalitatief/kwantitatief onderzoek).

Leerdoelen

De leerstof van de eerste module Introductie onderzoeksmethoden vormt de basis voor de overige twee modules: statistiek & SPSS (module 2) en mini-onderzoek kwalitatief of kwantitatief onderzoek (module 3).

Aan het eind van module 1 heeft de student:

  • Kennis van en inzicht in de empirische cyclus en de betekenis ervan voor wetenschappelijk onderzoek.
  • Inzicht in de functies en de relevantie van een theoretisch (empirisch) kader voor wetenschappelijk onderzoek.
  • Kennis over de inhoud en kenmerken van de doel- en probleemstelling van wetenschappelijk onderzoek, en heeft de vaardigheid om een doel- en probleemstelling te formuleren.
  • Kennis over de kenmerken van praktijkgericht onderzoek.
  • Kennis van en inzicht in het vraagarticulatie- en valorisatieproces.
  • Kennis en vaardigheden om een globale onderzoeksvraag voor kwalitatief c.q. kwantitatief onderzoek te formuleren.
  • Kennis en vaardigheden om de structuur van een wetenschappelijke rapportage te herkennen en te ontleden.
  • Kennis van en inzicht in de vormen en hoofdkenmerken van verschillende onderzoeksdesigns, onderzoeksstromingen en onderzoekstradities behorende bij praktijkgericht onderzoek.
  • Kennis en inzicht over evidence based practice (EBP) en betekenis ervan voor het handelen van de hulpverlener.
  • Elementaire kennis over het gebruik van meetinstrumenten.
  • Kennis over de klinimetrische kwaliteitseisen die aan meetinstrumenten worden gesteld (o.a. validiteit en betrouwbaarheid van meetinstrumenten).
  • Kennis over de systematische aanpak bij effectieve implementatie.
  • Kennis over beïnvloedende factoren bij implementatie en hoe deze op te sporen.
  • Kennis over wat interprofessioneel opleiden en samenwerken betekent.

De tweede module statistiek en SPSS binnen de minor Science heeft betrekking op statistische kennis en vaardigheden. Het accent ligt op de beschrijvende statistiek en er wordt een inleiding gegeven over toetsende statistiek (beschrijven van verbanden tussen twee variabelen, systematiek van het toeval, principes van statistische toetsen, toetsen van twee gemiddelden en verdelingsvrije statistiek).

In de derde module ‘mini-onderzoek’ maakt de student de keuze om verder te differentiëren in kwalitatief óf kwantitatief onderzoek. Beide differentiaties stellen de student in staat om een kwalitatieve of kwalitatieve probleemstelling te formuleren die relevant is voor de beroepspraktijk, een onderzoeksvoorstel te schrijven voor de zelf gekozen probleemstelling, een (bescheiden) onderzoek uit te voeren, de verzamelde gegevens te analyseren en schriftelijk en mondeling te rapporteren.

Ingangseisen

Doelgroepen: Gezondheidszorg en Welzijn

Literatuur

Geen bijzondere kosten. Lesmateriaal ongeveer: 50 euro (boek statistiek en SPSS software), andere literatuur is digitaal of in studielandschap beschikbaar; kosten hangen af van eigen voorkeur wat betreft aanschaffen, kopiëren en uitprinten.

Enige literatuur in Engels.

Rooster

Vaste contacttijden overdag.

Onderwijscontacttijden: voor module 1 (onderzoeksmethodologie) is er totaal over 7 weken 40 uur docentafhankelijke tijd, voor de module 2 (statistiek en SPSS) is er totaal 34,5 uur docentafhankelijke tijd in 10 weken en voor module 3 (mini-onderzoek) is er totaal 23 uur docentafhankelijke tijd in 8 weken.
Onderwijs is geconcentreerd op de maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag.

Geen aanwezigheidsplicht, echter voldoende aanwezigheid en participatie is vereist om de stof eigen te maken, voldoende diepgang te bereiken en hoort bovendien bij de professionele ontwikkeling van de student. De student wordt, indien nodig, aangesproken op diens participatie.

Er is een mix van onderwijsvormen: onderwijsgroepen (werkgroepen), waarin opdrachten worden voorgesproken en nabesproken volgens het PGO-systeem, en daarnaast zijn er hoorcolleges, werkcolleges en projectgroep bijeenkomsten waarin de voortgang van het mini-onderzoek wordt besproken. Studenten dienen daarnaast zelfstudie a.d.h.v. opgegeven literatuur te verrichten.

Toetsing

Introductie onderzoeksmethoden (5 EC, weging 35): Kennis rondom onderzoeksmethodologie wordt getoetst. De inhoud omvat de genoemde doelstellingen (zie beschrijving minor).

Statistiek en SPSS, open-boek tentamen (4,5 EC, weging 30): De inhoud zoals deze wordt beschreven bij de doelstellingen van de submodule wordt getoetst.

Mini-onderzoek kwalitatief of kwantitatief (5,5 EC, weging 35): De toepassing van kennis en vaardigheden rondom kwalitatieve of kwantitatieve onderzoeks­methodologie wordt getoetst door uitvoering, rapportage en presentatie van een mini-onderzoek.

Voldoende participatie is een voorwaarde voor het verkrijgen van de EC’s voor alle submodules

Aanvullende informatie

Meewerkende opleidingen of instanties: Fysiotherapie, Logopedie, Verpleegkunde, Ergotherapie, lectoratencluster