Kies op maat

Inloggen Menu

Langdurige zorg; preventief, curatief en palliatief

De langdurige zorg: dynamisch en uitdagend! Elke zorg- en welzijnsprofessional komt ermee in aanraking, of het nu in de eerste lijn, acute zorg, revalidatie of palliatieve zorg is. Je werkt met kwetsbare (oudere) personen met complexe problemen en hun mantelzorgers. Samen met andere zorg- en welzijnsprofessionals en de zorgvrager streef je naar de beste behandeling en ondersteuning. Wil je leren hoe je in verschillende contexten en met diverse casussen preventieve, curatieve en palliatieve zorg biedt? En wil je deze kennis direct toepassen in de praktijk? Dan is deze minor perfect voor jou!

In deze minor staat de doelgroep: kwetsbare (oudere) personen met multimorbiditeit centraal. Deze doelgroep komt veelal in de langdurige zorg terecht.

Tijdens de minor zoomen we in op drie verschillende contexten in de langdurige zorg waarin zorg- en welzijnsprofessionals vaak actief zijn:

  • Preventie thuis in de wijk,
  • Geriatrische revalidatiezorg en
  • Langdurige chronische zorg, waarin ook palliatieve zorg wordt geboden.

Elke context staat 3 weken centraal. Elke context kent zijn eigen casuïstiek waarin het beroepsmatig handelen van elke professional wordt ontwikkeld en verdiept. Globaal ziet de opbouw er per context, als volgt uit: In week 1 van iedere context staat vooral de theoretische grondslag centraal. Studenten leren tijdens deze week over de context (macro perspectief), de doelgroep, bijhorende ziektebeelden en eventuele specifieke (multidisciplinaire) interventies. Deze week staat dus in het teken van opdoen van kennis. Dit gebeurt aan de hand van inhoudelijke colleges door experts van de verschillende academies, maar ook door experts uit het werkveld en de doelgroep zelf.

Vanaf week 2 en 3 van iedere context gaan studenten doen en ervaren in de praktijk, hierbij staan de praktijkopdrachten (onderzoeksproject en verdiepingsopdracht) en het verder ontwikkelen van opgedane kennis en vaardigheden centraal. Deze praktijkopdrachten zijn authentiek en komen uit de actuele beroepspraktijk. Eventuele verdiepende colleges die specifiek zijn voor de praktijkopdrachten worden in week 2 en 3 van iedere context aangeboden. Tijdens de uitwerking van de opdrachten gaan studenten aan de slag in groepjes, die zo veel mogelijk interprofessioneel zijn samengesteld. In de langdurige zorg wordt per definitie multidisciplinair samengewerkt. Studenten zetten tijdens het werken aan deze praktijkopdrachten, opgedane kennis en ervaringen in en leveren vanuit hun eigen vakgebied hun aandeel aan de opdracht. Hierbij wordt een beroep gedaan op het klinisch redeneren van ieders professionele invalshoek.

Door het volgen van de minor leren studenten het brede spectrum van de langdurige zorg kennen. Vanuit hun persoonlijke interesses en kernwaarden ontwikkelen zij een visie op het werken in dit dynamische werkveld. Hierbij komen de volgende aspecten aan bod:

  • Toekomstige ontwikkelingen in de langdurige zorg: wat vind ik daarvan?
  • De diversiteit van de verschillende levensfasen in dit werkveld: hoe ga ik hiermee om?
  • Inhoudelijke bijdragen leveren aan een goede kwaliteit van zorg en kwaliteit van leven voor kwetsbare personen met multimorbiditeit: wat is goede kwaliteit van zorg en kwaliteit van leven?

De minor verbetert niet alleen de ‘technische’ beroepsvaardigheden van de student, maar helpt hen ook zichzelf beter te leren kennen: wie ben ik en wat vind ik belangrijk? Hierdoor draagt de minor bij aan de vorming van zowel de persoonlijke als professionele identiteit van de student.

Leerdoelen

  1. Brede professionalisering: De student werkt zelfstandig en resultaatgericht in een multidisciplinair team en geeft hierbij richting en inhoud aan de ontwikkeling van de persoonlijke beroepsrelevante competenties, onder andere op basis van opgedane kennis en ervaring, feedback en reflectie. Student is ondernemend en toont initiatief gebruikmakend van actuele kennis, inzichten, concepten en onderzoeksresultaten.
  2. Integratie: De student integreert kennis, inzichten, houdingen en vaardigheden vanuit verschillende vakinhoudelijke disciplines in het beroepsmatig handelen.
  3. Wetenschappelijke toepassing: De student verzamelt relevante informatie uit diverse bronnen en past relevante (wetenschappelijke) inzichten, theorieën, concepten en onderzoeksresultaten in de beroepsuitoefening toe tijdens het werken aan praktijkopdrachten.
  4. Transfer en brede inzetbaarheid: De student past kennis, inzichten en vaardigheden in uiteenlopende (praktische) beroepssituaties toe.
  5. Complexiteit in handelen: De student kan binnen de complexiteit van kwetsbare personen met multimorbiditeit afwegingen maken en prioriteiten stellen in de (al dan niet) te behandelen problemen. Hierbij heeft de student niet alleen oog voor de persoon met zijn onderliggend medisch lijden maar ook voor de levensfase van de persoon, zijn mentaal en psychisch welbevinden, kwaliteit van leven en het systeem eromheen.
  6. Methodisch en reflectief denken en handelen: De student stelt realistische doelen, plant c.q. pakt planmatig werkzaamheden aan (projectmatig werken) en reflecteert op het (beroepsmatig) handelen, op basis van het verzamelen en analyseren van relevante informatie. Vanuit het eigen vakgebied stellen studenten professionele doelen op over en met de kwetsbare persoon passend bij de eigen discipline waarbij, vanuit interprofessioneel perspectief, studenten prioriteiten stellen en afwegingen maken die tot een gezamenlijk multidisciplinaire behandeling leidt. Overstijgend leren studenten ook over (toekomstig) beleid in de langdurige zorg en het effect daarvan op de eigen discipline. Studenten komen tot reflectie en oordeelsvorming hierover en presenteren hun visie hierop. Daarnaast reflecteren studeren op de doelgroep, het doorlopen proces en de bijdrage die de minor heeft geleverd in hun ontwikkeling tot zorg- welzijnsprofessional (beroepsidentiteit).
  7. Sociaal communicatieve bekwaamheid: De student communiceert en werkt zelfstandig en resultaatgericht samen met anderen waaronder mede professionals in opleiding, cliënten en zorg- en welzijnsprofessionals.

Gelet op het feit dat de langdurige zorg per definitie multidisciplinaire zorg is ligt er een accent op:

  • Interprofessioneel samenwerken in een dynamische beroepsomgeving.
  • Beroeps specifieke inzichten kunnen gebruiken bij het planmatig oplossen van een grote variëteit aan authentieke (en dus complexe) professionele problemen / het uitvoeren van uiteenlopende en authentieke beroepsopdrachten in overeenstemming met beroeps specifieke vereisten.
  • Begrip en betrokkenheid hebben ontwikkeld m.b.t. ethische, normatieve en maatschappelijke vragen samenhangend met de toepassing van beroeps specifieke inzichten en gebruiken.
  • Toepassen van relevante (wetenschappelijke) inzichten.
  • Creativiteit, flexibiliteit kunnen bewijzen en resultaatgericht kunnen samenwerken aan praktijkopdrachten bij een projectpartner.

Het is de bedoeling dat:

  1. De student leert samen te werken met andere disciplines en organisaties om de minor tot een goed einde te brengen.
  2. De onderzoekende student in staat is om opdrachten/ project / gekozen thema’s kritisch te lezen en te analyseren. Vragen te stellen waaruit blijkt  inzicht te hebben in de basisbegrippen van wetenschappelijk onderzoek en kan zijn/haar besluiten c.q. adviezen op basis van EBP verantwoorden.
  3. De student in staat is literatuur te zoeken, selecteren en te beoordelen welke nodig is voor het uitvoeren van de opdrachten tijdens de minor.
  4. De student in staat is om, in verschillende contexten en vanuit het eigen vakgebied, doelen op te stellen, over en met de kwetsbare persoon, passend bij de eigen discipline waarbij, vanuit interprofessioneel perspectief, studenten prioriteiten stellen en afwegingen maken die tot een gezamenlijk gedragen multidisciplinaire behandeling leidt.
  5. De student in staat is individueel te reflecteren op het geleerde in dit project.

Ingangseisen

Doelgroep: opleidingen in het domein Gezondheidszorg en Welzijn

Rooster

Werkvormen: Expertcolleges, hoor- en werkcolleges, simulatiecontact, verdiepende workshops, zelfstudie en projectopdrachten (al dan niet binnen een organisatie intramuraal, dan wel in de community).

Onderwijscontacttijden week 1 t/m 9, verspreid over de hele week overdag:

- Contacttijd van binnenschoolse activiteiten is hoger in week 1, 4 en 7 (theoretische verdieping van de contexten). In deze weken zijn er vier contactdagen op school en een dag praktijkbezoek (6 uur).

- Contacttijd van binnenschoolse activiteiten zijn minder hoog in week: 2, 3, 5, 6, 8 en 9. In deze weken zijn twee contactdagen binnen school en drie dagen wordt gewerkt aan de praktijkopdrachten bij de projectpartner (18 uur per week, in totaal 36 uur per context).

Toetsing

Praktijkopdrachten 1-2, 10 EC, minimumcijfer per opdracht 5,5.

Individueel eindgesprek, 5 EC, minimumcijfer Voldaan

Aanvullende informatie

Locaties waar de minor gegeven wordt: Heerlen en waar mogelijk op diverse hotspots in Limburg (zorg- en welzijnsorganisaties, wijken en (in)formele netwerken).

Meewerkende opleidingen: Ergotherapie, Fysiotherapie, Logopedie, Verpleegkunde, Social Work en Vaktherapie.

Reiskosten voor het reizen naar hotspots en praktijkprojecten buiten Zuyd Hogeschool in Heerlen.