Kies op maat

Inloggen Menu

Strategisch Ondernemerschap - Strategic Entrepreneurship

Wil jij jezelf ontwikkelen in je strategisch denkvermogen? Durf je het aan om voor een bedrijf of organisatie een serieuze vraag bij de kop te pakken en dan aan het eind van de minor jouw resultaat te presenteren aan het bedrijf, vaak op of net onder directieniveau?

Dan is deze minor voor jou een uitdaging.

We hebben in de minor twee richtingen:
1) een bedrijf in de agroketen met een strategische ontwikkelvraag en
2) een groep ondernemers (of een regionaal netwerk) die een strategie op basis van meerwaarde voor hun product ontwikkelen.
Je kunt je eigen voorkeur aangeven.

Als ondernemer of als adviseur voor een ondernemer of organisatie heb je te maken met een breed veld waarop je actief bent. Van het dagelijks management op het bedrijf tot het maken van strategische keuzes voor de toekomst ontwikkeling. Welke ontwikkelingen zijn relevant? Hoe beweegt de markt zich? Wat gebeurt er met mijn product als het mijn bedrijf verlaat? Hoe kun je het best met de ketenpartijen meerwaarde creëren? Er is zeker bij coöperaties een gezamenlijk belang. De praktijk is dat deze belangen niet altijd in rechte lijn liggen. Hoe maak je hierin dan keuzes?

In de ontwikkeling van de Nederlandse land- en tuinbouw staan we continu voor uitdagingen. Strategisch kunnen denken, is belangrijk om keuzes te maken. Dit is belangrijk voor ondernemers en adviseurs: in grote lijnen kunnen denken, weten hoe het krachtenveld van de markt van invloed is op hun eigen bedrijf en op de ketenpartners. Weten dat het niet alleen belangrijk is om de dingen goed te doen, maar vooral om de goede dingen te doen.

Ondertussen zijn er al veel succesvolle trajecten geweest. Vragen van bedrijven als: Royal Friesland Campina, Agrico, Hendrix UTD, Rouveen Kaasspecialiteiten, VNK, CONO Kaasmakers, Lely, Trouw Nutrition, ForFarmers en meerdere initiatieven van ondernemers om meerwaarde te ontwikkelen in de markt met hun producten. Denk aan vragen over nieuwe marktmogelijkheden, over strategische keuzes van het bedrijf of de toeleveranciers, vragen hoe je toekomstig beleid praktisch kunt maken, etc. Het zijn vragen die door het bedrijf zelf gesteld worden en waar je als studentengroep Strategisch Ondernemerschap je tanden inzet. Studenten die er hard voor moeten werken en tegelijk dit graag doen en gemotiveerd aan de slag zijn. De coaching is stevig en actief, dat maakt dat de beoordeling ook stevig kan zijn. De concrete uitwerking gebeurt in nauwe samenwerking met het bedrijf, bijvoorbeeld met de jongerenraad, ondersteund door experts van binnen en buiten het bedrijf. 

Je werkt dus aan een echte strategische vraag in samenwerking met en voor het bedrijf. Dit betekent dat je hierin met volle inzet bezig zult zijn: het niveau waarop we werken is hoog en een grote mate van zelfsturing is voorwaarde. Het streefcijfer voor de opdracht is een 8, een lager cijfer is ongewenst. De beoordeling van het bedrijf over het groepswerk en je individuele bijdrage is sterk bepalend voor het eindcijfer. Het eindcijfer van de opdracht wordt voor 70% bepaald door de opdrachtgever, 30% door de begeleidend coach ter afronding. Volledige inzet is dus nodig. Als het bedrijf je een 6 geeft zeggen ze eigenlijk: bedankt maar we hebben er niet veel aan. Een 6 van het bedrijf is dus een onvoldoende als eindcijfer.

Leerdoelen

De student:

  1. Heeft een helikopterview en kan op basis daarvan de trends in de (internationale) markt zien en vertalen naar nieuwe strategieën.
  2. Kan zich snel inwerken in een nieuwe situatie
  3. Heeft een marktgericht en ketengericht denk- en handelingsniveau
  4. Genereert, gebruikt en onderhoudt een netwerk
  5. Ziet kansen en benut ze
  6. Heeft durf en doorzettingsvermogen
  7. Leerbereidheid en reflectie
  8. Kan aangeven welke veranderingsprocessen noodzakelijk zijn
  9. Strategisch vernieuwend plan neer kunnen leggen bij een “groot” bedrijf; open houding; vernieuwend; onderzoekend
  10. Strategisch plan kunnen lezen, beoordelen en op basis daarvan vernieuwende ideeën kan genereren (incl. onderbouwing) en dit goed kunnen presenteren
  11. Sterken/zwakten van zichzelf en anderen kunnen benoemen en gebruiken
  12. Van buiten naar binnen kunnen denken, vertalen voor het bedrijf en dan weer naar buiten kunnen gebruiken

Oftewel, de student:

  • Kan uit persoonlijke en bedrijfsontwikkelingsmogelijkheden strategische keuzes maken die passen bij deze ondernemer/onderneming.
  • Kan op basis van die keuzes de juiste handelingen verrichten om zijn bedrijf verder te verbeteren.
  • Kan grotere bedrijven, actief in de toeleverende en afnemende sector, adviseren in hun strategische bedrijfskeuzes op basis van de trends die hij waarneemt in de (internationale) markt.
  • Kan zichzelf profileren op basis van zijn sterke en zwakke punten
  • Kan op basis van de opgedane kennis aangeven wat dit kan betekenen voor primaire bedrijven
  • Kan een strategisch plan lezen, beoordelen en op basis daarvan vernieuwende ideeën genereren (incl. onderbouwing) en dit goed kunnen presenteren aan andere ondernemers.

Competenties:
Onderzoeken; Signaleert en beschrijft een probleem of ontwikkeling, formuleert een praktijkgerichte onderzoeksvraag en beantwoordt deze met behulp van een geschikte onderzoeksmethode

Innoveren; Gebruikt creativiteit om nieuwe producten, diensten of toepassingen te ontwikkelen die in de praktijk bruikbaar zijn.

Zelfsturen; Heeft inzicht in eigen gedrag en geeft richting aan de eigen ontwikkeling zodat het eigen functioneren en de werkomgeving op elkaar aansluiten

Ondernemen; Ziet kansen en zet deze voor eigen risico om in het beoogde resultaat

Duurzaam handelen; Verantwoordt eigen handelen met respect voor waarden, normen en gericht op het evenwichtige gebruik van beschikbare bronnen

Binnen de minor is ruimte om specifiek voor een competentie ontwikkelingsmogelijkheid te bieden. Jouw persoonlijke ontwikkelpunten en wensen zijn hierin uitgangspunt: je bent dan ook goed in staat om deze te verwoorden.

Ingangseisen

De studenten die de major Bedrijfskunde of Agrarisch Ondernemerschap met goed gevolg hebben afgesloten zullen voor deze minor een voldoende beginniveau hebben. Voor andere majors geldt de aanbeveling om de Minor Ondernemerschap eerst te volgen. Studenten van buiten de Aeres Hogeschool moeten op basis van EVC’s laten zien dat ze competent genoeg zijn om deze minor te kunnen volgen. Voor deze minor wordt vooraf met elke student contact opgenomen over motivatie en bijzonderheden. 

Literatuur

Code: ASTO1
Naam: Bootcamp
Studiepunten: 2
Type leermiddel: wordt door docent beschikbaar gesteld

Code: ASTO2 + 3 + 4
Naam: Strategisch vraagstuk 1 en 2
Studiepunten: 4 + 6 + 3
Type leermiddel: inhoudelijke bronnen passend bij vraagstuk, zelf op te zoeken

Rooster

Deze minor wordt aangeboden in het eerste semester op de dinsdagen in de weken: 37, 39, 41, 43, 48, 50 en 2.
Tussendoor werk je aan opdrachten bij bedrijven.

Toetsing

De bootcamp ASTO1 wordt getoetst met een eindopdracht.

De twee opdrachten worden beoordeeld door zowel het bedrijf als de assessoren.

De persoonlijke bijdrage aan het gehele proces is een zeer belangrijke factor in de beoordeling.

De eindpresentatie van de opdracht is een belangrijk meetmoment in de beoordeling. Deze presentatie vindt plaats voor de experts op het betreffende onderdeel van het bedrijf.

Code: ASTO1 – Strategisch en innovatief adviseren
Naam: Bootcamp
Studiepunten: 2
Type examen: Examen en/of verslag en/of eindgesprek

Code: ASTO2
Naam: Strategisch vraagstuk fase 1
Studiepunten: 4
Type examen: rapportage plan van aanpak + rapportage / presentatie vooronderzoek

Code: ASTO3
Naam: Strategisch vraagstuk fase 2
Studiepunten: 6
Type examen: Rapportage eindverslag + eindpresentatie

Code: ASTO4
Naam: Strategisch vraagstuk fase 2 – individueel (gelijk aan ASTO2, tenzij er aanleiding is individueel af te wijken van groepscijfer)
Studiepunten: 3
Type examen: Rapportage eindverslag + eindpresentatie